De securitisatie van KFN - Stibbe
De securitisatie van KFN - Stibbe
De securitisatie van KFN - Stibbe
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
w 26254 18-10-2006 12:02 Pagina 4<br />
‘Kapitaalbescherming: afschaffing inbrengcontrole’<br />
Nr. 72 / oktober 2006 O & F<br />
4<br />
I 7 concluderen Lennarts/Schutte-Veenstra dat de<br />
bankverklaring kan worden afgeschaft. Hun voornaamste<br />
argument is dat, gebaseerd op jurisprudentie<br />
(waaronder begrepen het Bas-C-arrest), 8 een geldige<br />
bankverklaring nog niet betekent dat er ook daadwerkelijk<br />
is voldaan aan de stortingsplicht op de aandelen.<br />
Ook staat niet zonder meer vast, althans niet<br />
zonder nader onderzoek - op grond <strong>van</strong> een bankverklaring<br />
- of de bedragen ‘ten titel <strong>van</strong> storting op<br />
de aandelen’ zijn betaald. Bier voegt hier – terecht –<br />
aan toe dat de waarborg voor schuldeisers die uitgaan<br />
<strong>van</strong> een daadwerkelijk geplaatst en gestort kapitaal<br />
betrekkelijk is omdat over een storting na oprichting<br />
ook geen bankverklaring is vereist (zie Bier, Preadvies<br />
2006, pag. 228-229). Hieraan kan ik nog toevoegen<br />
dat er ook geen formele waarborg is bij de door velen<br />
als storting in geld beschouwde storting door verrekening<br />
met een vordering op de BV. Ook de Expertgroep<br />
heeft aanbevolen de verplichte bankverklaring<br />
af te schaffen. Hetgeen nu dus aldus geschiedt doordat<br />
artikel 2:203a in het Voorontwerp <strong>De</strong>rde Tranche<br />
komt te vervallen. In de toekomst zal er dus zowel bij<br />
oprichting als ná oprichting geen wettelijke inbrengcontrole<br />
bij storting in geld meer zijn. Ook de thans<br />
nog ná oprichting vereiste verklaring <strong>van</strong> de bank<br />
met betrekking tot de wisselkoers bij storting in<br />
vreemd geld komt te vervallen (artikel 2:203a, lid 6<br />
BW).Tot zover de door velen gewenste wettelijke<br />
vereenvoudiging (zowel voor de BV, de bank als de<br />
notaris, althans zo lijkt het).<br />
Ook al vervalt de inbrengcontrole bij storting in<br />
geld, de stortingsplicht op aandelen (los <strong>van</strong> de vraag<br />
of deze ook het agio omvat) bij of na oprichting blijft<br />
wel bestaan (artikel 2:191 BW). Het bestuur is ervoor<br />
verantwoordelijk dat uiterlijk bij de oprichting aan<br />
de stortingsplicht in geld is voldaan. Bij inbreng in<br />
natura mag deze storting overigens ‘onverwijld’<br />
geschieden na het nemen <strong>van</strong> aandelen of latere<br />
opvraging bij niet-volgestorte aandelen (artikel<br />
2:191b, lid 2 BW). <strong>De</strong> vraag is of het bestuur de notaris<br />
(die verantwoordelijk is voor de akte <strong>van</strong> oprichting<br />
of de akte <strong>van</strong> uitgifte <strong>van</strong> aandelen) niet ook<br />
een zorgplicht heeft tot controle <strong>van</strong> de storting in<br />
geld. Rust deze controle thans niet ook reeds op de<br />
notaris? In een akte <strong>van</strong> uitgifte zal toch immers ook<br />
een verklaring <strong>van</strong> de aandeelhouder staan dat er<br />
gestort is met daarbij een kwijting door de vennootschap<br />
