22.04.2014 Views

De securitisatie van KFN - Stibbe

De securitisatie van KFN - Stibbe

De securitisatie van KFN - Stibbe

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

w 26254 18-10-2006 12:02 Pagina 34<br />

Enige kanttekeningen bij de voorstellen tot wijziging <strong>van</strong> het kapitaalbeschermingsrecht bij de BV<br />

Nr. 72 / oktober 2006 O & F<br />

34<br />

<strong>van</strong> de geldigheidsduur <strong>van</strong> de beschrijving voor <strong>van</strong><br />

vijf naar zes maanden, teneinde een knelpunt bij juridische<br />

splitsing op te lossen. 12 In een <strong>van</strong> de reacties<br />

op het voorontwerp wordt opgemerkt dat in aansluiting<br />

hierop ook bij storting in geld zou moeten worden<br />

uitgegaan <strong>van</strong> de regel dat ten hoogste zes maanden<br />

voor de oprichting mag zijn gestort. 13 Tot slot<br />

zou ik het volgende willen opmerken met betrekking<br />

tot het afschaffen <strong>van</strong> de bankverklaring. <strong>De</strong> reeds<br />

genoemde jurisprudentie <strong>van</strong> de Hoge Raad, die<br />

inhoudt dat alleen aan de stortingsplicht is voldaan<br />

indien daadwerkelijk geld <strong>van</strong> buitenaf aan de vennootschap<br />

ter beschikking is gesteld, is gebaseerd op<br />

artikel 2:203a BW, dat ten doel heeft de vennootschapsschuldeisers<br />

te beschermen. Nu dit artikel<br />

wordt afgeschaft, rijst de vraag of de regel dat daadwerkelijk<br />

moet worden gestort eveneens komt te vervallen.<br />

14 Ik merk direct op dat de genoemde jurisprudentie<br />

in elk geval aan belang zal inboeten <strong>van</strong>wege<br />

het feit dat de in artikel 2:180 BW neergelegde<br />

hoofdelijke aansprakelijkheid <strong>van</strong> bestuurders voor<br />

rechtshandelingen <strong>van</strong> de vennootschap verricht<br />

voordat aan het minimumkapitaal is voldaan wordt<br />

afgeschaft.Wel blijft echter overeind dat een oprichter<br />

bij het aanvaarden <strong>van</strong> een storting in de oprichtingsakte<br />

voldoende zorgvuldigheid moet betrachten.<br />

Een oprichter die wist of behoorde te weten dat een<br />

storting die hij namens de vennootschap heeft aanvaard<br />

niet daadwerkelijk heeft plaatsgevonden zal ook<br />

in de toekomst via artikel 2:203 lid 4 BW aansprakelijk<br />

kunnen worden gesteld op grond <strong>van</strong> artikel 2:9<br />

of 2:248 BW. Daarnaast kunnen de bestuurders aansprakelijk<br />

worden gesteld op grond <strong>van</strong> artikel 2:9 of<br />

2:248 BW voor de lichtvaardige bekrachtiging <strong>van</strong><br />

namens de BV i.o. in het kader <strong>van</strong> de storting verrichte<br />

rechtshandelingen. Bovendien kan de aandeelhouder<br />

alsnog tot storting worden aangesproken<br />

indien de conclusie luidt dat niet daadwerkelijk is<br />

gestort. 15 Helaas is de wetgever niet erg duidelijk<br />

over de toekomst <strong>van</strong> de regel dat daadwerkelijk<br />

moet worden gestort. In de Memorie <strong>van</strong> Toelichting<br />

is hierover niet meer te vinden dan dat de wetgever<br />

afziet <strong>van</strong> opname in de wet <strong>van</strong> een regel die voorziet<br />

