Staatsblad Moniteur - Procedurecivile.be
Staatsblad Moniteur - Procedurecivile.be
Staatsblad Moniteur - Procedurecivile.be
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
MONITEUR BELGE — 12.06.2007 — BELGISCH STAATSBLAD<br />
31633<br />
Vu l’arrêté royal du 14 juin 2004 portant réforme des structures de<br />
gestion de l’infrastructure ferroviaire, notamment l’article 4;<br />
Vu l’arrêté royal du 18 octobre 2004 établissant les statuts de la société<br />
anonyme de droit public Infra<strong>be</strong>l;<br />
Considérant que la création d’un Réseau Express Régional dans et<br />
autour de Bruxelles constitue une nécessité pour accroître la part de<br />
marché des transports en commun dans un rayon d’environ 30 km<br />
autour de la capitale et pour résoudre les problèmes de mobilité<br />
particulièrement aigus aux heures de pointe;<br />
Considérant que, dans le cadre de la réalisation de ce Réseau Express<br />
Régional, la capacité ferroviaire du tronçon Watermael-Boisfort –<br />
Ottignies-Louvain-la-Neuve doit être augmentée;<br />
Considérant que des études comparatives de tracés ont démontré que<br />
l’extension de capacité visée sera réalisée defaçon optimale par la<br />
construction d’une troisième et d’une quatrième voies à côté des voies<br />
existantes de la ligne ferroviaire 161 et par l’adaptation du tracé des<br />
voies de raccordement de la ligne ferroviaire 139 Ottignies-Wavre;<br />
Considérant qu’il est nécessaire, pour la construction des voies en<br />
question, d’élargir la plate-forme ferroviaire;<br />
Considérant que le permis unique, octroyé par la Région wallonne le<br />
22 novembre 2004, impose la réalisation d’un passage à faune de<br />
grande dimension à la place de l’ouvrage hydraulique n° 2753 mais que<br />
la réalisation de ce passage à faune présenterait divers problèmes, à<br />
savoir : la présence d’un sol marécageux, l’impossibilité d’accès au pied<br />
de l’ouvrage et de grandes difficultés de construction engendrant des<br />
coûts importants;<br />
Considérant, eu égard à ces problèmes, que la Direction générale des<br />
Ressources naturelles et de l’Environnement – Division de la Nature et<br />
des Forêts de la Région wallonne a marqué son accord de principe avec<br />
le maintien de l’ouvrage hydraulique n° 2753 moyennant le fonçage,<br />
dans une zone plus constructible, d’un plus petit passage à faune sous<br />
les voies et moyennant, en contrepartie de la non-réalisation du passage<br />
à faune de grande dimension, le reboisement des zones en creux, de<br />
façon à prolonger la lisière du bois jusqu’au passage à faune à<br />
construire et à rendre ainsi celui-ci attractif et sécurisant;<br />
Considérant qu’il s’avère donc nécessaire d’acquérir des emprises<br />
situées sur le territoire de la ville de Wavre pour la réalisation de la<br />
nouvelle infrastructure, la construction du passage à faune sous la voie,<br />
l’installation du matériel de fonçage et le reboisement des zones en<br />
creux;<br />
Considérant que, conformément au plan pluriannuel d’investissements<br />
ferroviaires 2001-2012, confirmé par l’accord de coopération<br />
entre l’Etat et les Régions du 11 octobre 2001, l’offre de transport du<br />
Réseau Express Régional, à laquelle contribue cette extension ferroviaire,<br />
doit être entièrement opérationnelle au plus tard fin 2012 et que,<br />
compte tenu de la durée programmée des travaux, la prise de<br />
possession immédiate pour cause d’utilité publique des parcelles en<br />
question est, par conséquent, indispensable;<br />
Sur la proposition de Notre Ministre de la Mobilité,<br />
Nous avons arrêté et arrêtons :<br />
Article 1 er . L’utilité publique exige, pour la réalisation des travaux<br />
dans le cadre de la mise à quatre voies du tronçon Watermael-Boisfort<br />
– Ottignies-Louvain-la-Neuve de la ligne ferroviaire 161 et de l’adaptation<br />
du tracé des voies de raccordement de la ligne ferroviaire 139<br />
Ottignies-Wavre, la prise de possession immédiate des parcelles situées<br />
sur le territoire de la ville de Wavre reprises au plan n° 026.225KU2,<br />
annexé au présent arrêté.<br />
Art. 2. Adéfaut de cession amiable, les parcelles indiquées au plan<br />
visé ci-dessus et nécessaires à l’exécution des travaux en question,<br />
seront emprises et occupées conformément à la loi du 26 juillet 1962,<br />
modifiée par la loi du 6 avril 2000, relative à la procédure d’extrême<br />
urgence en matière d’expropriation pour cause d’utilité publique.<br />
Art. 3. Notre Ministre de la Mobilité est chargé de l’exécution du<br />
présent arrêté.<br />
Donné àBruxelles, le 25 avril 2007.<br />
ALBERT<br />
Par le Roi :<br />
Le Ministre de la Mobilité,<br />
R. LANDUYT<br />
Gelet op het koninklijk <strong>be</strong>sluit van 14 juni 2004 tot hervorming van<br />
