beeldkwaliteitsplan berghem zuid - Gemeente Oss

13. garage (inpandig):
een (eventueel in het hoofdgebouw
opgenomen) ruimte danwel gebouw ten
behoeve van het stallen van een motorvoertuig
al dan niet in combinatie met
een berging voor huishoudelijk gebruik;
14. gevelindeling:
een evenwichtige compositie bestaande
uit verschillende gevelopeningen zoals
bijvoorbeeld ramen en deuren;
15. goothoogte van een gebouw:
de afstand tussen peil en de snijlijn tussen
de gevel en een schuin dan wel plat
dakvlak;
16. halve bouwlaag:
deel van het gebouw waarvan
gemiddeld ongeveerd de helft wordt
begrensd door verticale gevelvlakken en
voor het overige door dakvlakken (zolder)
of zich beneden peil bevindt;
17. hoofdvoorgevel:
de voorgevel van een hoofdgebouw die
in de hoofdvoorgevelrooilijn, tevens
grens bouwvlak is gelegen;
52
18. hoofd- of nevenvoorgevelrooilijn,
tevens grens bouwvlak:
die grenzen van het bouwvlak die
gericht zijn naar het openbaar gebied
(voorste en zijdelingse kavelgrenzen)
tevens een als zodanig op de plankaart
aangegeven lijn, tevens grens van het
bouwvlak, die niet door bebouwing mag
worden overschreden;
19. hoofdgebouw:
een gebouw, inclusief aan- en uitbouwen
exclusief aangebouwde bijgebouwen,
dat door zijn ligging en/of afmetingen
als belangrijkste bouwwerk op een
bouwkavel is aan te merken;
20. hoofdoriëntatie:
de meest representatieve voorgevel van
een gebouw die in de hoofdvoorgevelrooilijn,
tevens grens bouwvlak is gelegen;
21. hoogte van bouwwerken, geen
gebouwen zijnde:
de hoogte van bouwwerken, geen
gebouwen zijnde wordt bepaald door
het in meters meten van het hoogste
punt van bouwwerken tot aan het peil;
BEGRIPPEN EN WIJZE VAN METEN
22. inhoud van een gebouw:
de inhoud van een gebouw, buitenwerks
gemeten vanaf peil tot de onderkant van
de dakbedekking, zonder bijrekening
van de berging, de garage en/of carport;
23. kantoor:
een ruimte die door haar aard, indeling
en inrichting kennelijk is bedoeld voor
het verrichten van werkzaamheden van
hoofdzakelijk administratieve aard;
24. kelder:
een overdekte, met wanden omsloten,
voor mensen toegankelijke ruimte, beneden
of tot ten hoogste 0.50 m boven de
kruin van de weg, waaraan de bouwkavel
is gelegen;
25. nevenoriëntatie:
een representatieve zijgevel van een
hoofdgebouw die in de nevenvoorgevelrooilijn
is gelegen;
26. ondergeschikte bouwdelen:
bouwdelen van beperkte afmetingen,
die buiten het gebouw uitsteken, zoals
schoorstenen, windvanen en liftschachten;