in aansprakelijkheid <strong>van</strong> oprichters tegenover de<br />

vennootschap indien zij wisten of redelijkerwijs<br />

behoorden te weten dat de tegenprestatie die voor of<br />

bij oprichting op de aandelen moet worden verricht<br />

niet volledig of daadwerkelijk aan de vennootschap<br />

ter beschikking is gesteld.Als reden hiervoor voert de<br />

wetgever aan dat verwacht mag worden dat door de<br />

afschaffing <strong>van</strong> het minimumkapitaal de wettelijke<br />

regels voor inbreng hun effect in de praktijk grotendeels<br />

zullen verliezen, waardoor het niet voor de<br />

hand ligt om ten aanzien <strong>van</strong> de inbreng strikte wettelijke<br />

regels te introduceren. 16 Uit deze passage lijkt<br />

te volgen dat de wetgever <strong>van</strong>uit een oogpunt <strong>van</strong><br />

crediteurenbescherming weinig waarde toekent aan<br />

de (realiteit <strong>van</strong> de) inbreng. Dit past mijns inziens<br />

ook goed in een systeem dat er <strong>van</strong> uitgaat dat het<br />

gehele geplaatste kapitaal zonder meer mag worden<br />

uitgekeerd aan de aandeelhouders. Haaks op de hiervoor<br />

aangehaalde passage staat echter een andere passage,<br />

waarin de verplichting tot vermelding <strong>van</strong> het<br />

geplaatste kapitaal en gestorte deel daar<strong>van</strong> in de<br />

oprichtingsakte wordt gemotiveerd met het argument<br />

dat het hiermee voor schuldeisers mogelijk is<br />

om kennis te nemen <strong>van</strong> het bedrag waarmee de BV<br />

bij oprichting wordt gefinancierd. 17 <strong>De</strong> wetgever<br />

lijkt op twee gedachten te hinken ten aanzien <strong>van</strong> de<br />

vraag of het voor schuldeisers <strong>van</strong> belang is dat reëel<br />

wordt gestort. Ik zou menen dat hier een knoop<br />

moet worden doorgehakt. Ik kom hier op terug bij<br />

de bespreking <strong>van</strong> het volgende punt, de regeling <strong>van</strong><br />

inbreng in natura. Het antwoord op de vraag of ook<br />

in de toekomst daadwerkelijk moet worden gestort is<br />

mijns inziens heel simpel.Als je belooft om in ruil<br />

voor te verkrijgen aandelen geld te storten, dan moet<br />

je dat ook doen. Je kunt je niet aan die verplichting<br />

kunnen onttrekken door te storten met geld dat aan<br />

de vennootschap zelf toebehoort. Dit geldt ook als je<br />

de gedachte loslaat dat er bij de start <strong>van</strong> de vennootschap<br />

ter bescherming <strong>van</strong> schuldeisers een bepaald<br />

kapitaal bijeen moet worden gebracht.<br />

Inbreng in natura<br />

Ik kom nu bij de voorstellen tot wijziging <strong>van</strong> de<br />

regels met betrekking tot inbreng in natura. <strong>De</strong><br />

afschaffing <strong>van</strong> de verplichte accountantscontrole bij<br />

12 Het is overigens de vraag of met de verlenging <strong>van</strong> de geldigheidsduur <strong>van</strong> de beschrijving de problemen bij juridische splitsing<br />

heeft opgelost. Zie hierover Zaman in dit nummer.<br />

13 Zie de reactie <strong>van</strong> AKD Prinsen Van Wijmen, p. 7.<br />

14 Zie hierover ook:W.J. Oostwouder, Over storting (in geld) bij de BV,‘vestzak-broekzakconstructies’,‘sigaren uit eigen doos’en<br />

‘kasrondjes’onder huidig en toekomstig recht, TvOB 2006, p. 71-81.<br />

15 Zie W.J. Oostwouder, a.w., p. 80.<br />

16 MvT, p. 14.<br />

17 MvT, p. 7. Op de tegenspraak tussen de geciteerde passages wijst ook Oostwouder, a.w., p. 80.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!