22.04.2014 Views

De securitisatie van KFN - Stibbe

De securitisatie van KFN - Stibbe

De securitisatie van KFN - Stibbe

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

w 26254 18-10-2006 12:02 Pagina 36<br />

Enige kanttekeningen bij de voorstellen tot wijziging <strong>van</strong> het kapitaalbeschermingsrecht bij de BV<br />

Nr. 72 / oktober 2006 O & F<br />

36<br />

Hierbij zijn de volgende kanttekeningen te plaatsen.<br />

In de eerste plaats is een specifieke wettelijke<br />

bepaling niet nodig om oprichters dan wel bestuurders<br />

aansprakelijk te kunnen stellen voor het bewust<br />

te hoog waarderen <strong>van</strong> inbreng in natura. Dit valt<br />

onder kennelijk onbehoorlijk bestuur en kan worden<br />

bestreden met artikel 2:9 BW, dat in het geval <strong>van</strong><br />

aanvaarding <strong>van</strong> een storting bij oprichting via artikel<br />

2:203 lid 4 BW <strong>van</strong> overeenkomstige toepassing is op<br />

de oprichters. Een minpunt <strong>van</strong> artikel 2:9 BW is wel<br />

dat alleen de vennootschap zelf (en dus niet een aandeelhouder)<br />

de vordering kan instellen. Mijn tweede<br />

kanttekening betreft de vraag of de bijstortingsplicht<br />

ook geldt indien het in te brengen actief in de periode<br />

tussen het moment <strong>van</strong> beschrijving (conform<br />

het voorstel maximaal zes maanden voor oprichting<br />

c.q. het nemen <strong>van</strong> de aandelen na oprichting) en het<br />

moment dat daadwerkelijk wordt ingebracht is<br />

gedaald.Wederom zou ik menen dat deze vraag rele<strong>van</strong>ter<br />

is voor de overige aandeelhouders dan voor de<br />

schuldeisers <strong>van</strong> de vennootschap. <strong>De</strong> vraag verdient<br />

echter wel een antwoord. Het is niet wenselijk dat de<br />

wet op dit punt onduidelijkheid laat bestaan. Ik ben<br />

het met Bier eens dat het de voorkeur verdient om te<br />

bepalen dat aandeelhouders onderling zelf kunnen<br />

afspreken welke datum bepalend is voor de waardering<br />

<strong>van</strong> de inbreng in verband met de stortingsplicht.<br />

24 Zie nader over deze kwestie Zaman in dit<br />

nummer. Een volgende vraag is of de vordering tot<br />

bijstorting behalve door de vennootschap ook door<br />

een mede-aandeelhouder kan worden ingesteld. <strong>De</strong><br />

wet zou hierin mijns inziens moeten voorzien, voor<br />

het niet ondenkbare geval dat de vennootschap de<br />

vordering niet instelt omdat de bestuurder(s) een<br />

tegenstrijdig belang heeft/hebben.Ten slotte rijst de<br />

vraag wie kan worden verplicht tot bijstorting in<br />

geval het aandeel waarop te weinig is ingebracht is<br />

overgedragen. Zaman verdedigt in dit nummer dat de<br />

bijstortingsplicht mee overgaat indien het aandeel<br />

wordt overgedragen. Mijns inziens is dit juist. Het feit<br />

dat het voorgestelde artikel 2:204a BW bepaalt dat de<br />

houder <strong>van</strong> het aandeel waarop de inbreng plaatsvindt<br />

onverwijld moet bijstorten doet er niet aan af dat de stortingsplicht<br />

een kwalitatieve verplichting is. 25 Indien<br />

het niet wenselijk wordt geacht dat een nietsvermoedende<br />

nieuwe aandeelhouder alsnog met de bijstortingsplicht<br />

wordt geconfronteerd 26 , dan zal de wetgever<br />

uitdrukkelijk moeten bepalen dat de stortingsplicht<br />

niet mee overgaat.Artikel 2:199 BW zal dan<br />

moeten worden aangepast. Het is mijns inziens<br />

inconsistent om er <strong>van</strong> uit te blijven gaan dat de stortingsplicht<br />

een kwalitatieve verplichting is en alleen<br />

voor het geval <strong>van</strong> bijstorting een uitzondering te<br />

maken.<br />

Nachgründung<br />

Nu de afschaffing <strong>van</strong> de accountantsverklaring<br />

over het algemeen met instemming wordt begroet, is<br />

het niet verwonderlijk dat weinig bezwaren worden<br />

geuit tegen de afschaffing <strong>van</strong> Nachgründungsregeling.<br />

<strong>De</strong>ze beoogt immers ontduiking <strong>van</strong> de<br />

inbrengcontrole te voorkomen door binnen een<br />

tamelijk willekeurige periode <strong>van</strong> twee jaar na<br />

inschrijving <strong>van</strong> de vennootschap in het handelsregister<br />

verrichte rechtshandelingen aan verplichte<br />

accountantscontrole te onderwerpen, indien deze<br />

rechtshandelingen ertoe strekken dat de vennootschap<br />

goederen verkrijgt <strong>van</strong> een aandeelhouder.<br />

Ook ik zou niet willen pleiten voor handhaving <strong>van</strong><br />

deze regeling, maar ik wil er wel op wijzen dat de<br />

voorgestelde openbaarmaking <strong>van</strong> de inbrengbeschrijving<br />

bij inbreng in natura en de verplichting<br />

voor de aandeelhouder tot onverwijld bijstorten in<br />

geval <strong>van</strong> een te hoge waardering op eenvoudige<br />

wijze kunnen worden ontgaan door te kiezen voor<br />

storting in geld gekoppeld aan een verkoop door de<br />

aandeelhouder <strong>van</strong> actief aan de vennootschap. 27<br />

Inbreng <strong>van</strong> te verrichten arbeid of diensten<br />

Het voorstel om het verbod op inbreng <strong>van</strong> te<br />

verrichten arbeid of diensten af te schaffen stuit op<br />

nogal wat tegenstand. <strong>De</strong> voornaamste bezwaren zijn:<br />

- er rijzen problemen indien de arbeid of de dienst<br />

uiteindelijk niet wordt verricht 28 ;<br />

- het is niet eenvoudig om een recht op het verrichten<br />

<strong>van</strong> arbeid of diensten naar economische<br />

maatstaven te waarderen, en last but not least;<br />

- de praktijk heeft geen behoefte aan een dergelijke<br />

vorm <strong>van</strong> inbreng 29 ;<br />

- te verrichten arbeid of diensten voldoen niet aan<br />

de definitie <strong>van</strong> ‘asset’ die wordt gehanteerd door<br />

de IASB:‘an asset is a resource controlled by the<br />

24 B. Bier, preadvies, p. 234.<br />

25 Zie Asser-Maeijer 2-III, nr. 92.<br />

26 Aldus bijvoorbeeld Bier, preadvies, p. 240.<br />

27 Op de mogelijkheid <strong>van</strong> ontduiking <strong>van</strong> de bijstortingsplicht wijst ook H.E. Boschma, <strong>De</strong> derde tranche: een eerste ontwerp<br />

voor een nieuwe regeling <strong>van</strong> kapitaal en schuldeisersbescherming bij de BV, verschijnt binnenkort in de reeks Ars Notariatus.<br />

28 Zie reeds: Rapport expertgroep <strong>De</strong> Kluiver, p. 90.<br />

29 Zie voor het tweede en derde bezwaar: B. Bier, preadvies, p. 230.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!