31.08.2013 Views

7 - Stad Kortrijk

7 - Stad Kortrijk

7 - Stad Kortrijk

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Kortom, verregaande detailgegevens halen we er niet uit, maar een algemene trend<br />

tekent zich toch af. En daarbij frappeert het dat <strong>Kortrijk</strong>, op 13 centrumsteden, qua<br />

aanbod ruwweg altijd in de bovenste helft van het klassement zit, maar qua participatie<br />

zelden de onderste helft overstijgt.<br />

Een uitzondering op die regel is de participatie aan (socio)-culturele verenigingen,<br />

waar <strong>Kortrijk</strong> zowel in 2008 als in 2011 op de 4e plaats staat.<br />

Je zou dus –opnieuw met grote stappen snel thuis- kunnen stellen dat cultuurparticipatie<br />

in <strong>Kortrijk</strong> goed scoort zolang het om het verenigingsleven gaat, maar voor<br />

verbetering vatbaar is inzake het (vaak professionele) aanbod.<br />

Op het eerste zicht zijn er drie mogelijke conclusies te trekken uit die discrepantie<br />

tussen aanbod en participatie – waarvan één of meerdere juist zijn:<br />

1. Er is te veel aanbod<br />

2. Er is zeker voldoende aanbod (en misschien te veel), maar dat aanbod wordt<br />

niet goed in de markt gezet (communicatie, prijs, planning,…)<br />

3. Het aanbod is niet goed/geschikt genoeg.<br />

Hierop komen we terug in punt 6.3.<br />

De recente studie ‘Participatie in Vlaanderen’ geeft ons nader inzicht in die participatie,<br />

qua doelgroepen en doorslaggevende factoren. En daaruit blijkt alvast dat <strong>Kortrijk</strong><br />

heus niet de enige stad is met werk aan de winkel: “Het publiek van de Vlaamse<br />

culturele centra en de bezoekers van de Vlaamse openbare bibliotheken zijn allesbehalve<br />

een weerspiegeling van de Vlaamse bevolking” 15 . Nog altijd zijn dezelfde<br />

bevolkingsgroepen ondervertegenwoordigd: “laagopgeleiden, jongeren, ouderen<br />

en mannen” 16 . Uit het onderzoek blijkt dat “kritische media, ‘peers’, lidmaatschappen<br />

en cultuuractieve ouders een belangrijke functie vervullen bij het doorgeven en<br />

aanleren van culturele competenties die de sociodemografi sche kenmerken overstijgen”<br />

17 .<br />

Ook de leeftijd is een belangrijke factor. Jongeren participeren vooral in bioscoop,<br />

festivals/concerten met niet-klassieke muziek, amateurkunsten , podiumactiviteiten<br />

als ballet, hedendaagse dans en theater. Musea en tentoonstellingen, klassieke<br />

muziek, erfgoed en lidmaatschap van sociale of ontspanningsverenigingen pieken<br />

daarentegen rond de 60 jaar.<br />

Het opleidingsniveau weegt altijd door maar des te sterker naarmate men ouder is.<br />

Ook hoogopgeleiden scoren beduidend beter. Het culturele kapitaal dat je van thuis<br />

uit mee kreeg heeft voor alle leeftijden en generaties eenzelfde participatiebevorderend<br />

effect.<br />

15<br />

Lievens, J. & Waege, H. (red), (2011), Cultuurparticipatie in Vlaanderen, deel II, Leuven/ Den Haag: Acco, p. 159<br />

16<br />

Lievens, J. & Waege, H. (red), (2011), Cultuurparticipatie in Vlaanderen, deel II, Leuven/ Den Haag: Acco, p. 159<br />

17<br />

Lievens, J. & Waege, H. (red), (2011), Cultuurparticipatie in Vlaanderen, deel II, Leuven/ Den Haag: Acco, p. 159<br />

5<br />

#5 STRATEGISCHE ONDERBOUW<br />

26

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!