De securitisatie van KFN - Stibbe
De securitisatie van KFN - Stibbe
De securitisatie van KFN - Stibbe
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
w 26254 18-10-2006 12:02 Pagina 12<br />
Fiscale aspecten <strong>van</strong> de omzetting <strong>van</strong> afgewaardeerde vorderingen<br />
Nr. 72 / oktober 2006 O & F<br />
12<br />
Er moet sprake zijn <strong>van</strong> een deelneming in de schuldenaar<br />
Artikel 13ba Wet Vpb 1969 vindt alleen toepassing,<br />
zo blijkt uit de hiervoor weergegeven voorwaarden,<br />
indien de belastingplichtige of een met hem<br />
verbonden lichaam een deelneming in de schuldenaar<br />
heeft of in verband met de besmette rechtshandeling<br />
een deelneming verkrijgt. Indien het belang in<br />
de schuldenaar door de belastingplichtige of het verbonden<br />
lichaam wordt gehouden via een buitenlandse<br />
tussenhoudster, zal naar Nederlandse maatstaven<br />
beoordeeld moeten worden of het belang in de<br />
schuldenaar als deelneming kwalificeert. 18 <strong>De</strong> kwalificatie<br />
<strong>van</strong> het belang in de schuldenaar door de buitenlandse<br />
belastingwetgeving is niet rele<strong>van</strong>t. Indien<br />
de waardestijging <strong>van</strong> het belang in de schuldenaar<br />
bij de tussenhoudster in de belastingheffing wordt<br />
betrokken en tevens naar Nederlandse maatstaven<br />
sprake is <strong>van</strong> een deelneming, betrekken beide landen<br />
de waardestijging in de belastingheffing: dubbele<br />
belastingheffing derhalve. Het omgekeerde is ook<br />
mogelijk: geen heffing in het buitenland <strong>van</strong>wege een<br />
regeling vergelijkbaar met de deelnemingsvrijstelling<br />
en geen opwaarderingreserve in Nederland omdat<br />
het belang naar Nederlandse maatstaven niet als deelneming<br />
kwalificeert.<br />
<strong>De</strong> besmette handelingen<br />
In het tweede lid <strong>van</strong> artikel 13ba Wet Vpb 1969<br />
worden de besmette rechtshandelingen beschreven.<br />
Het betreft de volgende rechtshandelingen:<br />
• de voldoening <strong>van</strong> de met de schuldvordering<br />
corresponderende schuld door de schuldenaar<br />
door het uitgeven <strong>van</strong> aandelen, winstbewijzen,<br />
lidmaatschapsrechten of bewijzen <strong>van</strong> gerechtigheid<br />
(omzetting);<br />
• het gaan functioneren als eigen vermogen <strong>van</strong> de<br />
schuldenaar <strong>van</strong> de met de schuldvordering corresponderende<br />
schuld zonder dat de schuldenaar<br />
daartoe aandelen uitgeeft 19 , en de schuldvordering<br />
hierdoor bij de belastingplichtige onder een deelneming<br />
wordt begrepen;<br />
• het geheel of gedeeltelijk prijsgeven <strong>van</strong> de vordering.<br />
Naar mijn mening valt het voldoen <strong>van</strong> de met de<br />
schuldvordering corresponderende schuld door de<br />
uitgifte <strong>van</strong> rechten op aandelen, zoals opties of warrants,<br />
niet onder het begrip omzetting. Ondanks het<br />
advies <strong>van</strong> de Raad <strong>van</strong> State 20 om ook de rechten op<br />
aandelen expliciet onder het begrip omzetting te<br />
brengen, heeft de staatssecretaris dat niet gedaan. Het<br />
risico dat artikel 13ba Wet Vpb te omzeilen blijkt,<br />
heeft de wetgever daarmee bewust genomen.<br />
Anticumulatiebepalingen<br />
In geval <strong>van</strong> een zakelijke kwijtschelding <strong>van</strong> een<br />
vordering zal de vrijval <strong>van</strong> de schuld bij de (Nederlandse)<br />
debiteur tot de belastbare winst gerekend<br />
moeten worden, althans in ieder geval voor zover er<br />
compensabele verliezen aanwezig zijn. In dat geval<br />
zou het onevenwichtig zijn om ook nog via de<br />
opwaarderingsreserve een latente claim bij de crediteur<br />
te vestigen.Vandaar dat er een anticumulatieregeling<br />
in artikel 13ba, lid 4 Wet Vpb is getroffen.<br />
Indien en voor zover de kwijtschelding bij de debiteur<br />
tot in Nederland belastbare winst leidt danwel in<br />
geval <strong>van</strong> een buitenlandse debiteur de kwijtschelding<br />
leidt tot winst die wordt betrokken in de<br />
belastingheffing tegen een naar Nederlandse maatstaven<br />
redelijk tarief, blijft de sanctie <strong>van</strong> het eerste lid<br />
<strong>van</strong> artikel 13ba Wet Vpb 1969 buiten toepassing. <strong>De</strong><br />
tegemoetkoming geldt alleen voor de situatie <strong>van</strong> een<br />
kwijtschelding en niet voor de situatie <strong>van</strong> een<br />
omzetting of het gaan functioneren als eigen vermogen<br />
<strong>van</strong> de schuld. Bij een in Nederland gevestigde<br />
debiteur leiden de twee laatstgenoemde omstandigheden<br />
niet tot fiscale winst, maar bij een in het buitenland<br />
gevestigde debiteur is dat mogelijk wel het<br />
geval. In een dergelijke situatie zal dan dubbele heffing<br />
ontstaan, omdat ook Nederland via de<br />
opwaarderingsreserve zijn claim behoudt.<br />
In artikel 13ba, lid 3 Wet Vpb is een regeling<br />
getroffen voor een mogelijke samenloop met artikel<br />
13b Wet Vpb 1969 of een volgtijdige toepassing <strong>van</strong><br />
artikel 13ba Wet Vpb 1969 zelf. <strong>De</strong> eerstbedoelde<br />
samenloop doet zich voor als een afgewaardeerde<br />
vordering binnen concern wordt overgedragen en<br />
vervolgens wordt omgezet in aandelenkapitaal. <strong>De</strong><br />
overdracht leidt tot de sanctie <strong>van</strong> artikel 13b Wet<br />
Vpb 1969 en – zonder de samenloopregeling – zou<br />
de omzetting vervolgens tot toepassing <strong>van</strong> artikel<br />
13ba Wet Vpb 1969 leiden. <strong>De</strong> volgtijdige toepassing<br />
<strong>van</strong> artikel 13ba Wet Vpb 1969 doet zich voor als de<br />
leningsvoorwaarden <strong>van</strong> de lening zodanig worden<br />
aangepast dat de schuld gaat functioneren als eigen<br />
vermogen, hetgeen tot toepassing <strong>van</strong> artikel 13ba<br />
Wet Vpb 1969, leidt en daarna de vordering alsnog<br />
18 Zie ook Kamerstukken I 2004/2005, C, blz 3.<br />
19 Hoewel het niet expliciet uit de wettekst blijkt, blijkt mijns inziens duidelijk uit de parlementaire behandeling dat het hier<br />
gaat om het gaan functioneren als eigen vermogen zoals bedoeld in artikel 10, lid 1, onderdeel d Wet Vpb 1969.<br />
20 Advies Raad <strong>van</strong> State en nader rapport, Kamerstukken II 2003/04, 29 686, nr. 4, blz. 4.