TNO-rapport - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
TNO-rapport - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
TNO-rapport - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>TNO</strong>-<strong>rapport</strong> | KvL/P&Z 2007.025 | Juli 2007 42 / 65<br />
Er zijn vijf instrumenten gebaseerd op woordenlijsten: de Lexilijst Nederlands, de<br />
Lexiconlijsten Turks-Nederlands, Tarifit-Berbers-Nederlands en Marokkaans-Arabisch-<br />
Nederlands en de N-CDIs korte vormen.<br />
Lexi(con)lijsten. De Lexilijst Nederlands en de Lexiconlijsten Turks-Nederlands,<br />
Tarifit-Berbers-Nederlands en Marokkaans-Arabisch-Nederlands zijn gebaseerd op een<br />
lijst met woordjes en zinnetjes waarbij de ouders moeten aankruisen welke woordjes en<br />
zinnetjes hun kind zegt. De eerste is gericht op de vroege taalontwikkeling in het<br />
Nederlands. Hij is gebaseerd op een Amerikaanse lijst. Internationaal wordt op grote<br />
schaal met dit type oudervragenlijsten gewerkt. De laatste drie lijsten zijn gebaseerd op<br />
de Lexilijst Nederlands en bedoeld voor anderstalige peuters met Nederlands als tweede<br />
taal. Alle zijn dus gericht op taalproductie. De Lexilijst Begrip meet het taalbegrip<br />
doordat ouders moeten aankruisen welke woordjes en zinnetjes hun kind begrijpt. Bij<br />
alle Lexi(con)lijsten vullen ouders thuis de lijst in. Het door middel <strong>van</strong> een normtabel<br />
omzetten <strong>van</strong> ruwe scores in standaardscores kost de JGZ-professional ongeveer 1<br />
minuut. We schatten dat de JGZ-medewerker in totaal 2-3 minuten bezig is met deze<br />
lijsten. De lijsten voor anderstalige kinderen hebben als nadeel de matige respons <strong>van</strong><br />
ouders; onderzoek wees uit dat 54% <strong>van</strong> de vragenlijsten wordt ingevuld. Alle<br />
Lexi(con)lijsten zijn onhandig in gebruik bij analfabetische ouders.<br />
N-CDI. De N-CDIs korte vormen gaan ook uit <strong>van</strong> lijsten met woorden die in de taal<br />
<strong>van</strong> jonge kinderen voorkomen waarna ouders het aantal aangekruiste items tellen. De<br />
N-CDIs meten het communicatieniveau (begrip en productie) <strong>van</strong> kinderen <strong>van</strong> 16-30<br />
maanden oud. Bij de groep <strong>van</strong> 30-37 maanden oud meet het instrument de<br />
woordenschatproductie, grammatica, taalbegrip en de taalproductie algemeen. Het is<br />
een <strong>van</strong> oorsprong Amerikaanse lijst die werd aangepast voor de Vlaamse situatie. De<br />
lijst bevat hierdoor echter woorden die niet in Nederland door jonge kinderen gezegd<br />
worden. Een voordeel is dat een eerste screening met de N-CDI korte vormen kan plaats<br />
vinden, waarna de uitgebreidere N-CDI lange vormen gebruikt kunnen worden om een<br />
afwijkend resultaat te bevestigen.<br />
Andere instrumenten<br />
NRT. De Nonsenswoord repetitietaak is bedoeld voor het beoordelen <strong>van</strong><br />
communicatievoorwaarden en <strong>van</strong> de eerste verbale en non-verbale communicatie bij<br />
kinderen <strong>van</strong>af 3 jaar. Het kind wordt gevraagd nonsenswoorden na te zeggen. Het is<br />
hierdoor bijzonder geschikt voor kinderen die meertalig worden opgevoed. Uitvoering<br />
dient te geschieden door een logopedist. Daarom is deze lijst minder geschikt voor de<br />
JGZ, waar deze expertise niet altijd aanwezig is (zie hoofdstuk 6), afnameduur is vrij<br />
lang (10 minuten). Kortom, hoewel dit instrument voor zowel <strong>Nederlandse</strong> ééntalige als<br />
ook voor meertalige kinderen is bedoeld, lijkt het niet geschikt als screeningsinstrument<br />
voor de JGZ. Misschien is hij inzetbaar in een tweede fase <strong>van</strong> de screening<br />
(bijvoorbeeld na voorselectie <strong>van</strong> een risicopopulatie), mits logopedie aanwezig is.<br />
LSI, PPVT-III-NL, Taalstandaard. Er zijn drie instrumenten beoordeeld waar<strong>van</strong> de<br />
afnameduur meer dan 10 minuten is (LSI, Peabody Picture Vocabulary Test-III-NL,<br />
Taalstandaard). Voor alle drie is een logopedisch deskundigheidsniveau vereist.<br />
Hierdoor zijn ze alleen geschikt als eerste stap in een screeningsproces in de JGZ als er<br />
voor elk kind een logopedist beschikbaar is in de JGZ. Dit is nu niet het geval (zie<br />
hoofdstuk 6). We hebben besloten deze instrumenten wel mee te nemen in de<br />
beoordeling. Overigens zouden ook de Reynell Test voor Taalbegrip en de Schlichting<br />
Test voor Taalproductie (de testen die meestal als gouden standaard gebruikt worden)