voor de betaling dan wel, indien overeengekomen,<br />
dat, en zo ja op welke wijze, er volgestort zal<br />
worden? <strong>De</strong> notaris zal er dan ook goed aan doen<br />
zowel bij oprichting als na oprichting een ‘stortingsbewijs’<br />
te vragen dan wel in de akte op te nemen op<br />
wat voor wijze storting plaatsvindt. <strong>De</strong>rgelijk bewijs<br />
werd door de notaris ook veelal gevraagd in de periode<br />
vóór invoering <strong>van</strong> artikel 2:203a BW (per 20<br />
januari 1986).<br />
Verjaringstermijn<br />
Indien de notaris niet of niet voldoende zou kunnen<br />
controleren of aan de stortingsplicht is voldaan<br />
(dan wel een te lage waarde in natura is ingebracht,<br />
zie hierna onder ‘Afschaffing controle bij inbreng in<br />
natura’), is denkbaar dat bij of na de oprichting in het<br />
geheel niet of slechts ten dele is gestort op de genomen<br />
aandelen.Aan de orde is dan vraag naar de verjaringstermijn<br />
voor vorderingen tot nakoming <strong>van</strong> de<br />
stortingsplicht. Door de Expertgroep is aanbevolen<br />
om deze termijn vast te stellen op 20 jaar. In aansluiting<br />
op de jurisprudentie 9 heeft de wetgever er in het<br />
Voorontwerp <strong>De</strong>rde Tranche voor gekozen dat de<br />
verjaringstermijn <strong>van</strong> 5 jaar blijft gelden. Indien aldus<br />
achteraf blijkt dat niet of niet volledig aan de stortingsplicht<br />
is voldaan, zal alsnog (bij)storting door de<br />
vennootschap opgevraagd moeten worden. Met de<br />
verkorte verjaringstermijn is ook afgeweken <strong>van</strong> de<br />
aanbeveling <strong>van</strong> Lennarts/Schutte-Veenstra in Onderzoeksrapport<br />
I. Nu het aandeelhouder zijn mijns<br />
inziens niet afhankelijk is <strong>van</strong> het voldoen <strong>van</strong> de<br />
stortingsplicht, 10 kan men aandeelhouder worden en<br />
blijven zonder dat men aan zijn stortingsplicht voldoet.<br />
Zowel bij als na de oprichting is een uitgifte<br />
geldig zonder nakoming <strong>van</strong> de stortingsplicht.<br />
Indien er ná 5 jaar geen nakoming is gevorderd bij de<br />
aandeelhouder zal in het geheel niet aan de stortingsplicht<br />
zijn voldaan. Nu gekozen wordt voor de<br />
verjaringstermijn <strong>van</strong> 5 jaar zou mijns inziens (zie<br />
ook Lennarts/Schutte-Veenstra) 11 overwogen moeten<br />
worden om wettelijk of statutair een sanctie in te<br />
bouwen voor het geval niet of niet volledig aan de<br />
stortingsplicht wordt voldaan. Daarbij is te denken<br />
7 Zie Onderzoeksrapport I, pag. 21. Zie verder: Over storting (in geld) bij de BV,‘vestzak-broekzakconstructies’,‘sigaren uit<br />
eigen doos’ en ‘kasrondjes’ onder huidig en toekomstig recht:W.J. Oostwouder, TVOB 2006/3<br />
8 HR 11 juli 2003, JOR 2003, pag. 193; zie ook het WTN-arrest (HR 24 maart 2000, NJ 2000, 354 m.nt. Ma).<br />
9 HR 17 oktober 2003, JOR 2003, 176 m.nt. C.J. Groffen<br />
10 Zie ook Preadvies <strong>van</strong> de Vereeniging Handelsrecht 1994. Nieuwe bepalingen omtrent uitgifte levering <strong>van</strong> aandelen op<br />
naam, <strong>van</strong> Olffen en Zaman, pag. 33 en Handboek, pag. 219.<br />
11 Zie Onderzoeksrapport I, pag. 18.