05.09.2013 Views

2003-1 - Holland Historisch Tijdschrift

2003-1 - Holland Historisch Tijdschrift

2003-1 - Holland Historisch Tijdschrift

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

In dienst van Den Haag 11<br />

keuren en ordonnanties. 10 De belangrijkste ambtenaren die verbonden waren aan het Hof<br />

staan in dit artikel centraal. Naast de stadhouder en de raadsheren waren dit de rentmeestergeneraal,<br />

de procureur-generaal, de advocaat-fiscaal en de controleur (zie Bijlage 1).<br />

De stadhouder was voorzitter van de Raad en had het grafelijk signet in bewaring waarmee<br />

alle mandementen op het gebied van bestuur en rechtspraak bezegeld moesten worden.<br />

Naast de stadhouder bestond de Raad sinds 1481 uit acht bezoldigde raadsheren en een<br />

raadsheer-commissaris, die alleen een wedde kreeg bij absentie van andere raadsheren. 11<br />

Bovendien waren per jaar gemiddeld nog ongeveer vier raadsheren zonder wedde actief. 12<br />

Hoewel in 1477 bepaald was dat naast bezoldigde <strong>Holland</strong>se raadsheren er ook twee bezoldigde<br />

Zeeuwse raadsheren moesten zijn, was dit in de behandelde periode op geen enkel<br />

moment het geval. Vanaf 1494 was er zelfs geen enkele Zeeuwse raadsheer meer die een volledige<br />

wedde ontving. Men was zich van deze ondergeschikte positie wel bewust want in<br />

1496 werd de Zeeuw Adriaan van Hogestein door Filips de Schone aangesteld als raadsheercommissaris<br />

‘omme te onderhouden de costumen’ van zijn voorvaderen. Dit was duidelijk<br />

een kunstgreep aangezien er door Adriaans aanstelling voor het eerst twee raadsheer-commissarissen<br />

waren. Toen Adriaan in 1501 stierf is zijn plaats niet meer door iemand anders<br />

ingenomen. 13 De andere hoge functies bij het Hof werden in de behandelde periode geheel<br />

door <strong>Holland</strong>ers bekleed. Van de 43 ambtenaren die onderzocht zijn, viel slechts voor vier<br />

heren een Zeeuwse afkomst vast te stellen. Aangezien de Zeeuwse ambtenaren ook buiten<br />

de te behandelen netwerken vallen, zal het hier verder bijna geheel over <strong>Holland</strong>se ambtenaren<br />

gaan. 14<br />

De rentmeester-generaal centraliseerde de inkomsten uit de grafelijke domeinen, de grafelijke<br />

justitie en de beden. Hij droeg zorg voor de uitbetaling van salarissen, emolumenten<br />

en reiskostenvergoedingen van het personeel van het Hof en de <strong>Holland</strong>se Rekenkamer. Om<br />

de rechten van de vorst zo goed mogelijk te beschermen was het hem vanaf 1480 weer toegestaan<br />

om zittingen van de Raad bij te wonen. Rentmeester-generaal Jan van Essche heeft<br />

tijdens zijn ambtsperiode nog regelmatig gebruik gemaakt van dit recht, maar zijn opvolger<br />

Thomas Beukelaar verscheen voor het laatst in de Raad in 1495, hoewel hij tot 1498 rentmeester-generaal<br />

was. Vermoedelijk was het recht om zittingen van de Raad bij te wonen in<br />

1495 afgeschaft. De twee rentmeesters-generaal na hem lieten zich in ieder geval ook nooit<br />

in de Raad zien. 15<br />

De raadsheren werden door de vorst aangesteld, maar dat betekende niet dat ze bij de<br />

rechtspraak automatisch het vorstelijk belang dienden. De procureur-generaal was een<br />

ambtenaar die zich wel zuiver voor de vorst moest inzetten en de vorstelijke belangen bij de<br />

Raad behartigen. Hij moest de naleving van vorstelijke beslissingen en ordonnanties controleren,<br />

juridische bijstand verlenen aan vorstelijke ambtenaren die slachtoffer waren ge-<br />

10 M.-C. Le Bailly, Recht voor de Raad. Rechtspraak voor het Hof van <strong>Holland</strong>, Zeeland en West-Friesland in het midden van de vijftiende<br />

eeuw (Hilversum 2001) 65-66, 72; Damen, De staat van dienst, 41-42.<br />

11 Damen, De staat van dienst, 56-58, 71.<br />

12 Ter Braake, De weg naar het Hof, bijlage 3.<br />

13 Nationaal Archief te Den Haag, Archief Grafelijkheidsrekenkamer, Rekeningen (hierna RekRek), inv. nr. 194, f. 97r-98r.<br />

14 De vier Zeeuwen zijn Adriaan van Hogestein, Adriaan Poppenz. van der Hayman, Filips Ruychrock van de Werve en Jan<br />

van Wissenkerke.<br />

15 Zie voor de activiteiten van Jan van Essche en Thomas Beukelaar in de Raad: Nationaal Archief te Den Haag, Archief Hof<br />

van <strong>Holland</strong> (hierna HvH), inv. nr. 477-479, passim; inv. nr. 1028, passim. In 1501 werd het rentmeester-generaalschap<br />

afgeschaft, maar gingen de taken van de rentmeester-generaal in principe over op die van de rentmeester van Noordholland.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!