10.11.2014 Views

Geneesmiddelenwet MvT maart 2004 - VGT

Geneesmiddelenwet MvT maart 2004 - VGT

Geneesmiddelenwet MvT maart 2004 - VGT

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Receptplichtige geneesmiddelen kunnen uitsluitend door of in opdracht<br />

van een praktiserende apotheker of een apotheekhoudende arts worden<br />

verstrekt aan degene die daartoe een recept inlevert. De feitelijke terhandstelling<br />

hoeft niet altijd door de apotheker of door de apotheekhoudende<br />

arts persoonlijk te geschieden. Hij kan daarvoor anderen inschakelen,<br />

zoals apothekersassistenten onderscheidenlijk doktersassistenten dan wel<br />

andere beroepsbeoefenaren die daarvoor gekwalificeerd zijn.<br />

Aan de inschrijving in het register van gevestigde apothekers zijn op zich<br />

geen nadere eisen verbonden. Uiteraard kan alleen een apotheker die<br />

geregistreerd is in het zogenaamde BIG-register van apothekers voor<br />

registratie als gevestigde apotheker in aanmerking komen.<br />

Zoals uit de definitie van ter hand stellen in artikel 1, eerste lid, onder r, en<br />

derde lid, al blijkt, gaat het daarbij niet alleen om het rechtstreeks<br />

verstrekken van een geneesmiddel aan patiënten, maar ook om verstrekkingen<br />

aan daar genoemde categorieën van beroepsbeoefenaren voor de<br />

«dokterstas». Voor nadere uitleg van het begrip «dokterstas» wordt hier<br />

verwezen naar de toelichting op artikel 1, eerste lid, onder r.<br />

Het zesde lid van het onderhavige artikel bepaalt dat de beroepsbeoefenaar<br />

die geneesmiddelen ten behoeve van de dokterstas door de<br />

apotheker ter hand gesteld wil krijgen, daarom schriftelijk moet<br />

verzoeken. In de praktijk zal het daarbij met name om receptgeneesmiddelen<br />

gaan. Zelfzorggeneesmiddelen kan men immers op tal<br />

van andere plaatsen aanschaffen.<br />

Alleen in spoedgevallen mag een apotheker zonder recept een receptgeneesmiddel<br />

aan een patiënt of een beroepsbeoefenaar als bedoeld in<br />

artikel 1, eerste lid, onder r, of derde lid, ter hand stellen. Het zevende lid<br />

van het onderhavige artikel voorziet daarin. Een bepaling als deze met<br />

betrekking tot de apotheekhoudende huisarts ontbreekt uiteraard. Hij kan<br />

immers zelf het vereiste recept uitschrijven.<br />

Een (niet spoedeisend) verzoek om geneesmiddelen voor de dokterstas<br />

moet zodanig zijn opgesteld dat daaruit blijkt of de aanvrager behoort tot<br />

de beroepscategorieën zoals die worden zijn genoemd in artikel 1, eerste<br />

lid, onder r, en derde lid (artsen, tandartsen, dierenartsen, verloskundigen<br />

en optometristen).<br />

Het achtste lid bepaalt dat de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en<br />

Sport bevoegd is aan een huisarts een vergunning te verlenen om<br />

geneesmiddelen ter hand te stellen aan de patiënten van zijn praktijk<br />

indien dit in het belang van de geneesmiddelenvoorziening is. Het motief<br />

voor deze bepaling is dat ook in die gebieden in Nederland die dunbevolkt<br />

zijn en waar het om economische redenen niet aantrekkelijk is om een<br />

apotheek te vestigen, de geneesmiddelenvoorziening gewaarborgd is.<br />

Het negende lid bepaalt dat indien een huisarts een praktijk deelt met een<br />

andere huisarts die reeds een vergunning als apotheekhoudende heeft,<br />

ook de eerstgenoemde huisarts een vergunning kan verkrijgen om<br />

geneesmiddelen ter hand te stellen aan de patiënten die hij behandelt.<br />

Deze vergunningen worden ook wel aangeduid als associée-vergunningen.<br />

Het tiende lid, aanhef en onder a, houdt in dat een in het achtste lid<br />

bedoelde vergunning vervalt indien de apotheekhoudende huisarts zijn<br />

praktijk beëindigt dan wel zijn inschrijving in het BIG-register van artsen<br />

wordt doorgehaald of geschorst. Doorhaling of schorsing van de inschrijving<br />

betekent dat de betrokkene de titel van arts niet meer mag voeren en<br />

dat heeft uiteraard consequenties voor de beroepsuitoefening.<br />

Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–<strong>2004</strong>, 29 359, nr. 3 60

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!