De securitisatie van KFN - Stibbe
De securitisatie van KFN - Stibbe
De securitisatie van KFN - Stibbe
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
w 26254 18-10-2006 12:02 Pagina 15<br />
Fiscale aspecten <strong>van</strong> de omzetting <strong>van</strong> afgewaardeerde vorderingen<br />
faciliteit. 29 Naar mijn mening was het juister geweest,<br />
gezien de ratio <strong>van</strong> het inmiddels vervallen artikel 12,<br />
om deze voorwaarde niet te stellen.<br />
Voor het geval artikel 12 reeds toepassing heeft<br />
gevonden ten aanzien <strong>van</strong> een vordering is een overgangsregeling<br />
getroffen, inhoudende dat in zoverre<br />
ten aanzien <strong>van</strong> die vordering artikel 13ba Wet Vpb<br />
1969 30 buiten toepassing blijft. 31<br />
Samenvatting<br />
Ik vat mijn bijdrage hierna puntsgewijs samen:<br />
• <strong>De</strong> problematiek <strong>van</strong> afgewaardeerde vorderingen<br />
wordt sinds 9 december 2005 opnieuw aan de<br />
zijde <strong>van</strong> de crediteur aangepakt.<br />
• Indien aan de voorwaarden voor toepassing <strong>van</strong><br />
artikel 13ba Wet Vpb 1969 is voldaan, dient het<br />
afwaarderingsverlies teruggenomen te worden<br />
doch kan tegelijkertijd aan de opwaarderingsreserve<br />
worden gedoteerd. In de meeste gevallen zal<br />
dotatie de voorkeur hebben, echter niet altijd.<br />
• Of de belastingplichtige of een met hem verbonden<br />
lichaam een deelneming in de schuldenaar<br />
heeft, dient naar Nederlandse maatstaven te worden<br />
beoordeeld. Dit kan in bepaalde gevallen leiden<br />
tot geen belastingheffing of tot dubbele<br />
belastingheffing.<br />
• Indien een afgewaardeerde vordering op een deelneming<br />
is overgenomen <strong>van</strong> een niet-verbonden<br />
lichaam, kan omzetting plaatsvinden zonder dat<br />
dit leidt tot vorming <strong>van</strong> een opwaarderingsreserve.<br />
Heffing over de toekomstige waardestijging<br />
kan zo worden voorkomen.<br />
• Het voldoen <strong>van</strong> de schuld door middel <strong>van</strong> rechten<br />
op aandelen valt naar mijn mening niet onder<br />
het begrip omzetting, zodat artikel 13ba Wet Vpb<br />
1969 toepassing mist.<br />
• In geval <strong>van</strong> een kwijtschelding blijft de toepassing<br />
<strong>van</strong> artikel 13ba Wet Vpb 1969 achterwege voor<br />
zover er sprake is <strong>van</strong> compenserende heffing bij<br />
de schuldenaar. Bij een omzetting in aandelenkapitaal<br />
of het gaan functioneren <strong>van</strong> de lening als<br />
eigen vermogen vindt artikel 13ba Wet Vpb 1969<br />
zelfs toepassing als sprake is <strong>van</strong> een compenserende<br />
heffing bij de schuldenaar.<br />
• <strong>De</strong> vrijval <strong>van</strong> de opwaarderingsreserve vindt<br />
plaats al naargelang de deelneming in waarde<br />
stijgt. Doordat wordt aangesloten bij de waarde in<br />
het economische verkeer ultimo <strong>van</strong> enig jaar, kan<br />
door middel <strong>van</strong> (interim) dividenduitkeringen<br />
die waarde neerwaarts worden beïnvloed.<br />
• Indien noch de belastingplichtige noch een met<br />
hem verbonden lichaam meer een deelneming in<br />
de schuldenaar houdt, valt de opwaarderingsreserve<br />
onbelast vrij.<br />
• In bepaalde (misbruik)situaties dient de opwaarderingsreserve<br />
ineens vrij te vallen. Eén <strong>van</strong> deze<br />
situaties is de overdracht <strong>van</strong> (een gedeelte) <strong>van</strong> de<br />
onderneming door de schuldenaar aan een verbonden<br />
lichaam. Dit heeft in mijn ogen het ongewenste<br />
effect dat veel interne herstructureringen<br />
zullen leiden tot vrijval <strong>van</strong> de opwaarderingsreserve<br />
danwel dat dergelijke herstructureringen<br />
onnodig worden belemmerd.<br />
• Voor de ondernemingen die daadwerkelijk<br />
belasting hebben betaald zijn als gevolg <strong>van</strong> de<br />
toepassing <strong>van</strong> artikel 12 Wet Vpb 1969 is een verzachtingsmaatregel<br />
getroffen, enigszins vergelijkbaar<br />
met de kwijtscheldingsfaciliteit.Ten onrechte<br />
is mijns inziens de voorwaarde gesteld dat de<br />
schuldeiser de vordering niet mag hebben afgewaardeerd.<br />
Mr. drs. A.C.P. Bobeldijk is werkzaam als belastingadviseur<br />
bij Loyens & Loeff NV te Amsterdam en als<br />
docent verbonden aan de fiscale disciplinegroep <strong>van</strong> de<br />
Universiteit Utrecht.<br />
O & F<br />
15<br />
Nr. 72 / oktober 2006<br />
29 Voor een uitgebreide bespreking <strong>van</strong> de verzachtingsmaatregel, zie J.A.R. <strong>van</strong> Eijsden, <strong>De</strong> omzetting <strong>van</strong> onvolwaardige vorderingen<br />
in aandelenkapitaal: het zuur is eruit!, WFR 2005/921.<br />
30 Alsmede de artikelen 13b en 13bb Wet Vpb 1969.<br />
31 Artikel IV <strong>van</strong> de Wet <strong>van</strong> 1 december 2005.