Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland
Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland
Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Erik Swart<br />
‘Ordeninge die men ongewoon was’<br />
De <strong>Holland</strong>se lessen uit de oorlogsjaren 1572-1576<br />
De kritieke oorlogsjaren 1572-1576 dwongen Willem van Oranje en de ‘revolutionaire’ Staten van <strong>Holland</strong><br />
tot het nemen van fundamentele maatregelen om de verdediging tegen het koninklijke leger kans<br />
van slagen te geven. Oranje moest de discipline van zijn soldaten sterk verbeteren om de economische en<br />
morele steun van de vaak toch al niet enthousiaste <strong>Holland</strong>se steden te behouden. De Staten wensten de<br />
financiële last van de oorlog zoveel mogelijk te beperken; deels in eendracht, deels in strijd met elkaar,<br />
vaardigden Oranje en de Staten hiertoe ordonnanties uit. Dit artikel laat zien hoe de <strong>Holland</strong>se lessen<br />
en ontwikkelingen uit de jaren 1572-1576 het succesrijke, gedisciplineerde, adequaat gefinancierde<br />
Staatse leger van de jaren 1590 mogelijk maakten.<br />
In 1572 had niemand kunnen voorzien dat het gewest <strong>Holland</strong> amper twintig jaar later een<br />
ongekende economische bloei zou ervaren en een unieke federale staat, onafhankelijk van<br />
Habsburgs bestuur, zou domineren. Het was bovendien een staat met een leger dat sterk genoeg<br />
was om de voormalige landsheer Filips II, de machtigste vorst van Europa, te weerstaan<br />
en dat lof ontving vanwege de goede discipline van zijn troepen en de adequate financiering<br />
ervan. De basis hiervoor is voor een aanzienlijk deel gelegd in de eerste jaren na 1572,<br />
toen <strong>Holland</strong> met Zeeland het laatste bolwerk was van prins Willem van Oranje en zijn aanhangers.<br />
Voor hen was de strijd in deze periode er een op leven en dood. Een nederlaag hier<br />
zou het definitieve einde van Oranje en de Opstand hebben betekend. De steun van de <strong>Holland</strong>se<br />
bevolking was essentieel voor de Opstand. Zij moest immers het geld opbrengen om<br />
Oranjes dure oorlog te betalen. Het was vooral het vaak abominabele gedrag van de krijgslieden<br />
van de prins dat een ernstige bedreiging vormde voor de morele en economische<br />
steun aan zijn zaak. Oranje zag zich genoodzaakt maatregelen te nemen om met name de<br />
steun van de <strong>Holland</strong>se steden te behouden, wier inwoners zijn troepen vaak zonder groot<br />
enthousiasme hadden binnengelaten. Daarnaast ging het erom een effectieve en betaalbare<br />
militaire verdediging tot stand te brengen. De contemporain historicus Pieter Bor duidde<br />
Oranjes optreden aan met de woorden ‘veel ordeninge den krijg aengaende die men hier te<br />
voren al ongewoon was en de kosten van d’oorlog seer verlichten, de welke mettertijd noch<br />
al verbetert werden.’ 1<br />
Oranjes maatregelen bestreken een aantal terreinen. Ten eerste moest hij een werkbare<br />
relatie met de Staten en de steden tot stand brengen. Zeer belangrijke strijdpunten hierin<br />
waren de omvang en de prijs van Oranjes krijgsmacht. Om de controle over en discipline van<br />
zijn soldaten te verbeteren voerde de prins een reorganisatie door, die standaardisering en<br />
verkleining van de vendels voetvolk behelsde en een verhoging van de basissoldij van hetzelfde<br />
voetvolk. Verder was er sprake van aanpassing van de krijgsartikelen – de bepalingen<br />
waar de soldaten zich naar moesten richten en de eed op aflegden – en hervorming van de<br />
militaire justitie. Een andere ernstige grief van de burgers, zowel in opstandig als loyaal gebied,<br />
was dat ze soldaten, zowel gezonde als gewonde, onderdak en onderhoud moesten<br />
1 Pieter Bor, Oorsprongk, begin, ende vervolgh der Nederlandsche oorlogen (Amsterdam 1679-1684) boek VI, 414; zie ook Ema nuel<br />
van Meteren, Historien der Nederlanden, en haar naburen oorlogen tot het iaar 1612 (Dordrecht 1647) f. 74.