10.11.2014 Views

Geneesmiddelenwet MvT maart 2004 - VGT

Geneesmiddelenwet MvT maart 2004 - VGT

Geneesmiddelenwet MvT maart 2004 - VGT

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

teit van de beroepsuitoefening door de apotheekhoudende huisartsen op<br />

het platteland. De gedachte is toen ontstaan de apotheekhoudend huisarts<br />

als fenomeen op termijn niet meer te laten terugkeren.<br />

De discussie over de rol en functie van de apotheekhoudende huisartsen<br />

startte reeds in november 1995 met het verschijnen van het rapport van<br />

de Paritaire Werkgroep Huisartsenzorg en is sindsdien niet meer van de<br />

politieke agenda verdwenen. Voor de Tweede Kamer is de positie van de<br />

apotheekhoudend huisarts aanleiding geweest om een tweetal moties aan<br />

te nemen. In 1998 werd een motie aangenomen waarbij de regering<br />

verzocht werd een begin te maken met de scheiding van zorg en inkoop<br />

van geneesmiddelen (handel), te beginnen bij de apotheekhoudende<br />

huisartsen (Kamerstukken II, 1998–1999, 26 204, nr. 21). Op 30 november<br />

2000 werd een motie aangenomen waarbij de regering werd verzocht de<br />

noodzakelijke maatregelen te treffen om de positie van de apotheekhoudend<br />

huisarts te waarborgen waarbij de opheffing van het primaat<br />

van de apotheker werd voorgestaan. Uitvoering van laatstgenoemde<br />

motie zou in feite tot gevolg hebben dat álle huisartsen de bevoegdheid<br />

krijgen om geneesmiddelen af te leveren (en daarmee ook om geneesmiddelen<br />

in te kopen). Op 6 december 2001 is een initiatief voorstel van wet<br />

met deze strekking bij de Tweede Kamer ingediend door de leden Van<br />

Blerck-Woerdman, Oudkerk, Buijs en Van der Vlies (TK, vergaderjaar 2001–<br />

2002, 28 158, nr 2). Een dergelijke vergaande maatregel moet niet in het<br />

belang van een doelmatige geneesmiddelenvoorziening worden geacht<br />

omdat daarmee de bestaande beroepenscheiding tussen huisarts en<br />

apotheker in de kern wordt aangetast. De motie van 30 november 2000 is<br />

echter aanleiding geweest om de reeds eerder ingenomen beleidslijn tot<br />

geleidelijke afschaffing de apotheekhoudend huisarts nog eens nader te<br />

bezien. De beleidslijn die is verwerkt in het onderhavig voorstel van wet<br />

komt erop neer dat de huidige positie van de apotheekhoudende huisarts<br />

wordt gecontinueerd. De apotheekhoudend huisarts wordt als instituut<br />

waardevol geacht. Dit is ook het standpunt van de zorgverzekeraars die<br />

hebben aangegeven de apotheekhoudend huisarts niet te willen missen.<br />

Dit betekent dat ook in de toekomst in dunbevolkte gebieden huisartsen<br />

zich duurzaam als apotheekhoudend kunnen vestigen.<br />

De Commissies voor de Gebiedsaanwijzing (Cogeba’s), die tot op heden<br />

belast zijn met het verlenen c.q. het intrekken van de vergunningen, keren<br />

niet terug in het onderhavige wetsvoorstel. De redenen hiervoor zijn<br />

gelegen in een grotere doelmatigheid en rechtseenheid omdat een klein<br />

aantal vergunningen per jaar (ongeveer 70) efficiënter door één instantie<br />

kunnen worden verleend. Daarbij moet worden bedacht dat bij instandhouding<br />

van de Cogeba’s deze opnieuw juridisch moeten worden vormgegeven<br />

om te voldoen aan de aanwijzingen voor de zelfstandige<br />

bestuursorganen.<br />

Gezien het aantal vergunningen dat jaarlijks wordt verleend, is het<br />

inrichten van 12 nieuwe bestuursorganen niet doelmatig.<br />

De nieuwe vergunningen voor de apotheekhoudende huisartsen zullen<br />

voortaan worden verleend door de minister van VWS op basis van het<br />

huidige wettelijke criterium «het belang van de geneesmiddelenvoorziening».<br />

Dit criterium is in de rechtspraak herleid tot bereikbaarheid<br />

van en afstand tot de naburige apotheek. Met het opnieuw opnemen van<br />

dit criterium in de wet wordt aangegeven dat de vergunningverlening op<br />

de voet van de huidige rechtspraak zal worden voortgezet.<br />

5.2 De terhandstelling van geneesmiddelen<br />

In het onderhavige wetsvoorstel wordt voor het verstrekken van een<br />

geneesmiddel aan de gebruiker het begrip «terhandstelling» gebruikt.<br />

Onder terhandstelling wordt verstaan het rechtstreeks verstrekken of doen<br />

Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–<strong>2004</strong>, 29 359, nr. 3 11

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!