TNO-rapport - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
TNO-rapport - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
TNO-rapport - Vereniging van Nederlandse Gemeenten
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>TNO</strong>-<strong>rapport</strong> | KvL/P&Z 2007.025 | Juli 2007 37 / 65<br />
5 Signaleren: risicofactoren voor taalachterstand in de<br />
eerste taal en overzicht <strong>van</strong> signaleringsinstrumenten<br />
5.1 Risicofactoren voor taalachterstand in de eerste taal<br />
Nelson et al (2006) hebben in een systematische review <strong>van</strong> de Engelstalige literatuur<br />
over screening op spraak- en taalachterstand bij kleuters onderzocht of identificatie <strong>van</strong><br />
risicofactoren de screening kan verbeteren. Het gebruik <strong>van</strong> risicofactoren om te<br />
selecteren welke groep kinderen gescreend zouden moeten worden is niet geëvalueerd,<br />
en er is geen lijst <strong>van</strong> specifieke risicofactoren ontwikkeld die werkers in de eerste lijns<br />
gezondheidszorg kan helpen met deze voorselectie. De meest consistent ge<strong>rapport</strong>eerde<br />
risicofactoren zijn spraak- en taalachterstand in de familie, mannelijk geslacht en<br />
perinatale risicofactoren. Andere risicofactoren die minder vaak ge<strong>rapport</strong>eerd worden<br />
zijn lage opleiding <strong>van</strong> de moeder en vader, kinderziekten, laat in de kinderrij <strong>van</strong> een<br />
gezin en gezinsgrootte.<br />
Studies naar kinderen met een diagnose waar<strong>van</strong> bekend is dat deze spraak- en<br />
taalachterstand in de eerste taal kan geven zijn niet onderzocht door Nelson et al (2006).<br />
Als voorbeeld noemen zij autisme, mentale retardatie, fragiel X syndroom,<br />
gehoorverlies, degeneratieve en andere neurologische stoornissen. Dit zijn ook<br />
risicofactoren.<br />
Onvoldoende blootstelling aan een bepaalde taal geeft uiteraard een achterstand in die<br />
taal ten opzichte <strong>van</strong> andere kinderen die wel aan die taal worden blootgesteld<br />
(blootstellingsachterstand, zie definitie in paragraaf 1.2). Als het een tweede taal betreft<br />
er zijn geen aanwijzingen dat dit een risicofactor voor een specifieke of niet-specifieke<br />
taalontwikkelingsstoornis zou zijn: normaal gesproken is er geen probleem met het<br />
aanleren <strong>van</strong> een tweede taal. Als echter een kind onvoldoende aan zijn/haar eerste taal<br />
wordt blootgesteld, is dit een risicofactor.<br />
5.2 Signaleringsinstrumenten voor het opsporen <strong>van</strong> kinderen met een taalachterstand<br />
Bijlage C geeft een overzicht <strong>van</strong> signaleringsinstrumenten die beschikbaar zijn voor<br />
het opsporen <strong>van</strong> kinderen met een taalachterstand. Er wordt een onderverdeling<br />
gemaakt naar instrumenten met een afname duur <strong>van</strong> 10 minuten of minder (deel A) en<br />
instrumenten met een afname duur <strong>van</strong> > 10 minuten (deel B). De reden hiervoor is dat<br />
we op zoek zijn naar een instrument dat geschikt is als screeningsinstrument in de JGZ.<br />
Instrumenten in onderdeel B komen mogelijk door hun langere afnameduur alleen in<br />
aanmerking als tweede fase in het screeningstraject, bijvoorbeeld na voorselectie <strong>van</strong><br />
een risicopopulatie met een instrument uit deel A <strong>van</strong> bijlage C. Hiervoor zou dan een<br />
onderzoek op indicatie moeten worden verricht.<br />
Deel A <strong>van</strong> bijlage C (