Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland
Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland
Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
116 boekbesprekingen<br />
vre van G.W. Dijsselhof (1866-1924), tijdgenoot van<br />
De Bazel.<br />
Het boek is fraai geïllustreerd met historische<br />
foto’s van vooral meubels en interieurs, en met<br />
kleurenfoto’s van ontwerptekeningen uit onder andere<br />
het De Bazel-archief dat bewaard wordt in het<br />
Nederlands Architectuurinstituut (NAi). Centraal<br />
staat de stijlontwikkeling van de meubelontwerpen<br />
en meubels van De Bazel in relatie tot diens ontwerpmethodiek<br />
en symboliek. Van de eerste zogenaamde<br />
Egyptische stoel tot en met het hoofdkantoor<br />
van de Nederlandsche-Handelmaatschappij in<br />
Amsterdam, het wordt allemaal uitvoerig en gedegen<br />
onder de loep genomen. De vermelding op het<br />
boekomslag dat dit onderwerp nog niet eerder zo<br />
uitvoerig in een publicatie is behandeld, is dan ook<br />
terecht. Het bronnenonderzoek is degelijk, zeer<br />
nauwkeurig en grondig uitgevoerd. Vele primaire<br />
en secundaire bronnen zijn geraadpleegd, vooral<br />
het archief van De Bazel in het NAi. De auteur put<br />
uitvoerig uit briefwisselingen met opdrachtgevers,<br />
vakgenoten en critici en de ontwerpen worden<br />
nauwkeurig geanalyseerd.<br />
Het boek is goed geschreven maar voor een leek<br />
is het niet makkelijk leesbaar, zeker niet als men<br />
het boek beschouwt als een tentoonstellingscatalogus.<br />
Voor kunsthistorici is dit boek heel interessant,<br />
maar pittig. Het geeft veel minutieuze informatie<br />
over de meubels en ontwerpen, De Bazels<br />
tijd- en vakgenoten en de opdrachtgevers. De ‘ontwerpfilosofie’<br />
van De Bazel, die als timmerman<br />
zijn loopbaan is begonnen, heeft een dieperliggende<br />
achtergrond die gebaseerd is op de theosofie<br />
en de symboliek van oosterse religies en de vrijmetselarij.<br />
Dit is geen gemakkelijke materie, maar<br />
wel heel interessant. Zowel De Bazel als zijn goede<br />
vriend en collega J.L.M. Lauweriks waren lid<br />
van de Theosofische Vereeniging in Amsterdam.<br />
Grofweg kunnen in het oeuvre van De Bazel<br />
drie fases worden onderscheiden: de vroege periode<br />
tot 1895 waarin hij nog onder de invloed was<br />
van zijn leermeester P.J.H. Cuijpers, de periode<br />
1895-ca 1901 waarin hij samen met Lauweriks een<br />
eigen ontwerpatelier (Atelier voor Architectuur,<br />
Kunstnijverheid en Decoratieve Kunst) had en de<br />
periode vanaf 1904, toen De Bazel zijn eigen werkplaats<br />
voor kunstnijverheid oprichtte, ‘De Ploeg’<br />
in Amsterdam. ‘De Ploeg’ bleef bestaan tot in<br />
1923, het jaar waarin de architect overleed na een<br />
lang ziekbed.<br />
De Bazel had een elitaire clientèle: artsen, advocaten,<br />
bankiers, zakenlieden, maar ook kunste-<br />
naars, schrijvers en intellectuelen. Het boek is<br />
chronologisch opgebouwd aan de hand van de opdrachtgevers<br />
en hun opdrachten voor meubels, interieurs<br />
en gebouwen. De eerste negen hoofdstukken<br />
behandelen meubelontwerpen voor<br />
particulieren uit de periode 1895-1904. Van de besproken<br />
meubels, ontwerpen en interieurs wordt<br />
niet alleen de achtergrond en rol van de opdrachtgever<br />
besproken, maar ook de ontwerpmethode<br />
van De Bazel, het wiskundig ontwerpsysteem van<br />
de triangulatuur: het ontwerpen op basis van de<br />
(Egyptische) driehoek. In de vroege periode staat<br />
deze triangulatuur centraal. Dit ontwerpen op systeem<br />
is ook de grondslag voor de ruimtelijke ontwerpen,<br />
en dus ook voor de architectuur. De latere<br />
ontwerpen, ongeveer vanaf 1902/1904, laten een<br />
ontwerpsysteem zien dat uitgaat van vierkanten en<br />
daaromheen of erin getrokken cirkels. Deze vormen<br />
de basis voor alle proporties en de ornamenten<br />
van het meubel. Later spelen ook esoterische,<br />
boeddhistische invloeden een rol in de vormgeving<br />
van het oeuvre. Van 1895 tot ca 1910 heeft De Bazel<br />
zich vrijwel uitsluitend gericht op het ontwerpen<br />
van woonhuizen, interieurs en meubels voor particulieren,<br />
ontwerpen voor de persoonlijke levenssfeer.<br />
De wieg voor prinses Juliana uit 1908-1909<br />
springt eruit.<br />
De laatste vier hoofdstukken behandelen, naast<br />
kleine interieuropdrachten voor particulieren, ontwerpen<br />
voor institutionele gebouwen, arbeiderswoningen<br />
en grote villa’s. Het jaar 1915 vormt een<br />
keerpunt in de loopbaan van De Bazel. Van het besloten<br />
woonhuis richt hij zich nu op glasserviezen<br />
‘voor het volk’, op arbeiderswoningen- en meubilair<br />
en op kantoorgebouwen. Er treedt een versobering<br />
op in zijn ontwerpen voor meubels. De kostbare<br />
en verfijnde meubels worden nu vaker dan<br />
voorheen ook door machinale zagerijen en houtbewerkers<br />
gemaakt.<br />
Hij ontwierp in de periode 1910 tot aan zijn<br />
dood in 1923 een aantal grote villa’s voor fabrikanten<br />
en bankiers en kantoorgebouwen zoals het<br />
gebouw voor de Nederlandsche Heidemaatschappij<br />
in Arnhem. In deze periode kreeg hij de grootste<br />
opdracht uit zijn carrière, een nieuw hoofdkantoor<br />
van de Nederlandse Handel-Maatschappij<br />
aan de Vijzelstraat in Amsterdam. Ook kreeg De<br />
Bazel opdrachten voor arbeiderswoningen in Amsterdam<br />
en in Philipsdorp bij Eindhoven. Daarnaast<br />
ontwierp hij een bibliotheek voor de lettergieterij<br />
in Amsterdam en de inrichting van het<br />
interieur van het Rembrandthuis als museale in-