TNO-rapport - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
TNO-rapport - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
TNO-rapport - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>TNO</strong>-<strong>rapport</strong> | KvL/P&Z 2007.025 | Juli 2007 57 / 65<br />
<strong>van</strong> spraak- of taalstoornissen daarom als gemeentelijke taak op het gebied <strong>van</strong><br />
opsporing en preventie door de JGZ vastgelegd.<br />
Aanvullend dient opgemerkt te worden dat het voorkómen <strong>van</strong> taalachterstanden beter<br />
is dan vroegtijdige opsporing er<strong>van</strong>. Hiertoe zijn in de JGZ dan ook initiatieven<br />
ontwikkeld, zoals taalstimuleringsprogramma’s voor 0- tot 2-jarigen. De gemeente is<br />
opdrachtgever hiervoor. In het tweede deel<strong>rapport</strong> <strong>van</strong> dit project wordt ge<strong>rapport</strong>eerd<br />
wat er bekend is over de effectiviteit hier<strong>van</strong> (Van der Ploeg et al, 2007). Verder zou<br />
overwogen kunnen worden kinderen die een lage blootstelling (hoeveelheid en<br />
kwaliteit) <strong>van</strong> het Nederlands hebben naar een peuterspeelzaal of voorschool te laten<br />
gaan, waar Nederlands <strong>van</strong> goede kwaliteit wordt gesproken en het kind gestimuleerd<br />
wordt (zie tweede deel<strong>rapport</strong>).<br />
5. Wat is bekend over de effectiviteit <strong>van</strong> logopedische interventies bij kinderen met een<br />
taalachterstand en kinderen met een spraakstoornis?<br />
Niet alle problemen die een taalachterstand veroorzaken zijn effectief te behandelen. De<br />
via de spraaktaalscreening op te sporen kinderen zouden de kinderen moeten zijn met<br />
problemen waarvoor effectieve interventies beschikbaar zijn, die bovendien extra<br />
gezondheidswinst geven als deze op jongere leeftijd dan gebruikelijk (dus zonder<br />
screening) kunnen worden ingezet. De wetenschappelijke vakliteratuur beschrijft<br />
interventies om fonologische stoornissen, expressieve en/of receptieve taalstoornissen te<br />
verbeteren. Uit een meta-analyse kwamen goede aanwijzingen dat interventies gericht<br />
op een deel <strong>van</strong> de groep kinderen met een specifieke spraaktaalstoornis effectief is,<br />
namelijk therapie gericht op kinderen met expressieve moeilijkheden op het vlak <strong>van</strong> de<br />
fonologie en woordenschat. Het gaat hierbij echter vooral om effectiviteit op korte<br />
termijn. Effectiviteit op de langere termijn is onbekend door gebrek aan onderzoek<br />
hiernaar.<br />
6. Welke taal- en spraakscreeningsinstrumenten worden geselecteerd op basis <strong>van</strong> de<br />
antwoorden <strong>van</strong> vraag 1-4 als meest geschikt voor landelijke implementatie? Als blijkt<br />
dat er op basis <strong>van</strong> bestaande (kennis over) screeningsinstrumenten geen keuze<br />
gemaakt kan worden, zullen de meest veelbelovende screeningsinstrumenten<br />
geselecteerd worden voor een vervolgonderzoek.<br />
De testeigenschappen sensitiviteit en specificiteit zijn uitsluitend beschikbaar voor het<br />
VTO taal 2-jarigen instrument. Bij dit instrument is gekozen voor een hoge specificiteit,<br />
ten koste <strong>van</strong> een erg lage sensitiviteit. Van de overige instrumenten zijn geen of geen<br />
overtuigende gegevens over de sensitiviteit en specificiteit aanwezig. Inhoudelijk zijn<br />
alle beoordeelde screeningsinstrumenten, behalve de tweetalige Lexiconlijsten,<br />
ontwikkeld met hetzelfde doel, namelijk taalachterstand (door een ontwikkelingsstoornis<br />
of door onvoldoende blootstelling) bij kinderen met Nederlands als eerste taal<br />
op sporen. Het is dus niet mogelijk om een screeningsinstrument voor landelijke<br />
implementatie te kiezen op basis <strong>van</strong> sensitiviteit en specificiteit of doel <strong>van</strong> de<br />
instrumenten. Op basis <strong>van</strong> uitvoerbaarheid komt een aantal instrumenten in<br />
aanmerking, nl. het Van Wiechenonderzoek, de SNEL, het VTO-taal 2-jarigen, de<br />
Lexilijst Nederlands en de Lexilijst Begrip voor Nederlandstalige kinderen (zie vraag<br />
3).<br />
De tweetalige Lexiconlijsten zijn de enige instrumenten die werden ontwikkeld en<br />
genormeerd voor meertalige kinderen met een eerste taal anders dan het Nederlands (nl.<br />
Turks, Tarifit-Berbers, Marokkaans-Arabisch). Uitgebreider onderzoek naar de<br />
normering er<strong>van</strong> en vervolgens de testeigenschappen is echter nodig. Voor kinderen