24.09.2013 Views

2009-3 Randstad - Historische Vereniging Holland

2009-3 Randstad - Historische Vereniging Holland

2009-3 Randstad - Historische Vereniging Holland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

216 harm kaal<br />

wikkelingen in hun steden als onderwerp had. De discussies tussen de burgemeesters en<br />

hoofdcommissarissen van politie hadden voornamelijk betrekking op de toelaatbaarheid<br />

van kunstuitingen en elementen van de uitgaanscultuur. Zo was aan het verlenen van dansvergunningen<br />

in Amsterdam een uitgebreide correspondentie met Den Haag, Rotterdam en<br />

andere grotere gemeenten vooraf gegaan. Uiteindelijk zouden de dansvergunningen in de<br />

drie steden op elkaar worden afgestemd en zou deze regelgeving begin jaren dertig uitmonden<br />

in landelijke wetgeving. 46<br />

Ook op andere terreinen vond overleg plaats, met name met betrekking tot de filmcensuur.<br />

Nederland kende tot eind jaren twintig alleen een gemeentelijke filmkeuring, met de<br />

burgemeester als hoofdverantwoordelijke voor het vaststellen van het censuurbeleid. 47 Om<br />

te voorkomen dat films die door de burgemeester van de ene stad waren verboden of streng<br />

gecensureerd, in een andere stad wel gewoon te zien zouden zijn, besloten de burgemeesters<br />

van Amsterdam, Rotterdam en Den Haag – ook Utrecht was zo nu en dan bij dit overleg<br />

betrokken – het censuurbeleid waar mogelijk op elkaar af te stemmen. Hetzelfde gold voor<br />

toneelvoorstellingen. Dergelijke ‘vertooningen’ vielen volgens de Gemeentewet ook onder<br />

het politiebeleid van de burgemeester. 48 De burgemeesters waren het niet altijd met elkaar<br />

eens. Zo besloot de Haagse burgemeester Patijn een toneelstuk toe te staan dat in Rotterdam<br />

en Amsterdam verboden was. Patijn had zich eraan gestoord dat discussies over de toelaatbaarheid<br />

van toneel- of filmvoorstellingen in de praktijk neerkwamen op gratis reclame. Hij<br />

schoot nu niettemin alsnog zijn doel voorbij. Voor de opvoering van Arthur Schnitzler’s Reigen<br />

werd reclame gemaakt met de tekst ‘niet verboden’, hetgeen tot volle zalen leidde. 49 In<br />

de loop van de jaren twintig verbeterde de samenwerking, deels onder invloed van de opkomst<br />

van kunstuitingen die vanwege hun ‘politieke’ lading een bedreiging voor de openbare<br />

orde zouden inhouden. In gezamenlijk overleg besloten de burgemeesters in 1927 bijvoorbeeld<br />

de Russische film De Moeder te verbieden vanwege de revolutionaire strekking<br />

ervan. 50<br />

De overheid censureerde niet alleen kunstuitingen, maar verstrekte ook subsidie. In de<br />

grote steden ontwikkelde de gemeente een kunstbeleid, met de sociaal-democraten als<br />

grootste gangmakers. Gemeentelijke subsidies maakten een verlaging van de entreeprijzen<br />

mogelijk. Gaandeweg ‘democratiseerde’ de Kunst. Toneelgezelschappen die van de gemeente<br />

geld hadden gekregen werden geacht een ‘volksvoorstelling’ te geven. Rondleidingen<br />

in musea moesten ervoor zorgen dat ook de arbeider de ‘goede kunst’ kon leren waarderen.<br />

51 Achter deze goede bedoelingen ging ook een beschavingsoffensief schuil. Bij de<br />

sociaal-democraten, evenals bij de andere politieke groeperingen, werd met argusogen naar<br />

de opkomst van nieuwe vormen van vermaak gekeken. Was de afkeer van de sociaal-democraten<br />

vooral gericht op de kapitalistische decadentie die de uitgaanscultuur in bioscoop en<br />

46 Rapport der regeerings-commissie inzake het dansvraagstuk (Den Haag 1931).<br />

47 SAA. Archief van de Bioscoopcommissie (5337), inv. nr. 5: stukken betreffende de vaststelling van een reglement voor de<br />

commissie (1919). In Rotterdam en Den Haag keurden de burgemeesters de films aanvankelijk niet met behulp van een<br />

commissie, maar in samenwerking met de politie. Het Vaderland 30 maart 1920, ochtendblad.<br />

48 Tjeerd Schiphof, De vrijheid van het toneel. Een studie naar de juridische beperkingen van de vrijheid van het toneel in Nederland en Engeland<br />

in grondwettelijk perspectief (Amsterdam 1994) 131-132.<br />

49 De Groene Amsterdammer 19 augustus 1922; Nieuwe Rotterdamsche Courant (NRC) 6 oktober 1922, ochtendblad.<br />

50 Het Volk 12 mei 1927; De Tijd 16 mei 1927.<br />

51 In Amsterdam was de invloed van de sociaal-democraten op het gemeentelijke cultuurbeleid het grootst. Pots, Cultuur,<br />

235; Van de Laar, Stad van formaat, 382-384.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!