29.09.2013 Views

TNO-rapport - Vereniging van Nederlandse Gemeenten

TNO-rapport - Vereniging van Nederlandse Gemeenten

TNO-rapport - Vereniging van Nederlandse Gemeenten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>TNO</strong>-<strong>rapport</strong> | KvL/P&Z 2007.025 | Juli 2007 21 / 65<br />

Dit deel<strong>rapport</strong> is gericht op de volgende vraagstellingen:<br />

1 Welke signaleringsinstrumenten 5 en verwijsprotocollen voor het opsporen <strong>van</strong> 1- tot<br />

6-jarigen met taalachterstanden en spraakstoornissen in Nederland zijn er? Wat zijn<br />

de risicofactoren voor taalachterstand?<br />

2 Wat is bekend over de testeigenschappen <strong>van</strong> deze instrumenten? En bij gebrek aan<br />

onderzoek: wat zijn de verwachtingen <strong>van</strong> experts hier<strong>van</strong>?<br />

3 Wat is de uitvoerbaarheid <strong>van</strong> elk <strong>van</strong> de instrumenten volgens de literatuur (en evt.<br />

volgens inschatting <strong>van</strong> JGZ-artsen of uit een pilot-onderzoek)?<br />

4 Welke discipline moet deze test uitvoeren, hoeveel tijd is ermee gemoeid en wat<br />

zijn de kosten in de JGZ, bij andere uitvoerenden en in het natraject (diagnostiek en<br />

behandeling)? Wat is bekend over de effectiviteit (behaalde gezondheidswinst) <strong>van</strong><br />

het gehele traject <strong>van</strong> screening, diagnostiek en behandeling?<br />

5 Wat is bekend over de effectiviteit <strong>van</strong> logopedische interventies bij kinderen met<br />

een taalachterstand en kinderen met een spraakstoornis?<br />

6 Welke taal- en spraakscreeningsinstrumenten worden geselecteerd op basis <strong>van</strong> de<br />

antwoorden <strong>van</strong> vraag 1-4 als meest geschikt voor landelijke implementatie? Als<br />

blijkt dat er op basis <strong>van</strong> bestaande (kennis over) screeningsinstrumenten geen<br />

keuze gemaakt kan worden, zullen de meest veelbelovende screeningsinstrumenten<br />

geselecteerd worden voor een vervolgonderzoek.<br />

7 Is er voldoende wetenschappelijke onderbouwing beschikbaar voor het ontwikkelen<br />

<strong>van</strong> een richtlijn door de beroepsgroepen voor uniforme, effectieve<br />

spraaktaalscreening voor kinderen <strong>van</strong> 1 tot 6 jaar?<br />

Het tweede deel<strong>rapport</strong> gaat over de huidige uitvoering <strong>van</strong> het verwijzen naar VVE, en<br />

de relatie tussen de in dit deel<strong>rapport</strong> behandelde spraaktaalscreening door de JGZ en<br />

het vaststellen <strong>van</strong> taalachterstand in het Nederlands door onvoldoende taalaanbod.<br />

Het onderwerp dyslexie was ook onderdeel <strong>van</strong> het oorspronkelijke project. VWS heeft<br />

verzocht dit onderdeel te laten vervallen, omdat de benodigde <strong>rapport</strong>ages <strong>van</strong> andere<br />

onderzoeken daarover vertraagd worden opgeleverd.<br />

Indeling<br />

Hieronder volgt in hoofdstuk 3 de methoden. Hoofdstuk 4 gaat over de effectiviteit <strong>van</strong><br />

spraaktaalscreeningsprogramma’s. In hoofdstuk 5 staat een beschrijving <strong>van</strong> gevonden<br />

signalerings- en screeningsinstrumenten, en wat er bekend is over de testeigenschappen<br />

en uitvoerbaarheid <strong>van</strong> deze instrumenten. In hoofdstuk 6 volgt een beschrijving <strong>van</strong> de<br />

manier waarop de JGZ op dit moment vorm geeft aan de spraaktaalscreening, bij jonge<br />

kinderen (0-4 jaar) en kleuters (5 jaar), inclusief welke screeningsinstrumenten ingezet<br />

worden. Tot slot volgen de conclusies en aanbevelingen in hoofdstuk 7.<br />

5 Hierbij zijn 2 typen instrumenten te onderscheiden: 1. Instrumenten voor ééntrapsscreening, waarbij<br />

na het vinden <strong>van</strong> een “niet-pluis” resultaat het kind direct wordt verwezen voor diagnostiek; 2.<br />

Combinaties <strong>van</strong> instrumenten die ingezet kunnen worden in een tweetrapsscreening, waarbij na een<br />

eerste grove “pluis/niet-pluis”-screening een deel <strong>van</strong> de kinderen met een “niet-pluis”-resultaat niet<br />

direct wordt verwezen voor diagnostiek, maar met een tweede instrument wordt onderzocht op een<br />

extra contactmoment of op het volgende consult.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!