29.09.2013 Views

TNO-rapport - Vereniging van Nederlandse Gemeenten

TNO-rapport - Vereniging van Nederlandse Gemeenten

TNO-rapport - Vereniging van Nederlandse Gemeenten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>TNO</strong>-<strong>rapport</strong> | KvL/P&Z 2007.025 | Juli 2007 58 / 65<br />

met een eerste taal anders dan Turks, Tarifit-Berbers, Marokkaans-Arabisch zijn er geen<br />

instrumenten om taalontwikkelingsstoornissen op te sporen. Op dit moment is het dus<br />

een probleem om een taalachterstand in de eerste taal <strong>van</strong> anderstalige kinderen te<br />

ontdekken: hiervoor zijn nog geen voldoende onderbouwde instrumenten beschikbaar,<br />

en globale beoordeling <strong>van</strong> de taal <strong>van</strong> het kind door de JGZ-medewerker is meestal<br />

niet mogelijk omdat de JGZ-medewerker de taal niet kent. Als de ouders voldoende<br />

Nederlands spreken kan via hen wel navraag gedaan worden naar de eerste taal bij hun<br />

kind. We bevelen aan om instrumenten of hulpmiddelen voor de JGZ te ontwikkelen<br />

waarmee de eerste taal <strong>van</strong> anderstalige kinderen kan worden beoordeeld. Hierbij<br />

denken we aan nader onderzoek naar de genoemde tweetalige Lexiconlijsten. Voor<br />

talen die in mindere mate voorkomen in Nederland is het niet efficiënt om een<br />

tweetalige Lexiconlijst te ontwikkelen. Om ook die eerste talen te kunnen beoordelen, is<br />

het wellicht mogelijk via de ouders de mijlpalen in de taalontwikkeling na te vragen op<br />

een gestructureerde wijze.<br />

7. Is er voldoende wetenschappelijke onderbouwing beschikbaar voor het ontwikkelen<br />

<strong>van</strong> een richtlijn door de beroepsgroepen voor uniforme, effectieve spraaktaalscreening<br />

voor kinderen <strong>van</strong> 1 tot 6 jaar?<br />

Er is onvoldoende wetenschappelijke basis voor het installeren <strong>van</strong> een formele<br />

spraaktaalscreening, waarbij uitsluitend op basis <strong>van</strong> een test besloten wordt of nader<br />

diagnostisch onderzoek gewenst is. Dit komt vooral omdat er onvoldoende kennis is<br />

over de effectiviteit een dergelijk programma; er is niet overtuigend aangetoond dat de<br />

voordelen <strong>van</strong> screenen op wegen tegen de nadelen er<strong>van</strong>. Een gefundeerde keuze voor<br />

een bepaald screeningsinstrument kan bovendien niet gemaakt worden. Internationaal,<br />

en ook in Nederland, wordt echter algemeen aangenomen dat vroegtijdige opsporing<br />

nuttig is. Daarom heeft de <strong>Nederlandse</strong> overheid de opsporing <strong>van</strong> spraaktaalachterstanden<br />

verplicht gesteld. Dit moet daarom zo goed mogelijk uitgevoerd worden.<br />

Evenals Law (1998) bevelen we een minder formele vorm <strong>van</strong> screenen aan, namelijk<br />

signaleren <strong>van</strong> taalachterstanden door gebruik te maken <strong>van</strong> de ervaring <strong>van</strong><br />

professionals in de JGZ. Uit de inventarisatie <strong>van</strong> de huidige werkwijze bij de JGZ 0-4jarigen<br />

en 5-6-jarigen blijkt dat er op lokaal niveau zeer veel verschillende protocollen<br />

in gebruik zijn. Negentig procent <strong>van</strong> de JGZ 0-4-jarigenorganisaties geeft verder aan<br />

dat zij behoefte hebben aan een landelijke richtlijn. We bevelen daarom aan de<br />

ontwikkeling <strong>van</strong> een dergelijke richtlijn zo spoedig mogelijk te starten. In de richtlijn<br />

moeten afspraken worden vastgelegd over de uitvoering <strong>van</strong> de signalering, het<br />

doorverwijzen <strong>van</strong> kinderen en de monitoring/evaluatie hier<strong>van</strong>.<br />

Omdat er weinig bekend is over de effectiviteit <strong>van</strong> screeningsprogramma’s op het<br />

gebied <strong>van</strong> spraak en taal, en de screeningsinstrumenten ook niet goed vergeleken<br />

kunnen worden, zal de richtlijn voor een groot deel op basis <strong>van</strong> consensus <strong>van</strong><br />

deskundigen ontwikkeld moeten worden. Omdat de effectiviteit <strong>van</strong> screenen niet<br />

aangetoond is zal voor de signalering een vorm moeten worden gekozen waarbij de<br />

nadelen die altijd aan een dergelijk programma verbonden zijn, beperkt blijven. Om dit<br />

te bereiken moet dan eerder worden gekozen voor een vorm met een hoge specificiteit<br />

(weinig fout-positieve uitslagen) dan voor een vorm met een hoge sensitiviteit (weinig<br />

gemiste kinderen met taalachterstand). Onderdeel <strong>van</strong> de richtlijn zou een inhoudelijke<br />

beoordeling <strong>van</strong> de instrumenten kunnen zijn. Hierbij is het aan te bevelen na te gaan of<br />

onderdelen <strong>van</strong> de verschillende instrumenten samen te voegen zijn tot één nieuw<br />

instrument ter ondersteuning <strong>van</strong> de signalering. Dit instrument zou dan opgenomen<br />

kunnen worden in de richtlijn. Ook zou nagegaan moeten worden of dit instrument kan<br />

worden geïntegreerd met het Van Wiechenonderzoek, omdat deze al door alle JGZ-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!