13.07.2015 Views

Concept Richtlijn Ovariumcarcinoom - Oncoline

Concept Richtlijn Ovariumcarcinoom - Oncoline

Concept Richtlijn Ovariumcarcinoom - Oncoline

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Conclusies:Structurele begeleiding door een gespecialiseerde psychosociale hulpverlener is niet onderzocht voorovariumpatiënten.De vraag of structurele begeleiding door een gespecialiseerde psychosociale hulpverlener(seksuoloog, maatschappelijk werker, psycholoog, verpleegkundig specialist oncologie, geestelijkverzorger) leidt tot een verbeterde kwaliteit van leven bij patiënten tijdens en na de behandeling kanop grond van de literatuur niet duidelijk worden beantwoord.Er zijn wel aanwijzingen dat structurele begeleiding tot een verbeterde kwaliteit van leven bij patiëntenmet kanker kan leiden. Dit geldt in het bijzonder voor de rol van de psycholoog, de verpleegkundigspecialist en de geestelijk verzorger. Er zijn geen studies gevonden waarin de rol van de seksuoloogen de maatschappelijk werker zijn beschreven.Wat betreft de generaliseerbaarheid van de onderzoeksresultaten kan verondersteld worden dateffecten van interventies die bijwerkingen van chemotherapie betreffen ook positief zullen zijn bijpatiënten met ovariumcarcinoom. De resultaten m.b.t. angst en depressie die vooral bijborstkankerpatiënten en bij kankerpatiënten in een verder gevormd stadium van kanker zijnaangetoond zijn, voor zover ze effectief zijn, mogelijk ook effectief bij ovariumcarcinoom patiënten.Gezien het feit dat de gebruikte onderzoeksresultaten niet specifiek betrekking hebben op dedoelgroep, moet het niveau van de bewijskracht geschat worden op niveau 4.Effecten van interventiesAngst en depressieDe commissie is van mening dat angst kan verminderen door ontspanningsoefeningen alsmonobehandeling of gecombineerd met geleide fantasie oefeningen.Psychoeducatie gericht op het verminderen van depressie kan zinvol zijnNiveau 4 D Commissie A2 Devine 1995, B Arving 2007, A2 Uitterhoeve 2004Misselijkheid en brakenDe commissie is van mening dat misselijkheid en braken als bijwerking van de behandeling metchemotherapie, kunnen verminderen door verschillende vormen van behandeling zoalsontspanningsoefeningen, systematische desensitisatie en geleide fantasie oefeningen (Devine 1995)ter aanvulling van de toepassing van de gebruikelijke anti-emetica. Deze interventies lijken meereffectief te zijn in latere kuurcycli. Vooral ten aanzien van misselijkheid zijn betere effecten vaninterventies gezien in kuren 4 en 5. Er kan niet worden vastgesteld welke van de verschillendeinterventies het meest effectief is. Er is niet duidelijk naar voren gekomen welke discipline dezeinterventies het beste kan toepassen.Niveau 4 D Commissie; Devine 1995StemmingDe commissie is van mening dat pycho-educatie en /of cognitieve therapie over wogen kan wordenter vermindering van depressieve gevoelens bij patiënten in zowel een vergevorded stadium vankanker als in de diagnistische fase.Niveau 4 D Commissie; Arving 2007, Devine 1995, Uitterhoeve 2004CopingDe commissie is van mening dat interventies gericht op het aanleren van een andere copingstijl zoalspsycho-educatie, systematische desensitisatie, geleide fantasie oefeningen, het aanleren vanontspanningsoefeningen tot een betere kwaliteit van leven zouden kunnen leiden. Er zijnaanwijzingen dat counseling gericht op coping bij terminale patiënten kan bij dragen aan een beterekwaliteit van levenNiveau 4 D Commissie; Arving 2007, Devine 1995, Uitterhoeve 2004SeksualiteitDe commissie is van mening dat cognitieve therapie door een psycholoog en psycho-educatie dooreen verpleegkundig specialist tot een verbetering in het seksuele functioneren zouden kunnen leiden.Er zijn aanwijzingen dat deze specifieke problematiek wordt onderbelicht en veel meer aandachtnodig heeft.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!