29.09.2013 Views

TNO-rapport - Vereniging van Nederlandse Gemeenten

TNO-rapport - Vereniging van Nederlandse Gemeenten

TNO-rapport - Vereniging van Nederlandse Gemeenten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>TNO</strong>-<strong>rapport</strong> | KvL/P&Z 2007.025 | Juli 2007 40 / 65<br />

12 Effectiviteit: Hier geven we aan of er onderzoek naar de effectiviteit is gedaan,<br />

welke uitkomstmaten werden gehanteerd en wat de resultaten waren. De<br />

effectiviteit staat bij een instrument als er met dit instrument effectiviteitsonderzoek<br />

is gedaan, maar feitelijk betreft het de effectiviteit <strong>van</strong> screening met dit instrument<br />

in combinatie met de organisatie en invulling <strong>van</strong> het natraject (verwijzing,<br />

diagnostiek en behandeling). De effectiviteit bepaalt in hoeverre er<br />

gezondheidswinst geboekt wordt door het gehele screeningsprogramma. Zie ook<br />

paragraaf 1.3.<br />

13 Conclusie: Aan de hand <strong>van</strong> bovenstaande aspecten trekken we een conclusie of het<br />

geschikt is als screeningsinstrument. Hierbij zijn vooral uitvoerbaarheid,<br />

sensitiviteit en specificiteit belangrijk.<br />

14 Referenties: Lijst <strong>van</strong> door ons gehanteerde referenties. Bevat zowel peer-reviewed<br />

werk als werk afkomstig uit het grijze circuit.<br />

In onderstaande paragrafen beschrijven we de instrumenten op basis <strong>van</strong><br />

uitvoerbaarheid en psychometrische eigenschappen voor zoverre deze bekend zijn. De<br />

ge<strong>rapport</strong>eerde effectiviteit <strong>van</strong> het screeningsproces waarbij het betreffende instrument<br />

werd gebruikt behoort niet tot de testeigenschappen en is in hoofdstuk 4 beschreven.<br />

5.2.1 Doel <strong>van</strong> de instrumenten<br />

Alle genoemde screeningsinstrumenten, behalve de tweetalige Lexiconlijsten, zijn<br />

ontwikkeld met het doel taalachterstand bij kinderen met Nederlands als eerste taal op<br />

te sporen. De oorzaak <strong>van</strong> deze taalachterstand kan zowel een taalontwikkelingsstoornis<br />

als een blootstellingsachterstand in de eerste taal zijn.<br />

Alleen de tweetalige Lexiconlijsten zijn ontwikkeld en genormeerd voor meertalige<br />

kinderen met een eerste taal anders dan Nederlands (nl. Turks, Tarifit-Berbers,<br />

Marokkaans-Arabisch). Het zijn de enige instrumenten voor het opsporen <strong>van</strong><br />

taalontwikkelingsstoornissen bij deze groep.<br />

Geen <strong>van</strong> de instrumenten is ontwikkeld voor het signaleren <strong>van</strong> een blootstellingsachterstand<br />

bij kinderen met Nederlands als tweede taal. Overigens zijn door de JGZorganisaties<br />

zijn wel protocollen ontwikkeld voor gebruik bij de beslissing om al dan<br />

niet te verwijzen naar VVE-programma’s. Hierover gaat het tweede deel<strong>rapport</strong>.<br />

5.2.2 Eigenschappen <strong>van</strong> de instrumenten: uitvoerbaarheid<br />

We onderscheiden testen gebaseerd op mijlpalen in de ontwikkeling, testen gebaseerd<br />

op woordenlijsten waarbij de ouders aan moeten kruisen welk woord of zinnetje het<br />

kind zegt of begrijpt, en overige testen waarbij meestal een logopedisch<br />

deskundigheidsniveau vereist is.<br />

Er zijn vier instrumenten gebaseerd op mijlpalen in de ontwikkeling: GMS, SNEL, Van<br />

Wiechenonderzoek en VTO taal 2-jarigen. Deze hebben inhoudelijk veel<br />

overeenkomsten. Bijvoorbeeld SNEL, Van Wiechenonderzoek en VTO taal 2-jarigen<br />

hebben alledrie het onderwerp lichaamsdelen: bij het Van Wiechenonderzoek en het<br />

VTOtaal 2-jarigen instrument moeten kinderen de lichaamsdelen <strong>van</strong> een pop<br />

aanwijzen, en in de SNEL is de vraag opgenomen “Kan uw kind 1 of meer<br />

lichaamsdelen aanwijzen? (bijv. “Waar zit je neus?”)”. Het aantal woorden dat een kind<br />

per zin gebruikt wordt bepaald bij allevier de testen.<br />

GMS/SNEL. De GMS is een beknopt instrument gericht op taalproductie. Door<br />

observatie <strong>van</strong> het kind en/of het stellen <strong>van</strong> gesloten vragen aan de ouders, aangepast<br />

aan de leeftijd <strong>van</strong> het kind, onderzoekt de JGZ-arts of –verpleegkundige op elk

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!