24.09.2013 Views

2009-3 Randstad - Historische Vereniging Holland

2009-3 Randstad - Historische Vereniging Holland

2009-3 Randstad - Historische Vereniging Holland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

144 jaco zuijderduijn<br />

Wanneer de steden met de landsheer overeengekomen waren zelf de renten te verkopen,<br />

konden zij daar vervolgens werk van maken. In 1345 verkochten de steden onder meer lijf -<br />

renten in Brussel, wat natuurlijk ook weer een hele organisatie vereiste: stedelijke vertegenwoordigers<br />

werden erop uitgestuurd om te zien of er voldoende vraag was, indien dit<br />

het geval was konden er rentecontracten opgesteld worden, en vervolgens moest de koopsom<br />

nog eens naar de uiteindelijke bestemming – de grafelijke schatkist – worden vervoerd.<br />

Dit was al met al een tijdrovende procedure die regelmatig interstedelijk overleg vereiste.<br />

47<br />

Of het nu ging om een bruidsschat, lijftocht, andere kortlopende schuld of om renten, de<br />

steden waren verantwoordelijk voor de betaling. Aanvankelijk regelden landsheerlijke rentmeesters<br />

vaak de betalingen en hoefden de steden pas op te treden zodra er sprake was van<br />

wanbetalingen. Maar vanaf het begin van de 15de eeuw begonnen steden zelf renten uit te<br />

betalen, die zij vaak beurden uit een grafelijke inkomstenbron die daartoe tot hun beschikking<br />

was gesteld. Bruidsschatten en kortlopende schulden konden binnen een paar jaar afgelost<br />

zijn, maar lijftochten en lijfrenten dienden uitbetaald te worden tot de begunstigde<br />

overleed; zo kwam het dat de lijftocht van Johanna van Brabant, die voor het eerst werd uitgekeerd<br />

in 1345, tot haar overlijden in 1406 moest worden uitgekeerd. Dankzij betalingsachterstanden<br />

verdween de lijftocht pas in 1413 van de politieke agenda. 48 Doordat lijfrenten<br />

meestal op het leven van kleine kinderen werden gevestigd – om de kans om minstens quitte<br />

te spelen te vergroten – werd een deel van de lijfrenten die in 1345 waren verkocht eveneens<br />

in de 15de eeuw nog uitbetaald. 49 Losrentebetalingen konden zelfs eeuwenlang doorgaan:<br />

deze waren overerfbaar en werden uitbetaald tot de debiteur ze afloste door de<br />

hoofdsom terug te betalen. Deze langlopende financiële verplichtingen leidden bij tijd en<br />

wijle tot betalingsproblemen en represailles – en tot koortsachtig overleg tussen stedelijke<br />

vertegenwoordigers. 50 Belangrijker nog is het gegeven dat de meeste steden vanaf 1345 constant<br />

aan één of meerdere van deze verplichtingen vastzaten; kortom, er was altijd sprake<br />

van bovenlokale, interstedelijke verbanden.<br />

Economie<br />

Door het langdurige karakter van vooral de renteverplichtingen ontstonden er bovenlokale,<br />

obligatoire verbanden tussen steden die vaak decennialang aanhielden. Vooral de renteverkoop<br />

vereiste overleg, met de landsheer en tussen de steden onderling. Zodra de renten verkocht<br />

waren, zouden de steden in theorie weinig omkijken meer hebben naar de collectieve<br />

publieke schuld. De praktijk toont echter een heel ander beeld: de steden slaagden er vaak<br />

niet in om hun verplichtingen te voldoen, waarop renteniers naar hun ‘represaillerecht’ grepen.<br />

De obstructie van handelsstromen leidde tot economische crises, die alleen met behulp<br />

van diplomatie konden worden opgelost.<br />

De oorzaak van betalingsproblemen was vaak een combinatie van factoren: oorlogen,<br />

handelsblokkades en een ongunstige conjunctuur drukten de landsheerlijke en stedelijke<br />

47 Cf. een uitgewerkt voorbeeld van een renteverkoop door Leiden: Zuijderduijn, Medieval capital markets, 112-113.<br />

48 Bos-Rops, ‘De <strong>Holland</strong>se douarie’.<br />

49 J.A.M.Y. Bos-Rops, Graven op zoek naar geld. De inkomsten van de graven van <strong>Holland</strong> en Zeeland 1389-1433 (Hilversum 1993) 93.<br />

50 Johanna’s lijftocht leidde tot dagvaarten in 1351, 1389, 1391, 1399 en vooral in 1403 en 1404 (Bos-Rops, ‘De <strong>Holland</strong>se<br />

douarie’, 84-87).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!