24.09.2013 Views

2009-3 Randstad - Historische Vereniging Holland

2009-3 Randstad - Historische Vereniging Holland

2009-3 Randstad - Historische Vereniging Holland

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Jaco Zuijderduijn<br />

In hetzelfde schuitje<br />

Collectieve publieke schuld als integrerend fenomeen in laat-middeleeuws<br />

<strong>Holland</strong><br />

Vanaf de 13de eeuw werden de graven van <strong>Holland</strong> geconfronteerd met ontluikende steden die uitgroeiden<br />

tot belangrijke machtsfactoren. Deze hadden echter nog geen plaats in het maatschappelijke bestel:<br />

behalve de grafelijke raad waren er nauwelijks bovenlokale verbanden waarmee de landsheer de steden<br />

kon binden, om zo zijn bewind te bestendigen. Vanaf het einde van de 13de eeuw zijn de eerste aanzetten<br />

tot interstedelijke samenwerking zichtbaar in de vorm van het creëren van collectieve publieke<br />

schuld. Dit was niet alleen een kredietinstrument dat de landsheer voorzag van toegang tot kapitaalmarkten,<br />

maar het moet ook gezien worden als een manier om enige structuur te brengen in de <strong>Holland</strong>se<br />

samenleving doordat het de steden met wederzijdse financiële verplichtingen opzadelde. De collectieve<br />

publieke schuld dwong de steden om steeds vaker als bovenlokaal verband te opereren – vooral<br />

wat betreft de organisatie van de renteverkoop, tijdige betalingen en schulddelging. Daarmee vormden<br />

de netwerken die waren gebaseerd op collectieve publieke schuld rudimentaire voorlopers van het publieke<br />

lichaam van de Staten van <strong>Holland</strong>, dat vooral in de 16de eeuw gestalte zou krijgen.<br />

De <strong>Holland</strong>se steden die in de 13de en 14de eeuw stadsrechten verworven, waren trotse, autonome<br />

gemeenschappen. Vooral de grote steden waren op zichzelf gericht; dit particularisme<br />

was eeuwen later, ten tijde van de Republiek, nog altijd het voornaamste kenmerk van<br />

de stedelijke politiek. Sterker nog: de afwezigheid van één dominante stad wordt gezien als<br />

een typerend kenmerk van de noordelijke Nederlanden. Deze patstelling is zichtbaar tot in<br />

de 16de eeuw, toen de bevolkingsgroei van Amsterdam sterk toenam en deze stad langzamerhand<br />

een leidende positie ging innemen. Gouda was de voornaamste afhaker vanwege<br />

een stagnerende bevolkingsontwikkeling. 1 Voordien was geen enkele stad groot genoeg om<br />

het voortouw te nemen en volgens Peter Hoppenbrouwers was het gebrek aan samenwerking<br />

tussen de steden één van de redenen waarom het <strong>Holland</strong>se platteland het lange tijd zo<br />

goed kon blijven doen: terwijl elders in Europa grote steden hun achterland politiek en economisch<br />

onderwierpen, slaagden de dorpelingen in <strong>Holland</strong> er veelal in om dergelijke tendensen<br />

het hoofd te bieden. 2 Het onvermogen om een eenduidig beleid met betrekking tot<br />

het platteland te formuleren werd waarschijnlijk ook in de hand gewerkt doordat de steden<br />

economisch niet complementair waren: de belangen van handelsstad Dordrecht verschilden<br />

met die van het lakenproducerende Leiden en de brouwerssteden Haarlem, Delft en<br />

Gouda.<br />

Soms hadden de steden wel degelijk gemeenschappelijke doelen, zoals het beperken van<br />

vorstelijke belastingen en publieke schuld of het faciliteren van het handelsverkeer. Het verwezenlijken<br />

van deze doelen vereiste de vorming van een blok, vooral tegenover de lands-<br />

1 P.C.M. Hoppenbrouwers ‘Town and country in <strong>Holland</strong>, 1300-1550’ in: S.R. Epstein (red.) Town and country in Europe,<br />

1300-1800 (Cambridge 2001) 54-79, aldaar 57.<br />

2 Hoppenbrouwers, ‘Town and country’; 76-79. Cf. M. ’t Hart, ‘Town and country in the Dutch Republic’ in: S.R. Epstein<br />

(red.) Town and country in Europe, 1300-1800 (Cambridge 2001) 80-105, aldaar 84. Larry Epstein merkte in dit verband ook<br />

op dat de verhoudingen tussen steden en platteland in de noordelijke Nederlanden afweken van de situatie elders in Europa<br />

(S.R. Epstein, ‘Introduction’ in: S.R. Epstein (red.) Town and country in Europe, 1300-1800 (Cambridge 2001) 1-29, aldaar<br />

14).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!