2009-3 Randstad - Historische Vereniging Holland
2009-3 Randstad - Historische Vereniging Holland
2009-3 Randstad - Historische Vereniging Holland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
262 tijdingen<br />
oproepen. Vooral vanuit het particuliere initiatief<br />
wordt die gedachte krachtig uitgedragen. Bijvoorbeeld<br />
door de Stichting Groene Hart. Of dat een<br />
goede ontwikkeling is? Het lijkt me niet dat het<br />
goed is om de verschillende partijen helemaal hun<br />
eigen gang te laten gaan, dan valt het uit elkaar.<br />
Wat denkt u als historicus over de waarde en de toekomst<br />
van het Groene Hart?<br />
Als historicus wil ik niet fixeren maar veranderingen<br />
meemaken, en de balans opmaken. Extrapolerend<br />
vanuit het verleden kunnen we scenario’s formuleren,<br />
maar die kunnen allemaal hun eigen<br />
waarde hebben. Wel is vanuit het verleden duidelijk<br />
dat steeds meer mensen met verschillende belangen<br />
zich met het Groene Hart zijn gaan bezig houden.<br />
De overheid probeert de uiteenlopende wensen<br />
met elkaar in overeenstemming te brengen.<br />
Sinds 2002 laten de kabinetten-Balkenende de<br />
ruimtelijke ordening weer aan de gemeentes over,<br />
en niemand weet precies wat er gebeurt. Over 25<br />
jaar zal een historicus hiervan weer de balans opmaken.<br />
Ik ben geen voorstander van één scenario<br />
waarin het hele gebied zoals in de 19de eeuw groen<br />
wordt gehouden. Toen woonden in heel Nederland<br />
5 miljoen mensen, nu zijn dat er alleen in de <strong>Randstad</strong><br />
al 6 miljoen. Als historicus kun je alleen de<br />
randvoorwaarden formuleren: welke partijen zijn<br />
er te onderscheiden en wat willen die partijen. Er<br />
zijn geen duidelijke begrenzingen voor de ruimtelijke<br />
ontwikkeling. Kortom, de ingrediënten kun je<br />
als historicus benoemen, maar de precieze hoeveelheden<br />
zijn niet bekend en je weet niet hoe hoog<br />
het vuur staat. Ik ben trouwens opgehouden met<br />
het voorspellen van de toekomst sinds ik in 1978 in<br />
Almere, waar toen één keet stond, betoogde dat het<br />
helemaal niets zou worden met die stad. Dat is niet<br />
waar gebleken, zoals we nu weten.<br />
Hoe beleefden mensen vroeger de <strong>Randstad</strong>? Was dat anders<br />
dan de manier waarop bijvoorbeeld Groningen werd<br />
gezien door inwoners van het achterland?<br />
Het verschil is dat de <strong>Randstad</strong> altijd urbaner was.<br />
Kleinere steden werden overvleugeld door grotere<br />
steden. Die toplaag ontbreekt in Groningen, daardoor<br />
ontstond een andere ruimtelijke constellatie.<br />
Vroeger waren de mensen honkvaster en hadden<br />
geen idee van de <strong>Randstad</strong>. Steden werden naar<br />
hun functies bezien. Voor wie op het platteland<br />
woonde was de dichtstbijzijnde stad het oriëntatiepunt.<br />
Er was niet zoiets als een ‘Randstedelijke<br />
identiteit’. Het <strong>Randstad</strong>-denken ontstond niet<br />
vanuit de <strong>Randstad</strong> zelf maar vanuit andere regio’s,<br />
die zich ertegen af zetten. Pas vanaf de jaren zestig<br />
is men gaan spreken over het ‘Westen des lands’.<br />
De <strong>Randstad</strong> als kernbegrip komt voort uit de<br />
ruimtelijke nota’s die vanaf de jaren zestig zijn verschenen.<br />
Er bestaat nog steeds geen gemeenschappelijke<br />
identiteit – de focus blijft op de individuele<br />
steden.<br />
Is vanuit beleidsmakers interesse voor het verhaal dat de<br />
<strong>Randstad</strong> geen gemeenschappelijke identiteit heeft?<br />
Vrijwel niet. Beleidsmakers vinden dit soort relativerende<br />
beschouwingen heel vervelend. Ik hou wel<br />
eens praatjes, bijvoorbeeld congressen en symposia<br />
met burgemeesters, waarin ik dan oproep dat<br />
steden en dorpen moeten ophouden met altijd<br />
maar hetzelfde te willen, en dat het beter is te streven<br />
naar complementariteit. Dan is er wel een aantal<br />
mensen bij wie dat aankomt, maar de meeste<br />
bestuurders willen dit niet horen, die kunnen niets<br />
met relativering. Een enkele goede politicus kan<br />
wel reflecteren, maar de meeste beleidsmakers<br />
worden opgeslokt door het dagelijkse politieke bedrijf.<br />
Pas als ze terugtreden, zie je de behoefte aan<br />
reflectie ontstaan. Hier aan de universiteit melden<br />
zich regelmatig voormalige bestuurders die na hun<br />
pensionering de theoretische kant willen bestuderen:<br />
deed ik het wel goed?<br />
In het laatste decennium zijn veel stadsgeschiedenissen<br />
verschenen. Uw ‘Geschiedenis van Dordrecht van 1813<br />
tot 2000’ geldt als schoolvoorbeeld van een comparatieve<br />
sociaal-economische stadsgeschiedenis. Zijn stadsgeschiedenissen<br />
relevant voor een toekomstvisie voor de<br />
<strong>Randstad</strong>?<br />
Goede stadsgeschiedenissen bestuderen de economische,<br />
sociale, culturele en bestuurlijke functies<br />
van een stad in relatie tot elkaar. Daarin moet het<br />
ruimtelijke element een duidelijke rol krijgen. Dat<br />
laatste ontbreekt nogal eens. Veel stadsgeschiedenissen<br />
beperken zich tot de politieke, culturele en<br />
economische processen. Als het ruimtelijke element<br />
er al bij wordt betrokken, dan gaat het meestal<br />
niet verder dan het toekennen van een betekenis<br />
aan een specifieke ruimte in de stad, zoals de Dam<br />
in Amsterdam. Er wordt nog niet genoeg gekeken<br />
naar het afbakenen van de invloedssfeer van de stad<br />
ten opzichte van het omringende platteland. Bijvoorbeeld<br />
naar de relatie tussen de stad en het verzorgingsgebied.<br />
Voor een goed begrip van de economische<br />
rol van een stad is het bijvoorbeeld ook<br />
belangrijk te weten welke afstanden boeren uit de