Voorkant scriptie
Voorkant scriptie
Voorkant scriptie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Opvallend aan de vraagstelling is dat Mingelen zelfherstel toepast. In eerste instantie start hij een<br />
algemene vraag, “zijn er op zichzelf”, maar hij verandert zijn formulering in “ziet u op zichzelf”.<br />
Daarmee richt hij zich tot Rutte persoonlijk. Het effect hiervan is dat Rutte minder vrijheid krijgt om<br />
te antwoorden. Immers, nu wordt hem iedere uitspraak persoonlijk toegerekend en moet hij op zijn<br />
woorden letten, terwijl dat in het andere geval minder aan de orde is. Daar wordt hij meer benaderd<br />
als deskundige/iemand die in de positie geacht wordt te zijn om er overzicht over te hebben.<br />
De vraag is van het type ja/nee. Met de vraag introduceert Mingelen een politiek dilemma.<br />
Immers, achter de schermen zijn met de NAVO en Europa harde afspraken gemaakt om de missie te<br />
beginnen, terwijl er in de Tweede Kamer vooralsnog onvoldoende steun is en zoals vermeld in de<br />
preface, de samenleving tegen is. Mingelen vraagt naar de mogelijkheid dat het kabinet de afspraken<br />
met de NAVO en Europa zou veranderen. Een bevestigend antwoord is geprefereerd, gezien het<br />
geringe draagvlak voor de missie dat Mingelen noemt in de preface.<br />
Rutte reageert vanaf regel 300 niet met ja of nee. In plaats daarvan wijzigt hij de agenda door<br />
het over procedures rond het vaststellen van het paramilitaire karakter van de missie te gaan hebben.<br />
Hij zegt dan ook in regels 300-302: “eerst moeten we met elkaar vaststellen of er sprake is van dat<br />
militaire karakter, dat paramilitaire karakter”. Daarmee suggereert hij dat als er sprake is van dat<br />
paramilitaire karakter, dat er dan een verandering zou kunnen komen in de afspraken met de NAVO<br />
en Europa.<br />
Rutte beargumenteert vervolgens dat niet het scenario van Mingelen, waarbij er onvoldoende<br />
draagvlak in de Tweede Kamer is voor de missie, maar het scenario dat er voldoende draagvlak komt,<br />
waarschijnlijk zal zijn. Rutte zegt namelijk in regels 303-306 dat hij ervan overtuigd is dat hij kan<br />
aantonen dat de missie niet van paramilitaire aard is. Daarmee zou hij Groenlinks en D66<br />
binnenhalen, waarna de missie door kan gaan.<br />
Daarna gaat Rutte uitleggen hoe de missie in elkaar zit. Dit om te onderbouwen waarom het<br />
niet gaat om een missie met een paramilitair karakter. Daartoe zegt hij in regel 307 dat Eupol het<br />
midden en hoger kader traint. Hij legt dan in regel 308 uit dat Eupol “politie is, dat zijn das Europese<br />
…”. Mingelen interrumpeert in overlap door een vraag te formuleren “dat is Europees dat zijn Eurom<br />
ja”. Het valt op dat Mingelen op weg is naar een verklarende vraag, die hij niet afmaakt. Rutte zelf<br />
was al aan het uitleggen wat Eupol inhoudt en tijdens diezelfde overlap bevestigt hij Rutte’s uitleg<br />
met “ja”. In die zin is de overlap niet problematisch, omdat vraag en antwoord toevallig samenvallen.<br />
De overlap is ook snel over in regel 311 na de “ja” van Mingelen.<br />
Waarna Rutte zijn uitleg vervolgt in regels 312-347 door te zeggen dat met politiemensen het<br />
midden en hoger kader worden getraind. Daarbij gaat het overigens om respectievelijk<br />
groepschefs/opperwachtmeesters (Encyclo, 2011a) en districtschefs/divisiechefs (Encyclo, 2011b).<br />
Ook van belang zijn politiemannen op straat, de civiele Afghaanse politie. Deze politie is nodig omdat<br />
er in Afghanistan regelmatig bermbommen ontploffen en andere bijzondere veiligheidssituaties als<br />
aanslagen op markten optreden. De civiele politie moet leren om met deze zaken om te gaan en de