2009-3 Randstad - Historische Vereniging Holland
2009-3 Randstad - Historische Vereniging Holland
2009-3 Randstad - Historische Vereniging Holland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
150 reinout rutte<br />
in de stapsgewijze wording tot stad. Kruisheer ziet de stadsvorming zelfs als ‘autonome,<br />
door een eigen dynamiek gedragen lokale ontwikkeling, die zich achtereenvolgens in alle<br />
delen van het graafschap voordeed’. 5 Van een samenhangend grafelijk beleid was geen sprake,<br />
het ontstaan van steden was een proces ‘van onderop’.<br />
De invloed van deze bundel en andere publicaties van auteurs als Leupen en Kruisheer,<br />
alsmede verwante studies waaronder De oudste bedelordekloosters in het graafschap <strong>Holland</strong> en Zeeland<br />
door Henderikx 6 , is te herkennen in veel studies die sindsdien verschenen over <strong>Holland</strong>se<br />
steden, niet in de laatste plaats de stadsmonografie, waarmee in de afgelopen jaren<br />
een aanzienlijk aantal steden is verblijd, bijvoorbeeld Alkmaar, Amsterdam, Leiden, Gouda,<br />
’s-Gravenhage en Rotterdam. 7 Helaas rijst in die stadsgeschiedenissen niet zelden een weinig<br />
uitgesproken beeld op van de wording van de stad. Een heleboel factoren zouden daarop<br />
invloed hebben gehad, maar vooral de <strong>Holland</strong>se graaf of een andere (lokale) stadsheer<br />
toch niet teveel – alsof de auteurs bang waren om door Kruisheer cum suis op de vingers te<br />
worden getikt. 8 Opmerkelijk genoeg was het Henderikx die recentelijk verklaarde dat de<br />
wording van Haarlem, Leiden, Delft, Vlaardingen en Dordrecht ontegenzeggelijk nauw samenhangt<br />
met de aanwezigheid van een grafelijk centrum in die plaatsen. 9 Volgens hem<br />
hebben deze grafelijke centra de ontwikkeling van de plaatsen tot regionaal marktcentrum<br />
bevorderd. Bovendien neemt hij aan dat het niet toevallig is dat de grafelijke hoven op gunstige<br />
locaties lagen voor handelsverkeer. Veel meer dan naar een autonoom gebeuren per<br />
stad neigt Henderikx hier naar een verklaring van de wording van een groep van steden die<br />
het gevolg is van een samenhangend doch genuanceerd proces, veroorzaakt door bepaalde<br />
factoren en bewuste actoren.<br />
Ook in een aantal andere belangrijke publicaties uit de laatste jaren is meer nadruk gelegd<br />
op samenhangende processen die van invloed zouden zijn geweest op de wording van meerdere<br />
steden, zoals de grote ontginningen van de <strong>Holland</strong>se veengebieden, structurele economische<br />
veranderingen en toe- of afnemende handelsstromen. Hoppenbrouwers schetst<br />
in zijn bijdrage aan de Geschiedenis van <strong>Holland</strong> tot 1572 een beeld van een leeg waterland dat<br />
in de loop van de 12de-14de eeuw verandert in een cultuurlandschap vol steden, waarbij hij<br />
grote economische transformatieprocessen als verklarende factor door zijn betoog weeft. 10<br />
5 Kruisheer, ‘Stadsrechtbeoorkonding’, 51.<br />
6 P.A. Henderikx, De oudste bedelordekloosters in het graafschap <strong>Holland</strong> en Zeeland. Het ontstaan van bedelordekloosters voor ca. 1310<br />
te Dordrecht, Middelburg, Zierikzee en Haarlem, alsmede enige aspecten van de plaats van deze kloosters in het stedelijk leven en daarbuiten<br />
gedurende de middeleeuwen. <strong>Holland</strong>se Studiën 10 (Dordrecht 1977). Zie verder bijvoorbeeld: J. Kruisheer, Het ontstaan van<br />
de stadsrechtoorkonden van Haarlem, Delft en Alkmaar.Verhandelingen der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen,<br />
Afdeling Letterkunde, Nieuwe Reeks, Deel 130 (Amsterdam/Oxford/New York 1985); P.H.D. Leupen, ‘De rol<br />
van de graaf bij de opkomst van de <strong>Holland</strong>se en Zeeuwse stad in de 13de eeuw’ in: P. Bange en P.M.J.C. de Kort (red.),<br />
Die fonteyn der ewiger wijsheit. Opstellen aangeboden aan prof. dr. A.G. Weiler ter gelegenheid van zijn 25-jarig jubileum als hoogleraar<br />
in de Algemene en Vaderlandse Geschiedenis van de Middeleeuwen aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (Nijmegen 1989) 99-107.<br />
7 A. van der Schoor, Stad in aanwas: geschiedenis van Rotterdam tot 1813 (Zwolle 1999); P.H.A.M. Abels e.a. (red.), Duizend jaar<br />
Gouda. Een stadsgeschiedenis (Hilversum 2002); R.C.J. van Maanen en J. Marsilje (red.), Leiden. De geschiedenis van een <strong>Holland</strong>se<br />
stad. Deel 1: Leiden tot 1574 (Leiden 2002); J.G. Smit en E. Beukers, Den Haag: geschiedenis van de stad. Deel 1: Vroegste tijd tot<br />
1574 (Zwolle 2004); M. Carasso-Kok (red.), Geschiedenis van Amsterdam. Deel I: tot 1578. Een stad uit het niets (Amsterdam<br />
2004); D. Aten e.a. (red.), De geschiedenis van Alkmaar (Zwolle 2007).<br />
8 Zie voor een bespreking van de stadsmonografieën: R. Rutte, ‘<strong>Historische</strong> atlassen, stadsmonografieën en het onderzoek<br />
naar de ruimtelijke transformatie van Nederlandse steden’, Over<strong>Holland</strong> 8 (<strong>2009</strong>) ter perse.<br />
9 P. Henderikx, ‘Graaf en stad in <strong>Holland</strong> en Zeeland in de twaalfde en vroege dertiende eeuw’ in: R. Rutte en H. van Engen<br />
(red.), Stadswording in de Nederlanden. Op zoek naar overzicht (Hilversum 2005) 47-62.<br />
10 P.C.M. Hoppenbrouwers, ‘Van waterland tot stedenland. De <strong>Holland</strong>se economie ca. 975-1570’ in: T. de Nijs en E. Beukers<br />
(red.), Geschiedenis van <strong>Holland</strong>. Deel I: tot 1572 (Hilversum 2002) 103-148.