Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland
Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland
Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
96 erik swart<br />
<strong>Holland</strong> als anker van de Staatse militaire macht<br />
De fysieke impact van de oorlogsjaren 1572-1576 op <strong>Holland</strong> was groot. Grote delen waren<br />
op bevel van Oranje in het kader van de defensie onder water gezet. De infrastructuur was<br />
grotendeels vernield. De inwoners van dorpen nabij Haarlem leefden in mei 1576 in kelders<br />
en hutten. Pieter Bor bezocht in deze tijd een desolaat Den Haag; de huizen waren als stallen<br />
gebruikt. 41 Hoeveel van de gevluchte, meest katholieke, <strong>Holland</strong>ers naar huis terugkeerden<br />
is onduidelijk. Na de hereniging van <strong>Holland</strong> in 1577-1578 waren de steden en Staten<br />
vastbesloten het oorlogsgeweld voortaan buiten het eigen gebied te houden. Herstel van het<br />
eigen gewest stond voorop, al ging dat niet overal even snel. Begin jaren 1580 stond het land<br />
van Arkel grotendeels nog onder water en de woningen, molens, kaden en bruggen waren<br />
nog niet herbouwd. 42 Hulp aan Vlaanderen en Brabant, toen de oorlog in 1577 aldaar opnieuw<br />
uitbrak (afb. 4), had voor <strong>Holland</strong> lagere prioriteit. Dit gold zeker toen er vanaf 1580<br />
sprake was van oorlog in het noordoosten van de Nederlanden. Daar deze een concrete bedreiging<br />
vormde voor de zogeheten ‘<strong>Holland</strong>se tuin’, financierde <strong>Holland</strong> hier de helft van<br />
de oorlogsinspanning. Troepen in <strong>Holland</strong>se betaling hielpen de Friezen reeds in 1580 en<br />
na de val van Zutphen in 1583 was <strong>Holland</strong> de voornaamste geldschieter van een veldleger<br />
aan de IJssel. Nu had ook voor de andere gewesten de eigen verdediging altijd prioriteit,<br />
maar <strong>Holland</strong> was hierin veel succesrijker. Door de oorlog buiten het eigen land te houden,<br />
legden de Staten van <strong>Holland</strong> het fundament voor de ongekende economische groei waarmee<br />
ze de langdurige oorlog zouden betalen. 43<br />
De lessen en ontwikkelingen uit de jaren 1572-1576 leverden een belangrijke bijdrage aan<br />
dit succes. Omdat Oranje in deze periode volledig afhankelijk was van de <strong>Holland</strong>se steden<br />
en Staten, verwierven zij een buitengewone machtspositie met het inzicht en het zelfvertrouwen<br />
om – ook in militaire zaken – zelfstandig op te treden, desnoods zonder stadhouder<br />
of regeringshoofd. De manieren om de troepen te financieren en geldgebrek te ondervangen,<br />
die <strong>Holland</strong> in de jaren na 1572 had ontwikkeld, paste het in de jaren 1580 weer toe.<br />
Soldaten leefden meest van wekelijkse leningen als voorschot op hun soldij. De afrekening<br />
moest elke zes maanden plaatsvinden, maar werd door <strong>Holland</strong> zo lang mogelijk uitgesteld.<br />
Troepen in het Noorderkwartier klaagden in februari 1588 dat ze al 26 maanden geen afrekening<br />
hadden gehad. 44 De door Oranje vastgestelde basissoldij van acht gulden bleef ongewijzigd,<br />
maar de betaalmaand nam weer in lengte toe tot 48 dagen tegen 1588. Hiermee<br />
verdienden soldaten feitelijk weer evenveel als in 1572. De belastingdruk, die in 1572-1576<br />
al fors was gestegen, nam nog verder toe. Ironisch genoeg betaalden de <strong>Holland</strong>ers nu meer<br />
belasting dan de Habsburgse regering ooit van hen had gevraagd. 45<br />
Na het wegvallen van Brabant en Vlaanderen in 1580-1585 domineerde <strong>Holland</strong> de Staten-<br />
Generaal volledig. De resterende gewesten waren afhankelijk van <strong>Holland</strong>s geld om de strijd<br />
vol te kunnen houden. Met name het geteisterde en half door het regeringsleger beheerste<br />
Gelre en Overijssel genereerden in de jaren 1580 zelf dermate weinig inkomsten, dat ze zonder<br />
hulp reddeloos verloren waren. De <strong>Holland</strong>se dominantie leidde ertoe dat de wensen,<br />
41 RSH, 11 mei 1576; Bor, Oorsprongk, boek IX, 676; G. ’t Hart, ‘Rijnlands bestuur en waterstaat rondom beleg en ontzet van<br />
Leiden’, Jaarboekje voor geschiedenis en oudheidkunde van Leiden en omstreken 64 (1974) 13-33, aldaar 28-30.<br />
42 ’t Hart, ‘Rijnlands bestuur’, 30-31; NA, Paulus Buys, nr. 16.<br />
43 James D. Tracy, For <strong>Holland</strong>’s Garden. The war aims of the States of <strong>Holland</strong>, 1572-1588 (Amsterdam 2004) 8-9, 23-25; Koopmans,<br />
De Staten van <strong>Holland</strong>, 149-150; Bor, Oorsprongk, boek XIV, 166, 170; Swart, Krijgsvolk, 127, 134.<br />
44 Bor, Oorsprongk, boek XXIV, 188; NA, Paulus Buys, inv. nr. 40: reglement van Oranje en de Staten, 1 mei 1582 (art. 13).<br />
45 Vermeesch, Oorlog, steden en staatsvorming, 54-63; Swart, Krijgsvolk, 63.