Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland
Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland
Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
94 erik swart<br />
Afb. 3 Contemporaine impressie<br />
van een hoerenweifel<br />
met vrouwelijke leden van de<br />
tros. Uit: Leonhart Fronsperger,<br />
Von Kayserlichem Kriegss -<br />
rechten, Malefitz und Schuldhandlen,<br />
Ordnung und Regiment etc.<br />
(facsimile 1970; Frankfurt a/M<br />
1566) f. 138v.<br />
zondering. Leiden verzocht de Staten althans in mei 1576 om de soldaten net als daar in<br />
eigen ‘service’ te laten voorzien, mits hun soldij werd verhoogd. 34<br />
Na de ineenstorting van de oorlogsinspanning van het regeringsleger in de zomer van<br />
1576, troffen de Staten een nieuwe regeling om de last van de soldaten verlichten. Vanaf eind<br />
1576 zouden de magistraten inwoners belast met inkwartiering een wekelijkse vergoeding<br />
geven uit de gemenelandspenningen. Mogelijk verschafte pas de reductie in de eigen troepenmacht<br />
in voorjaar 1577 de Staten genoeg financiële ruimte om de regeling in te voeren.<br />
Vanaf 1 juni moest het ‘servitiegeld’ aan de magistraten worden uitgereikt. Deze zouden het<br />
bedrag, variërend van 24 stuivers voor een kapitein tot zes stuivers voor een soldaat, uitreiken;<br />
militairen moesten voortaan zichzelf van logies gaan voorzien. In januari 1578 bepaalde<br />
Oranje de hoogte van de bedragen opnieuw; de vergoeding voor een soldaat bleef zes<br />
stuivers, die voor een kapitein ging omhoog naar dertig stuivers. De Unie van Utrecht nam<br />
deze regeling het volgende jaar over. 35<br />
De weerzin tegen de inkwartiering werd nog versterkt doordat de soldaten nooit alleen arriveerden,<br />
maar een forse tros meebrachten. Deze omvatte onder meer zoetelaars die de soldaten<br />
levensmiddelen verkochten, en prostituees, maar ook de vrouwen, kinderen en bedienden<br />
van de soldaten. Zij zorgden voor essentiële goederen en diensten zonder welke een<br />
16de-eeuwse troepenmacht niet kon bestaan. Desondanks namen zowel overheden als bevelhebbers<br />
aanstoot aan de groeiende aanhang van hun troepen, die het aantal soldaten gemakkelijk<br />
kon overstijgen. Het vendel van Aert van der Voert verbleef in december 1572 in<br />
Zegwaard met 139 militairen, die 57 vrouwen en 76 ‘jongens’ (bedienden) bij zich hadden;<br />
34 RSH, 8 april 1575, 10 mei 1576; WVO 11327, ordonnantie 3 november 1575, f. 194 ; Notulen van Zeeland, 13, 42-43, 72, 73.<br />
35 RSH, 27 november, 7 december 1576, 26 juni 1577; NA, Paulus Buys, inv. nr. 38: ordonnantie 23 januari 1578; Koninklijk<br />
Huisarchief, Den Haag, inv. nr. A 11/XII 5: ordonnantie 28 februari 1579; Vermeesch, Oorlog, steden en staatsvorming, 53-54.