Kikker & Co - Provincie West-Vlaanderen
Kikker & Co - Provincie West-Vlaanderen
Kikker & Co - Provincie West-Vlaanderen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
60<br />
woelrat<br />
bruine rat<br />
otter<br />
hermelijn<br />
Zoogdieren<br />
Muskusratten bezitten korte voorpoten en grote achterpoten die dienst doen<br />
als zwempoten. De vijf tenen zijn verbonden door korte zwemvliezen. Iedere<br />
teen is omzoomd door een ‘zwemborstel’: waterafstotende haartjes die het<br />
roeioppervlak vergroten. Tussen beide roeipoten ligt het roer: de onbehaarde,<br />
zijdelings afgeplatte staart. De woelrat bezit een ronde, behaarde<br />
staart. De glanzende pels is met fijne haren bezet en kan veel lucht opslaan.<br />
Hierdoor wordt het drijfvermogen groter.<br />
Wanneer we een ‘grote’, ‘dikke’ rat van 30 cm romplengte zien bij het<br />
water, dan zal het wel een muskusrat zijn. Het dier is erg mensenschuw en<br />
zal direct onderduiken.<br />
Zien we een ‘kleine’ rat van 15 tot 20 cm romplengte die we geruisloos kunnen<br />
benaderen, dan kan het een woelrat zijn. Deze soort is erg bijziend<br />
zodat we ze tot op enkele passen kunnen benaderen. Bij het minste geluid<br />
duikt hij onmiddellijk onder.<br />
Marters<br />
Hét roofdier van de waterkant is (was) de otter.<br />
Tot halfweg de 20ste eeuw kwam dit dier nog ruim verspreid voor in de<br />
<strong>West</strong>hoek. Sedert 1984 (in De Blankaart) zijn er geen waarnemingen meer<br />
geweest. Met klemmen, vallen, geweren, maar ook door de watervervuiling<br />
en landschapsvernietiging werd dit prachtdier uitgeroeid. Gelukkig bezit de<br />
waterkant nog andere roofdieren, die voor wat evenwicht kunnen zorgen.<br />
De bunzing, een roofdier van het gevarieerde platteland, vertoeft graag<br />
langs oevers van beken en vijvers. Als rattenvanger is hij nauwelijks te overtreffen.<br />
Zijn slanke, soepele lijf is uiterst geschikt om de ratten, ook muskusratten,<br />
in hun gangenstelsels te achtervolgen. Bunzings eten ook graag<br />
kikkers en, wat weinig roofdieren lusten, padden. Ze krijgen een zware indigestie<br />
als ze vrouwelijke kikkers of padden oppeuzelen die hun eitjes nog<br />
niet hebben afgezet. Het gelatineuze omhulsel rond de eitjes zwelt op in hun<br />
maag en ze moeten alles uitbraken.<br />
De bunzing wordt ook ‘eierdief’ en ‘stinkotter’ genoemd. Zijn eerste bijnaam<br />
is sprekend. Stinken doet het dier wanneer hij schrikt of aangevallen<br />
wordt. Uit klieren bij de anus scheidt het een stinkende vloeistof af die aanvallers<br />
(honden, vossen) ontmoedigt.<br />
Ook de hermelijn, een kleinere neef van de bunzing, is vaak aan de waterkant<br />
op jacht. Hij speurt er vooral naar woelratten en muizen. Die achtervolgt<br />
hij tot diep in hun gangen. ’s Winters krijgt de hermelijn een witte<br />
pels. Hun typerende zwarte staartpunt zorgt voor de herkenning.<br />
Als rattenvangers zijn hermelijn en bunzing van onschatbare waarde. Deze<br />
dieren verdienen dan ook echte bescherming.<br />
Waterspitsmuis<br />
Tenslotte is er ook nog een spitsmuis, die zich als waterdier specialiseerde:<br />
de waterspitsmuis. Dit vrij zeldzame diertje kan wel eens een poel of tuinvijver<br />
bezoeken. Waterspitsmuizen zijn hongerige rovertjes: ze eten alles<br />
wat leeft in het water, van kleine insectjes tot stekelbaars.