de invloed van de buurt - Maatschappijwetenschappen - Universiteit ...
de invloed van de buurt - Maatschappijwetenschappen - Universiteit ...
de invloed van de buurt - Maatschappijwetenschappen - Universiteit ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Invloed <strong>van</strong> <strong>buurt</strong>kenmerken op criminaliteit <strong>van</strong> jonge inwoners 87<br />
Gebruikmakend <strong>van</strong> Burgess’ zonale theorie (1925) stellen ze, dat het<br />
zakencentrum <strong>de</strong> neiging vertoont zich uit te brei<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> omliggen<strong>de</strong><br />
gebie<strong>de</strong>n. Als gevolg hier<strong>van</strong> on<strong>de</strong>rgaan <strong>de</strong>ze gebie<strong>de</strong>n veran<strong>de</strong>ringen in <strong>de</strong><br />
functies die ze vervullen: <strong>de</strong> woonfunctie maakt plaats voor industriële en<br />
commerciële functies. Deze overgang gaat gepaard met een daling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
bevolking en fysieke achteruitgang <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> door leegstand. Shaw en<br />
McKay wijzen naar <strong>de</strong> bevolkingsinstabiliteit als verklaring voor <strong>de</strong> jeugd<strong>de</strong>linquentie.<br />
Deze instabiliteit veroorzaakt sociale <strong>de</strong>sintegratie; bewoners<br />
ervaren geen <strong>buurt</strong>binding meer en voelen zich niet meer betrokken bij wat er<br />
in hun directe omgeving gebeurt. Dit proces wordt versterkt doordat alleen <strong>de</strong><br />
zwakste economische groepen, vaak immigranten, zich - noodgedwongen -<br />
vestigen in het onpopulaire, maar goedkope, woonklimaat. Aanpassingsproblemen<br />
en cultuurbarrières tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> groepen dragen ver<strong>de</strong>r<br />
bij aan het afbrokkelen <strong>van</strong> het sociale cement. De auteurs stellen dat aan <strong>de</strong>ze<br />
factoren als zodanig geen causale betekenis mag wor<strong>de</strong>n toegekend; genoem<strong>de</strong><br />
omstandighe<strong>de</strong>n brengen processen op gang die lei<strong>de</strong>n tot meer regelovertreding<br />
door jeugdigen. Deze processen hebben betrekking op <strong>de</strong> articulatie <strong>van</strong><br />
normen en waar<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> gemeenschap. De geschetste situatie brengt enerzijds<br />
met zich mee dat <strong>de</strong> gemeenschap niet (goed) meer in staat is bin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> rolvoorschriften<br />
op te leggen aan haar le<strong>de</strong>n. Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> sociale controle<br />
functioneert niet meer. An<strong>de</strong>rzijds ontwikkelen zich vormen <strong>van</strong> sociale<br />
organisatie, waarin afwijken<strong>de</strong> normen en waar<strong>de</strong>n gel<strong>de</strong>n. Een voorbeeld is <strong>de</strong><br />
jeugdben<strong>de</strong> (gang).<br />
In aanvulling op <strong>de</strong> ‘klassieke’ sociale-<strong>de</strong>sorganisatiefactoren (lage SES, hoge<br />
verhuismobiliteit, culturele heterogeniteit) is gewezen op het belang <strong>van</strong> drie<br />
an<strong>de</strong>re kenmerken, te weten <strong>de</strong> bewoningsdichtheid in een gebied, <strong>de</strong> aard <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> bebouwing en <strong>de</strong> mate waarin gezinnen sociale samenhang vertonen<br />
(gezinscohesie). Met betrekking tot het eerste kenmerk, dichtheid, merken<br />
Gove et al. (1979) op dat een on<strong>de</strong>rscheid moet wor<strong>de</strong>n gemaakt tussen het<br />
aantal personen dat op een bepaal<strong>de</strong> oppervlakte leeft en het aantal personen<br />
dat in een woning samenleeft (overcrowding). Ze betogen dat met name het<br />
laatste kenmerk <strong>van</strong> belang is. Overcrowding leidt er toe dat jongeren vaker<br />
buitenshuis verkeren, waar zij niet on<strong>de</strong>r controle staan <strong>van</strong> ou<strong>de</strong>rs of an<strong>de</strong>re<br />
volwassenen.<br />
Uit <strong>de</strong> bouwkun<strong>de</strong> is <strong>de</strong> stelling afkomstig dat <strong>de</strong> aard <strong>van</strong> <strong>de</strong> bebouwing <strong>van</strong><br />
<strong>invloed</strong> is op <strong>de</strong> mate waarin bewoners toezicht kunnen hou<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> buitenruimte<br />
en vooral ook op <strong>de</strong> mate waarin zij <strong>de</strong>ze ruimte als hun territorium<br />
beschouwen. Volgens Newman (1972) is <strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong> fysieke ruimte is<br />
ingericht <strong>van</strong> <strong>invloed</strong> op <strong>de</strong> mate waarin bewoners zich kunnen ‘ver<strong>de</strong>digen’<br />
tegen criminaliteit (<strong>de</strong>fensible space). Hij constateert dat met name in en<br />
rondom hoogbouw veel problemen met criminaliteit ontstaan, welke kunnen