TNO-rapport - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
TNO-rapport - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
TNO-rapport - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>TNO</strong>-<strong>rapport</strong> | KvL/P&Z 2007.025 | Juli 2007 54 / 65<br />
bepaalde taal. Echter, als de blootstellingsachterstand een tweede taal betreft zijn er<br />
geen aanwijzingen dat dit een risicofactor voor een specifieke of niet-specifieke<br />
taalontwikkelingsstoornis zou zijn: normaal gesproken is er geen probleem met het<br />
aanleren <strong>van</strong> een tweede taal.<br />
Het gebruik <strong>van</strong> risicofactoren voor selectieve screening op taalachterstand in de eerste<br />
taal (het screenen <strong>van</strong> alleen de kinderen met één of meer risicofactoren) is niet<br />
geëvalueerd. Voor zover ons bekend is er geen lijst <strong>van</strong> specifieke risicofactoren<br />
ontwikkeld die werkers in de eerste lijns gezondheidszorg kan helpen met deze<br />
voorselectie.<br />
2. Wat is bekend over de testeigenschappen <strong>van</strong> deze instrumenten? En bij gebrek aan<br />
onderzoek: wat zijn de verwachtingen <strong>van</strong> experts hier<strong>van</strong>?<br />
Een beschrijving <strong>van</strong> de testeigenschappen <strong>van</strong> de verschillende instrumenten staat in<br />
paragraaf 5.2 en in bijlage C. Van de psychometrische eigenschappen zijn vooral de<br />
sensitiviteit en specificiteit <strong>van</strong> belang. Deze zijn nodig om te kunnen schatten hoeveel<br />
kinderen voor vervolgonderzoek in aanmerking komen en hoeveel kinderen met een<br />
taalachterstand gemist zullen worden bij de screening. Op basis <strong>van</strong> de bevindingen in<br />
paragraaf 5.2 en bijlage C hebben we de volgende conclusies getrokken. Algemeen<br />
geldt dat de psychometrische eigenschappen <strong>van</strong> de verschillende testen niet<br />
rechtstreeks met elkaar vergelijkbaar zijn doordat er verschillende onderzoeksmethodieken<br />
werden gehanteerd om tot de resultaten te komen. Verder concluderen we:<br />
• Voor het VTO taal 2-jarigen instrument wordt een sensitiviteit <strong>van</strong> 24-52%<br />
ge<strong>rapport</strong>eerd, afhankelijk <strong>van</strong> de gekozen definitie voor taalachterstand. D.w.z. dat<br />
de helft tot driekwart <strong>van</strong> de kinderen met een taalachterstand gemist wordt. De<br />
bijbehorende specificiteit is 97-98%.<br />
• De eigenschappen <strong>van</strong> de Lexilijst Nederlands, Lexiconlijsten Turks-Nederlands,<br />
Tarifit-Berbers-Nederlands en Marokkaans-Arabisch-Nederlands, de Lexilijst<br />
Begrip, en de SNEL zijn niet overtuigend of slechts deels vastgesteld. Bij geen <strong>van</strong><br />
deze instrumenten zijn sensitiviteit en specificiteit ge<strong>rapport</strong>eerd.<br />
• De eigenschappen <strong>van</strong> de N-CDIs Lijsten voor Communicatieve Ontwikkeling<br />
Korte vormen, de NRT, en het Van Wiechenonderzoek zijn onbekend.<br />
In de deskundigencommissie zijn de instrumenten niet systematisch besproken. De<br />
leden die vertrouwd zijn met het beoordelen <strong>van</strong> testeigenschappen hebben in de meeste<br />
gevallen zelf één of meer <strong>van</strong> de genoemde instrumenten ontwikkeld. Zij hebben hoge<br />
verwachtingen over de eigen instrumenten.<br />
3. Wat is de uitvoerbaarheid <strong>van</strong> elk <strong>van</strong> de instrumenten volgens de literatuur (en evt.<br />
volgens inschatting <strong>van</strong> JGZ-artsen of uit een pilot-onderzoek)?<br />
Een beschrijving <strong>van</strong> de uitvoerbaarheid <strong>van</strong> de verschillende instrumenten staat in<br />
paragraaf 5.2 en in bijlage C. Op basis hier<strong>van</strong> hebben we de volgende conclusies<br />
getrokken:<br />
• Zowel de GMS, Lexilijsten Nederlands en Begrip, de SNEL, het VTO taal 2-jarigen<br />
instrument, en het Van Wiechenonderzoek komen op grond <strong>van</strong> het doel, de<br />
doelgroep, en de uitvoerbaarheid in aanmerking voor gebruik door de JGZprofessionals<br />
als instrument voor de algemene populatie Nederlandstalige 2- tot 3jarigen.<br />
• GMS, Van Wiechenonderzoek en SNEL komen daarnaast ook in aanmerking voor<br />
jongere en oudere kinderen. Voordeel <strong>van</strong> het Van Wiechenonderzoek is dat het<br />
deel uitmaakt <strong>van</strong> het Basistakenpakket en dus al op grote schaal wordt gebruikt.