22.04.2014 Views

De securitisatie van KFN - Stibbe

De securitisatie van KFN - Stibbe

De securitisatie van KFN - Stibbe

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>De</strong> verzachtingsregeling en het<br />

overgangsrecht<br />

Na grote druk tijdens het wetgevingsproces is de<br />

staatssecretaris uiteindelijk tijdens de derde Nota <strong>van</strong><br />

wijziging 28 gekomen met een verzachtingsregeling<br />

voor die bedrijven die door de toepassing <strong>van</strong> artikel<br />

12 Wet Vpb 1969 daadwerkelijk belasting hebben<br />

betaald. In zekere zin is hiermee alsnog een regeling<br />

getroffen analoog aan de kwijtscheldingsfaciliteit die<br />

<strong>van</strong> toepassing is in geval <strong>van</strong> zakelijke kwijtschelding<br />

<strong>van</strong> schulden: het voordeel wordt niet tot de winst<br />

gerekend voor zover dit de aanwezige compensabele<br />

verliezen te boven gaat. In zekere zin, want er is geen<br />

volledige gelijkschakeling. Zo is een belangrijk verschil<br />

dat de verzachtingsregeling alleen geldt als de<br />

schuldeiser de vordering niet ten laste <strong>van</strong> in Nederland<br />

belastbare winst heeft afgewaardeerd, terwijl die<br />

voorwaarde niet wordt gesteld bij de kwijtscheldingsbw<br />

26254 18-10-2006 12:02 Pagina 14<br />

Fiscale aspecten <strong>van</strong> de omzetting <strong>van</strong> afgewaardeerde vorderingen<br />

Nr. 72 / oktober 2006 O & F<br />

14<br />

de werkelijke waarde gewaardeerd, zodat dan voor<br />

het laatst een belaste vrijval <strong>van</strong> de opwaarderingsreserve<br />

plaatsvindt.<br />

<strong>De</strong> wetgever wenst uiteraard te voorkomen dat<br />

belastingplichtigen kunstmatig de situatie creëren dat<br />

geen sprake meer is <strong>van</strong> een deelneming teneinde op<br />

die manier een belastingvrije vrijval <strong>van</strong> de opwaarderingsreserve<br />

te bereiken. <strong>De</strong> onbelaste vrijval <strong>van</strong><br />

de opwaarderingsreserve <strong>van</strong> het achtste lid <strong>van</strong> artikel<br />

13ba Wet Vpb 1969 is dan ook niet <strong>van</strong> toepassing<br />

indien de omstandigheid die tot die onbelaste vrijval<br />

leidt in overwegende mate is gericht op het realiseren<br />

<strong>van</strong> een onbelaste vrijval <strong>van</strong> de opwaarderingsreserve,<br />

aldus artikel 13ba, lid 9 Wet Vpb 1969. Indien<br />

de belastingplichtige of een met hem verbonden<br />

lichaam binnen drie jaar na de omstandigheid waardoor<br />

niet langer een deelneming aanwezig was<br />

opnieuw een deelneming in de schuldenaar verkrijgt,<br />

wordt aangenomen dat die omstandigheid in overwegende<br />

mate gericht was op het realiseren <strong>van</strong> de<br />

onbelaste vrijval <strong>van</strong> de opwaarderingsreserve. <strong>De</strong><br />

belastingplichtige heeft de mogelijkheid tegenbewijs<br />

te leveren.<br />

Belaste vrijval in specifieke situaties<br />

Het tiende lid ziet op situaties waarin het niet langer<br />

mogelijk is om een belaste vrijval <strong>van</strong> de opwaarderingsreserve<br />

te realiseren. Daarom wordt, indien<br />

zich een <strong>van</strong> de volgende omstandigheden voordoet,<br />

onmiddellijk daaraan voorafgaand de gehele opwaarderingsreserve<br />

aan de winst toegevoegd:<br />

a<br />

<strong>De</strong> onderneming of een gedeelte <strong>van</strong> de onderneming<br />

<strong>van</strong> de schuldenaar wordt vervreemd aan de<br />

belastingplichtige of een met hem verbonden<br />

lichaam of natuurlijk persoon.<br />

b <strong>De</strong> deelneming of een gedeelte <strong>van</strong> de deelneming<br />

wordt vervreemd aan een met de belastingplichtige<br />

verbonden natuurlijk persoon. 24<br />

c<br />

<strong>De</strong> schuldenaar gaat als dochtermaatschappij deel<br />

uitmaken <strong>van</strong> een fiscale eenheid als bedoeld in<br />

artikel 15 Wet Vpb.<br />

Met name onderdeel a dreigt in de praktijk tot<br />

ongewenste overkill te leiden. Een voorbeeld ter<br />

illustratie. Een moedermaatschappij M heeft een<br />

afgewaardeerde vordering op haar 80% deelneming<br />

D omgezet in aandelenkapitaal. <strong>De</strong> dochtermaatschappij<br />

D wenst in het kader <strong>van</strong> een rationalisatie<br />

<strong>van</strong> haar juridische structuur haar onderneming of<br />

een gedeelte daar<strong>van</strong> over te dragen aan haar (nieuw<br />

opgerichte)100%-dochtermaatschappij KD. In dat<br />

geval is onderdeel a <strong>van</strong> artikel 13ba, lid 10 Wet Vpb<br />

1969 <strong>van</strong> toepassing en zal de moedermaatschappij M<br />

ineens haar opwaarderingsreserve aan de winst moeten<br />

toevoegen. Ook indien de dochtermaatschappij<br />

D de overdracht aan de dochtermaatschappij KD<br />

vormgeeft door een overdracht binnen fiscale eenheid,<br />

danwel een juridische (af)splitsing, is de sanctie<br />

<strong>van</strong> toepassing. Een fiscale eenheid heeft namelijk<br />

geen derdenwerking 25 , zodat er <strong>van</strong>uit M bezien nog<br />

steeds sprake is <strong>van</strong> een overdracht <strong>van</strong> (een deel <strong>van</strong>)<br />

de onderneming en bij een juridische (af)splitsing is<br />

fiscaalrechtelijk geen sprake <strong>van</strong> een overgang onder<br />

algemene titel maar een overdracht <strong>van</strong> de betreffende<br />

vermogensbestanddelen. 26<br />

Uit de parlementaire behandeling blijkt verder dat<br />

zelfs de overdracht <strong>van</strong> een enkel activum onder<br />

omstandigheden al gekwalificeerd kan worden als een<br />

gedeelte <strong>van</strong> een onderneming. Dat zal zich voordoen<br />

indien sprake is <strong>van</strong> de overdracht <strong>van</strong> winstcapaciteit.<br />

27 Omdat de volledige vrijval <strong>van</strong> de<br />

opwaarderingsreserve in het geding is, kan een dergelijke<br />

vage bepaling tot forse discussies met de<br />

Belastingdienst aanleiding zijn.<br />

24 In dit geval valt de opwaarderingsreserve slechts pro rata vrij, zie de tweede volzin <strong>van</strong> artikel 13ba, lid 9 Wet Vpb 1969.<br />

25 Kamerstukken I 2001/02, 26 854, nr. 45d, blz 2-3 en Kamerstukken I, 2004/05, 29 686, C, blz 4.<br />

26 Artikel 14a, lid 1 Wet Vpb.<br />

27 Kamerstukken II 2005/05, 29 686, nr. 6, blz 17 en Kamerstukken I, 2004/2005, 29 686, C, blz 11.<br />

28 Kamerstukken II 2004/05, 29 686, nr. 9.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!