Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland
Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland
Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
het verhaal van magnus en barbara 71<br />
pe (‘Manglus’) is zeer waarschijnlijk een schrijffout. Manglus is namelijk geen bestaande<br />
Noorse naam, en was dat ook niet in de 17de eeuw. Verder zou zijn patroniem in het Noors<br />
Andresen of Andersen luiden, maar het is bekend dat de ambtenaren op het stadhuis stelselmatig<br />
de etnische namen van migranten ‘vernederlandsten’. 16 Op het moment van de ondertrouw<br />
was Magnus 26 jaar oud en gaf als beroep varentsgesel (zeeman) op. Zijn beide<br />
ouders waren inmiddels overleden en hij was afkomstig uit de stad Christiania. In Amsterdam<br />
woonde hij in de Ridderstraet en op de dag van zijn ondertrouw nam hij Hendrick Rutgers<br />
als getuige mee.<br />
Magnus’ bruid staat vermeld als Barbar Pieters. Barbara is een naam die vaker voorkwam<br />
onder Noorse bruiden in Amsterdam, in totaal 28 maal in deze periode. Haar oorspronkelijke<br />
naam zal Barbara Pedersdatter – de dochter van Peder – zijn geweest. Tot in de 19de<br />
eeuw was het bij vrouwen in Noorwegen de gewoonte om de vorm ‘-datter’ te gebruiken en<br />
niet het algemene achtervoegsel ‘-sen’, ‘søn’ of ‘son’, zoals we dat nu kennen bij Noorse,<br />
Zweedse en Deense namen. Ze was 28 jaar op het moment dat ze op het stadhuis verscheen.<br />
Evenals haar man had zij geen ouders meer. Ondanks de hoge mortaliteit in West-Europa<br />
was zeker niet elke twintiger of dertiger wees. Wanneer we kijken naar de andere geregistreerde<br />
Noren in onze steekproef van de ondertrouwakten tussen 1650-1662, komen we negentien<br />
gevallen tegen waar de bruidegom aangeeft dat één of beide van zijn ouders nog in<br />
leven is, en in 34 gevallen was dit het geval voor de bruid. 17 Barbara woonde vlakbij haar aanstaande<br />
echtgenoot in de Jonckerstraet en haar getuige was Marittje Pieters. Deze naam is<br />
een veel voorkomende naam en hoewel haar patroniem er op zou kunnen duiden dat ze familie<br />
van de bruid was, kunnen we gevoeglijk aannemen dat dit niet het geval zal zijn geweest.<br />
Familierelaties werden zeer serieus genomen en meestal in het register vermeld.<br />
De twee straten waarin het tweetal leefde waren twee van Amsterdams meest beruchte straten<br />
van dat moment. Ze waren gelegen in de zogenaamde ‘Lastage’, in de 17de eeuw dé achterbuurt<br />
van Amsterdam. De Jonker- en Ridderstraat bevonden zich vlakbij de haven en mede daarom<br />
waren er talloze gokhuizen, bordelen en goedkope pensions gevestigd. 18 De twee straten<br />
bestaan tegenwoordig niet meer. De meeste huizen werden gesloopt in de jaren 1929-1930 (afb.<br />
4). Stadsbeschrijver Van Domselaar beschreef ze in 1665 als volgt: ‘In deze twee lange straten,<br />
woont tegenwoordig zo grouzamen menicht van gemeen varendt, en handtwerks volk, ’t welk<br />
met de scheepstimmerwerven en vaarten, hun kost wint, ja wel vier huys gezinnen zomtijdts in<br />
een huys, als in de voorhuyzen, achterhuyzen, kelders, voor, en achter-kamers, dat het ongelooffelijk<br />
is.’ 19 Hoewel Van Domselaar de situatie overdreven kan hebben, is het veelzeggend dat<br />
juist de Jonker- en Ridderstraat een dergelijk negatieve connotatie hadden. Het is daarom niet<br />
opmerkelijk dat deze buurt de lagere sociale groepen aantrok, waaronder Magnus en Barbara,<br />
die zoals het gros van de Scandinavische migranten in Amsterdam tot deze klasse gerekend moeten<br />
worden. De logementen waren er goedkoop, bevonden zich dichtbij de haven en genoten<br />
een database samengesteld waarin de informatie is opgenomen van alle Noorse migranten die tussen 24 juli 1649 en 27<br />
januari 1663 in ondertrouw zijn gegaan. In totaal staan er 1423 personen (829 mannen and 594 vrouwen) in de database.<br />
16 Vergelijk Erika Kuijpers, Migrantenstad. Immigratie en sociale verhoudingen in 17e-eeuws Amsterdam (Hilversum 2005) 346 en<br />
Sogner, ‘Young in Europe’, 518. De schipper Knut Olsen uit Stavanger noemde zichzelf bijvoorbeeld Cornelius Jansen<br />
toen hij in Hoorn woonde. Sogner, Ung i Europa, 87. De meest voorkomende Noorse naam, Ola, blijkt vrijwel altijd ‘vertaald’<br />
te zijn als Roelof.<br />
17 In de deze gevallen wordt in de akte soms de woonplaats van de ouders vermeld.<br />
18 Lotte van de Pol, Het Amsterdams hoerdom. Prostitutie in Amsterdam in de zeventiende en achttiende eeuw (Amsterdam 1996) 96.<br />
19 Geciteerd in: Kuijpers, Migrantenstad, 158.