Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland
Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland
Omslag Holland 2006/2 - Historische Vereniging Holland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
122 boekbesprekingen<br />
immigrantengroepen, Brabanders en Zeeuwen, in<br />
de periode 1870-1920 en analyseert hun ruimtelijke<br />
spreiding in de stad. De groepen vestigden zich<br />
aanvankelijk in bepaalde buurten, maar verschoven<br />
– net als veel geboren Rotterdammers – naar de<br />
betere buitenwijken. Het sociologisch gangbare<br />
beeld van de ontheemde plattelander kan hiermee<br />
worden bijgesteld.<br />
Ten tweede valt op dat de artikelen over het algemeen<br />
heel prettig leesbaar zijn. Dat is in het verleden<br />
vaak niet het geval geweest bij grootschalig<br />
empirisch onderzoek, waarbij ingewikkelde theoretische<br />
modellen op de resultaten werden losgelaten<br />
om tot een abstracte conclusie te komen.<br />
Door het vergelijkende karakter, de duidelijke presentatie<br />
van de gegevens en de verklaringen die<br />
voor de resultaten worden gegeven, wordt de geschiedenis<br />
echter concreet gemaakt; niet in de laatste<br />
plaats doordat ook andere bronnen worden<br />
aangedragen, zoals egodocumenten. Een evenwichtige<br />
balans tussen macro- en microgeschiedenis<br />
is het gevolg.<br />
De bijdrage van Margaret Chotkowski is wat mij<br />
betreft de meest inspirerende. In een kort kleurrijk<br />
artikel laat zij resultaten van diepgaand onderzoek<br />
zien. Zij gaat mijns inziens ook een stap verder<br />
door in diverse bronnen na te gaan met wie de<br />
nieuwkomers – in haar geval twee groepen Italiaanse<br />
immigranten – eigenlijk omgingen na aankomst<br />
in de stad. Waar gingen zij het eerst heen,<br />
wie waren hun collega’s en huwelijkspartners?<br />
Ook de getuigen bij de huwelijken spelen een rol.<br />
Dit leidt tot een verrassend resultaat betreffende de<br />
geschiedenis van hun dagelijks leven. Een dergelijk<br />
cultuurhistorisch thema ligt ook ten grondslag aan<br />
het artikel van Jan Kok over huwelijksmotivatie van<br />
Rotterdammers. In feite gaat het hier dus om cultuurhistorisch<br />
onderzoek en dat is dan ook het derde<br />
opvallende kenmerk van de bundel.<br />
In de slotbeschouwing laat stadshistoricus Paul<br />
van de Laar zijn licht schijnen over de waarde van<br />
immigrantenonderzoek voor de algemene stadsgeschiedenis.<br />
De koppeling van cultuurhistorisch<br />
onderzoek aan stadsonderzoek lijkt een succesvolle.<br />
Door onderzoek naar de mobiliteit van nieuwe<br />
groepen in de stad kan het soms statische karakter<br />
van de stadsgeschiedenis worden bijgesteld. De<br />
eerste onderzoeksmethode is die van het vergelijkend<br />
onderzoek op basis van empirische gegevens,<br />
zoals we in de bundel hebben gezien. Misschien<br />
kan nog opgemerkt worden dat het hierbij niet zozeer<br />
gaat om de vergelijking op zichzelf, als wel om<br />
de conclusies die eruit volgen over bepaalde groepen<br />
of bepaalde perioden. Kortom: het bouwen en<br />
bijstellen van de synthese. Ten tweede noemt Van<br />
de Laar de antropologische methode, die uitgaat<br />
van de symbolische (figuurlijke) beweging in de<br />
stad. Dit onderzoek is in volle gang en zal ongetwijfeld<br />
leiden tot nieuwe publicaties.<br />
C. Stolk<br />
Ben Schoenmaker, Paul Beucker en Alan Lemmers,<br />
Plein 4. De Geschiedenis van een logementen een departement<br />
(Amsterdam: Boom, <strong>2006</strong>, 204 blz., geïll.,<br />
ISBN 90-85064-21, prijs € 19,50).<br />
Het uiterlijk van Den<br />
Haag als regeringscentrum<br />
heeft in het<br />
recente verleden vergaandeveranderingen<br />
ondergaan. Zo<br />
hebben vrijwel alle<br />
ministeries een nieuwe<br />
hoofdzetel betrokken.<br />
Opvallende<br />
uitzondering is het<br />
ministerie van Defensie,<br />
dat nog steeds gevestigd is in een gebouwencomplex<br />
met als hoofdadres Plein 4. In dit fraai<br />
vormgegeven en geïllustreerde boekje, uitgegeven<br />
onder auspiciën van het Nederlands Instituut voor<br />
Militaire Historie, wordt de geschiedenis van dit<br />
complex beschreven.<br />
De kern, ooit een klooster met aanhorigheden,<br />
wordt gevormd door het logement waar tussen<br />
1650 en 1796 de Rotterdamse afgevaardigden naar<br />
de Staten van <strong>Holland</strong> en de Staten-Generaal logeerden.<br />
Hun logement was de Maasstad waardig,<br />
zeker nadat het in de jaren 1739-1746 naar ontwerp<br />
van Adriaan Moens was verbouwd en uitgebreid.<br />
Met name in het voorgebouw is nog veel van de<br />
toen aangebrachte weelderige decoratie in de vorm<br />
van bijvoorbeeld stucplafonds en gesneden trapbalusters<br />
bewaard gebleven.<br />
Onder de Bataafsche Republiek werd Plein 4<br />
spoedig het huisadres van de Agent van Oorlog en<br />
van het Agentschap van Oorlog. Daarna is het eigenlijk<br />
steeds – met uitzondering van de periode<br />
dat Nederland was ingelijfd bij het Franse keizerrijk,<br />
een korte tijd daarna en tijdens de Duitse bezetting<br />
– de plaats geweest van waaruit de Nederlandse<br />
krijgsmacht (tot 1928 alleen ‘het Leger hier