TNO-rapport - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
TNO-rapport - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
TNO-rapport - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>TNO</strong>-<strong>rapport</strong> | KvL/P&Z 2007.025 | Juli 2007 52 / 65<br />
Sinds 2005 kunnen er nieuwe instrumenten voor kleuters zijn ontwikkeld die in dit<br />
onderzoek naar wetenschappelijk onderbouwing moeten worden meegenomen. Daarom<br />
hebben we in december 2006 een mail gestuurd aan alle 37 GGDen. Hierin werd<br />
gevraagd of er sinds het vorige onderzoek nog andere instrumenten ontwikkeld en in<br />
gebruik genomen zijn voor de screening op taalachterstanden of spraakstoornissen bij<br />
kleuters. 25 (68%) <strong>van</strong> deze organisaties hebben gereageerd op de mail. Met deze<br />
mailing zijn geen nieuwe instrumenten voor kleuters ontdekt die in het onderzoek<br />
moeten worden meegenomen. Er zijn wel varianten op bestaande instrumenten<br />
ontwikkeld om de kleuters te screenen. Dit was ook al duidelijk geworden uit het<br />
eerdere onderzoek. De alternatieve methoden zijn echter niet gevalideerd of<br />
gepubliceerd.<br />
Uit de inventarisatie is verder duidelijk geworden dat er een grote variatie in de<br />
uitvoering <strong>van</strong> de screening op taalachterstand en spraakstoornissen bij kleuters bestaat,<br />
en dat er veel werk wordt verricht door de GGDen om een zo goed mogelijke<br />
werkwijze te ontwikkelen.<br />
Conclusie<br />
Uit de inventarisatie <strong>van</strong> de huidige werkwijze bij de JGZ 0-4-jarigen en 5-6-jarigen<br />
komt naar voren dat er op lokaal niveau zeer veel verschillende protocollen en<br />
werkwijzes in gebruik zijn, met een variatie aan (combinaties <strong>van</strong>) instrumenten.<br />
6.3 Huidige werkwijze in Vlaanderen 7<br />
In Vlaanderen verzorgt Kind en Gezin de JGZ voor kinderen <strong>van</strong> 0 tot 3 jaar. De<br />
taalontwikkeling wordt vastgesteld door op vaste leeftijden het Van Wiechenschema te<br />
hanteren bij Kind en Gezin. Op enkele consultatiebureaus, maar zeker niet in heel<br />
Vlaanderen, worden de N-CDI-lijsten of de verkorte vormen er<strong>van</strong> gebruikt.<br />
Een arts <strong>van</strong> Kind en Gezin geeft aan dat men op termijn graag iets wil hebben om beter<br />
aan taalscreening te doen. Het Van Wiechenonderzoek leert hen dat dit niet voldoende<br />
is, maar de N-CDI lijsten (lange vormen) zijn veel te uitgebreid. De verkorte vormen<br />
heeft deze arts nog niet gezien.<br />
Vanaf 2½ jaar gaan de kinderen in Vlaanderen naar school. Voor informatie, hulp en<br />
begeleiding <strong>van</strong> leerlingen met betrekking tot o.a. de preventieve gezondheidszorg zijn<br />
in Vlaanderen Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB) opgericht. Leerlingen, ouders,<br />
leerkrachten en schooldirecties kunnen een beroep doen op deze organisaties. Er is een<br />
koepelorganisatie voor de 44 vrije centra voor leerlingenbegeleiding (VCLB), die het<br />
katholiek onderwijs vertegenwoordigen. In dit onderwijs zit ongeveer 3/4 <strong>van</strong> de<br />
leerlingen. Een medewerker <strong>van</strong> het VCLB heeft gereageerd op onze vraag naar<br />
screening op taalachterstand en spraakproblemen bij schoolgaande kinderen. Zij meldt<br />
dat er <strong>van</strong>uit de koepel geen richtlijnen bestaan voor deze screening. Ze denkt wel dat<br />
veel centra eigen instrumenten gebruiken, voornamelijk om articulatie te screenen. Een<br />
aantal centra en scholen hebben een samenwerkingsverband met logopedisten. Verder is<br />
er regionaal een grote diversiteit in terugbetalingsmodaliteiten door de ziekenfondsen,<br />
waar de centra ook rekening mee houden bij het opsporen en verwijzen.<br />
Uit dit antwoord blijkt wel dat er in Vlaanderen weinig standaardisering op het gebied<br />
<strong>van</strong> het vroegtijdige opsporen <strong>van</strong> taalachterstand en spraakstoornissen is.<br />
7 De auteurs danken Inge Zink en Karel Hoppenbrouwers (beide KU Leuven) voor deze informatie.