Geneesmiddelenwet MvT maart 2004 - VGT
Geneesmiddelenwet MvT maart 2004 - VGT
Geneesmiddelenwet MvT maart 2004 - VGT
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
van richtlijn 75/319/EEG (thans de artikelen 49 en 50 van richtlijn 2001/<br />
83/EG) zijn er 27 jaren verstreken. Opleidingen zijn inmiddels veranderd<br />
en het in richtlijn 2001/83/EG geformuleerde overgangsrecht is geheel of<br />
gedeeltelijk achterhaald. Toch zullen de bekwaamheidseisen ook moeten<br />
voldoen aan de artikelen 49 en 50 van richtlijn 2001/83/EG cq van artikel<br />
13, tweede lid, van richtlijn 2001/20/EG.<br />
Door een en ander dient een gedetailleerde regeling te worden opgesteld,<br />
waarin zowel met de artikelen 49 en 50 van richtlijn 2001/83/EG onderscheidenlijk<br />
artikel 13, tweede lid, van richtlijn 2001/20 als met nieuwe<br />
ontwikkelingen rekening zal worden gehouden. De bekwaamheidseisen<br />
lenen zich daarom niet voor regeling op wetsniveau.<br />
De betrokken bedrijven zullen behalve de QP ook ander gekwalificeerd<br />
personeel in dienst (moeten) hebben. De (ontwerp)richtlijn van de Europese<br />
Commissie waarin de beginselen en richtsnoeren inzake goede praktijken<br />
bij de vervaardiging van geneesmiddelen voor menselijk gebruik en<br />
voor geneesmiddelen voor onderzoek voor menselijk gebruik zullen<br />
worden vastgelegd, bepaalt dat ook dat personeel adequaat geschoold is.<br />
De vindplaats van die richtlijn van de Commissie is nog niet bekend.<br />
Artikel 21<br />
Kwaliteitscontrole op het vervaardigingsproces en op de geheel of gedeeltelijk<br />
vervaardigde geneesmiddelen in een fabriek wordt het beste ondersteund<br />
indien er van de productie van een charge een genummerd<br />
protocol wordt bijgehouden. Mede aan de hand daarvan kan worden<br />
vastgesteld dat de (deel)vervaardiging plaats heeft gevonden in overeenstemming<br />
met de beschrijving daarvan in het dossier dat ten grondslag<br />
ligt aan de vergunning voor het in de handel brengen en dat het geneesmiddel<br />
voldoet aan de eisen die het dossier daaraan stelt. Het eerste lid<br />
van het onderhavige artikel, dat tot deze protocollering verplicht, is<br />
ontleend aan artikel 8, eerste lid, onder a en b, van het BBA van 1977<br />
Indien het om ingevoerde geneesmiddelen gaat, dient de fabrikantimporteur<br />
te beschikken over de protocollen van de vervaardiging in het<br />
derde land, opgesteld door de vervaardiger aldaar.<br />
De fabrikant die in een andere lidstaat vervaardigde of geïmporteerde<br />
geneesmiddelen verpakt en de verpakking daarvan etiketteert, moet ervan<br />
kunnen uitgaan dat het gekwalificeerde personeel van de fabrikant in de<br />
andere lidstaat hun werkzaamheden overeenkomstig de in Titel IV van<br />
richtlijn 2001/83/EG gestelde voorschriften uitvoeren.<br />
Daarom is in artikel 51, eerste lid, tweede volzin, van richtlijn 2001/83/EG<br />
bepaald dat er geen controles op de charges van die geneesmiddelen<br />
hoeven te worden uitgevoerd indien de fabrikant beschikt over het verslag<br />
van de gekwalificeerde persoon in de andere lidstaat ten aanzien van de<br />
controles die deze heeft uitgevoerd op aldaar vervaardigde of ingevoerde<br />
geneesmiddelen. Dit is in het derde lid van het onderhavige artikel geregeld.<br />
Het vierde lid van het onderhavige artikel bevat de inhoud van artikel 13,<br />
derde lid, onder b, van richtlijn 2001/20/EG en is vergelijkbaar met het<br />
tweede lid van het onderhavige artikel.<br />
Het vijfde lid bevat de inhoud van artikel 13, derde lid, onder c, van richtlijn<br />
2001/20/EG.<br />
Artikel 22<br />
Dit artikel is, voor zover het «gewone» geneesmiddelen betreft, ontleend<br />
aan artikel 10 van het BBA van 1977. De in dit artikel opgelegde verplichtingen<br />
hebben tot doel de naleving van de verplichtingen van de fabrikant<br />
Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–<strong>2004</strong>, 29 359, nr. 3 47