Geneesmiddelenwet MvT maart 2004 - VGT
Geneesmiddelenwet MvT maart 2004 - VGT
Geneesmiddelenwet MvT maart 2004 - VGT
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De eerste taak bestaat uit het ervoor zorg dragen dat de bereiding van<br />
geneesmiddelen of geneesmiddelen voor onderzoek geschiedt overeenkomstig<br />
de voorschriften inzake goede praktijken bij de vervaardiging, die<br />
zullen worden vastgesteld krachtens artikel 18. Deze taak is neergelegd in<br />
het eerste lid, onder a, van artikel 19 van het onderhavige wetsvoorstel en<br />
is ontleend aan artikel 51, eerste lid, onder a, van richtlijn 2001/83/EG<br />
onderscheidenlijk artikel 13, eerste lid, onder a, van richtlijn 2001/20/EG.<br />
In onderdeel b van het eerste lid van artikel 19 gaat het om de taak ervoor<br />
te zorgen dat iedere charge geneesmiddelen, niet zijnde geneesmiddelen<br />
voor onderzoek, is vervaardigd en gecontroleerd overeenkomstig de eisen<br />
die daarvoor zijn beschreven in het dossier op grond waarvan de handelsvergunningis<br />
verleend. De onderhavige bepaling is ontleend aan artikel<br />
51, eerste lid, onder a, van richtlijn 2001/83/EG.<br />
Ook de fabrikant die geneesmiddelen gedeeltelijk bereidt dient over<br />
gekwalificeerd personeel te beschikken. De kerntaak daarvan richt zich op<br />
de controle van de deelvervaardiging.<br />
In het eerste lid, onder c, wordt de eerste taak met betrekking van de<br />
kwaliteitcontrole op ingevoerde geneesmiddelen, niet zijnde geneesmiddelen<br />
voor onderzoek, in het importbedrijf omschreven. Deze taak bestaat<br />
uit het (doen) uitvoeren van de analyses en controles die nodig zijn om te<br />
kunnen vaststellen of de kwaliteit van het ingevoerde geneesmiddel<br />
voldoet aan de kwaliteit die door het dossier dat aan de handelsvergunning<br />
ten grondslag ligt, wordt beschreven. Ook deze bepaling is<br />
ontleend aan artikel 51, eerste lid, onder b, van richtlijn 2001/83/EG.<br />
In onderdeel d van het eerste lid wordt de kerntaak omschreven van QP in<br />
de fabriek of het importbedrijf voor geneesmiddelen, niet zijnde geneesmiddelen<br />
voor onderzoek. Het gaat hier om het vrijgeven van de geneesmiddelen<br />
voor de handel. Het vrijgeven geschiedt door het vastleggen in<br />
een document dat de kwaliteit van een charge zodanig is dat de desbetreffende<br />
geneesmiddelen mogen worden verhandeld. Deze bepaling komt<br />
materieel overeen met de eerste volzin van artikel 51, derde lid, van richtlijn<br />
2001/83/EG.<br />
Het vrijgeven van geneesmiddelen voor de handel kan naar zijn aard<br />
alleen een taak zijn van de QP van de fabrikant van het eindproduct of van<br />
de fabrikant die een eindproduct importeert. Daarom is in het vijfde lid<br />
bepaald dat het opstellen van het vrijgiftedocument niet tot de taak van de<br />
QP van de fabrikant van deelbereidingen behoort. Onderdeel e van het<br />
eerste lid is een op de bereiding van een geneesmiddel voor onderzoek<br />
betrekking hebbende variant van het eerste lid, onder b. Onderdeel e komt<br />
overeen met artikel 13, derde lid, onder a, van richtlijn 2001/20/EG.<br />
Onderdeel f van het eerste lid is de op een geneesmiddel voor onderzoek<br />
betrekking hebbende variant van onderdeel d van het eerste lid. Ook de in<br />
dit lid bedoelde taak wordt uitsluitend verricht door de QP van de fabriek<br />
of het importbedrijf van geneesmiddelen voor onderzoek. Onderdeel f<br />
komt overeen met artikel artikel 13, vierde lid, van richtlijn 2001/20/EG.<br />
De in het eerste lid, onder d of f, bedoelde taken worden door de QP zelf<br />
verricht. De andere in dat lid bedoelde taken kunnen, onder verantwoordelijkheid<br />
van de QP, ook door ander gekwalificeerd personeel worden<br />
verricht Het eerste lid van het onderhavige artikel laat het aan de houder<br />
van de vergunning over of de QP of het andere gekwalificeerde personeel<br />
bij hem in dienst is dan wel van buiten is ingehuurd.<br />
Artikel 48, eerste lid, van richtlijn 2001/83/EG en artikel 13, tweede lid, van<br />
richtlijn 2001/20/EG bepaalt slechts dat de houder van de vergunning<br />
«beschikt over» een QP.<br />
Artikel 52 van richtlijn 2001/83/EG bepaalt dat de lidstaten passende administratieve<br />
of tuchtrechtelijke maatregelen moeten treffen die moeten<br />
waarborgen dat de QP zijn verplichtingen nakomt. In ons rechtsstelsel<br />
Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–<strong>2004</strong>, 29 359, nr. 3 45