de <strong>be</strong>heersstructuren van de spoorweginfrastructuur, inzonderheid op<br />
artikel 4;<br />
Gelet op het koninklijk <strong>be</strong>sluit van 18 okto<strong>be</strong>r 2004 houdende<br />
vaststelling van de statuten van de naamloze vennootschap van<br />
publiek recht Infra<strong>be</strong>l;<br />
Overwegende dat het creëren van een Gewestelijk Expresnet in en<br />
rond Brussel noodzakelijk is om het marktaandeel van het openbaar<br />
vervoer te verhogen binnen een straal van ongeveer 30 km rond de<br />
hoofdstad en om de bijzonder zware mobiliteitsproblemen tijdens de<br />
piekuren op te lossen;<br />
Overwegende dat, in het kader van de verwezenlijking van dit<br />
Gewestelijk Expresnet, de spoorwegcapaciteit van het baanvak<br />
Watermaal-Bosvoorde – Ottignies-Louvain-la-Neuve verhoogd moet<br />
worden;<br />
Overwegende dat vergelijkende tracéstudies heb<strong>be</strong>n aangetoond dat<br />
de <strong>be</strong>oogde capaciteitsuitbreiding optimaal tot stand zal komen door<br />
de aanleg van een derde en vierde spoor naast de <strong>be</strong>staande sporen van<br />
de spoorlijn 161 en door de tracéaanpassing van de aansluitingssporen<br />
van de spoorlijn 139 Ottignies-Waver;<br />
Overwegende dat het voor de aanleg van de <strong>be</strong>wuste sporen nodig is<br />
om de spoorweg<strong>be</strong>dding te verbreden;<br />
Overwegende dat de unieke vergunning, toegekend door het Waalse<br />
Gewest op 22 novem<strong>be</strong>r 2004, de aanleg van een omvangrijke<br />
faunadoorgang oplegt op de plaats van het hydraulisch kunstwerk<br />
nr. 2753 maar dat de aanleg van deze faunadoorgang gepaard zou gaan<br />
met diverse problemen, namelijk : de aanwezigheid van een moerassige<br />
grond, de onmogelijkheid om aan de voet van het kunstwerk te<br />
geraken en grote bouwmoeilijkheden met <strong>be</strong>langrijke kosten als gevolg;<br />
Overwegende dat, gelet op deze problemen, de « Direction générale<br />
des Ressources naturelles et de l’Environnement – Division de la<br />
Nature et des Forêts » van het Waalse Gewest zijn princiepsakkoord<br />
heeft gegeven met het <strong>be</strong>houd van het hydraulisch kunstwerk nr. 2753<br />
mits de boring, in een bouwrijpere zone, van een kleinere faunadoorgang<br />
onder de sporen en mits, ter compensatie voor het niet realiseren<br />
van de omvangrijke faunadoorgang, de her<strong>be</strong>bossing van de laaggelegen<br />
zones zodat de bosrand verlengd wordt tot aan de te bouwen<br />
faunadoorgang waardoor deze aantrekkelijk en vertrouwenwekkend<br />
wordt gemaakt;<br />
Overwegende dat het bijgevolg noodzakelijk blijkt percelen gelegen<br />
op het grondgebied van de stad Waver te verwerven voor de<br />
verwezenlijking van de nieuwe infrastructuur, de aanleg van de<br />
faunadoorgang onder de sporen, de installatie van het boormateriaal en<br />
de her<strong>be</strong>bossing van de laaggelegen zones;<br />
Overwegende dat, conform het meerjaren spoorweginvesteringsplan<br />
2001-2012, <strong>be</strong>vestigd door het samenwerkingsakkoord tussen de Staat<br />
en de Gewesten van 11 okto<strong>be</strong>r 2001, het vervoersaanbod van het<br />
Gewestelijk Expresnet, waartoe deze spooruitbreiding bijdraagt, volledig<br />
operationeel moet zijn tegen uiterlijk eind 2012 en dat wegens de<br />
vooropstaande duurtijd van de werken bijgevolg de onmiddellijke<br />
in<strong>be</strong>zitneming van de <strong>be</strong>doelde percelen ten algemenen nutte onont<strong>be</strong>erlijk<br />
is;<br />
Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit,<br />
Heb<strong>be</strong>n Wij <strong>be</strong>sloten en <strong>be</strong>sluiten Wij :<br />
Artikel 1. Het algemeen nut vordert voor de uitvoering van de<br />
werken in het kader van het op vier sporen brengen van het baanvak<br />
Watermaal-Bosvoorde – Ottignies-Louvain-la-Neuve van de spoorlijn<br />
161 en van de tracéaanpassing van de aansluitingssporen van de<br />
spoorlijn 139 Ottignies-Waver, de onmiddellijke in<strong>be</strong>zitneming van de<br />
percelen gelegen op het grondgebied van de stad Waver opgenomen in<br />
het plan nr. 026.225KU2, gevoegd bij dit <strong>be</strong>sluit.<br />
Art. 2. Bij gebrek aan afstand in der minne, worden de voor de<br />
<strong>be</strong>treffende werken <strong>be</strong>nodigde en op voormelde plan aangeduide<br />
percelen ingenomen en <strong>be</strong>zet overeenkomstig de wet van 26 juli 1962,<br />
gewijzigd bij de wet van 6 april 2000, <strong>be</strong>treffende de rechtspleging bij<br />
hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen<br />
nutte.<br />
Art. 3. Onze Minister van Mobiliteit is <strong>be</strong>last met de uitvoering van<br />
dit <strong>be</strong>sluit.<br />
Gegeven te Brussel, 25 april 2007.<br />
ALBERT<br />
Van Koningswege :<br />
De Minister van Mobiliteit,<br />
R. LANDUYT