05.09.2013 Views

2003-1 - Holland Historisch Tijdschrift

2003-1 - Holland Historisch Tijdschrift

2003-1 - Holland Historisch Tijdschrift

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Medemblik voor het Hof van <strong>Holland</strong> 41<br />

een gedupeerde rentekoper niet altijd op tegen de misgelopen inkomsten. Waren de renteinkomsten<br />

gering, dan werd er niet zo vlug een kostbaar proces aangespannen tegen de stad<br />

die de rente had verkocht. Daarnaast vormden de hoge proceskosten zelf in veel gevallen<br />

eveneens een beperkende factor. Lang niet iedere gedupeerde rentekoper bezat namelijk de<br />

financiële middelen om een proces aan te kunnen spannen.<br />

In verband met achterstallige rentebetalingen spande de Amsterdamse poorter Floris<br />

Janszn. in 1499 een proces aan tegen Medemblik. Van dit proces zijn alleen de dingtalen bewaard<br />

gebleven. Daaruit valt af te leiden dat het ging om een rente van negen Rijnse guldens<br />

(van 40 gr.) per jaar, oftewel 36 daglonen van een meester metselaar. 86 Het is onduidelijk op<br />

welke termijnen de rentebetalingen werden uitgekeerd. Uit het dingtaal van 11 maart 1499<br />

blijkt dat Medemblik ten tijde van dit proces al zes jaar lang geen rentebetalingen aan Floris<br />

Janszn. had uitgekeerd: ‘ende hoewel hij den regeerders der voirs. stede van Medemblyck...heeft<br />

doen sommeren ende manen omme betalinge te hebben vanden voirs achterstallige<br />

renten, zoe en heeft hij nochtans tot geenre betalinge konnen geraken, tot zijnen<br />

grote achterdele’. 87 Floris Janszn. eiste dat Medemblik niet alleen de achterstallige termijnen<br />

betaalde, maar eveneens de termijnen die tijdens het proces zouden verschijnen. Aangezien<br />

een proces meerdere jaren kon duren, werd op deze manier voorkomen dat Medemblik het<br />

proces als excuus gebruikte om toekomstige rentebetalingen achterwege te laten.<br />

Medemblik heeft pogingen ondernomen om met Floris Janszn. tot een minnelijke schikking<br />

te komen. Dat kan worden opgemaakt uit het dingtaal van 23 juli 1499 waarin de procureur<br />

van Medemblik beweerde dat er door Medemblik met Floris Janszn. afspraken waren<br />

gemaakt met betrekking tot het uitbetalen van de achterstallige rentetermijnen. 88 Het lijkt er<br />

dus op dat Medemblik een voor de stad gunstige regeling probeerde te treffen met Floris<br />

Janszn. Een voortijdig einde van het proces zou er daarnaast voor zorgen dat de proceskosten<br />

voor Medemblik niet al te hoog opliepen. Hoewel de procureur van Floris Janszn. een<br />

dag later ontkende dat er sprake was van een ‘composicie ende transactie’ (oftewel een minnelijke<br />

schikking), is het niet onmogelijk dat er op den duur daadwerkelijk een schikking is<br />

getroffen.<br />

In 1496 spande meester Jan van Haarlem een proces aan tegen Medemblik in verband met<br />

achterstallige rentebetalingen over de jaren 1494 en 1495. 89 Meester Jan van Haarlem was<br />

tussen 1485 en 1489 onbezoldigd raadsheer van het Hof van <strong>Holland</strong>. 90 Het is dan ook niet<br />

zo vreemd dat hij enkele jaren later naar dit gerechtshof stapte om Medemblik tot betaling<br />

te dwingen. Van het proces is slechts het vonnis van 23 november 1496 bewaard gebleven.<br />

Daaruit kan worden opgemaakt dat het ging om een rente van twintig Rijnse guldens (van<br />

40 gr.) per jaar, oftewel 80 daglonen van een meester metselaar. De betalingen vonden<br />

plaats op Sint Pancras (12 mei). Medemblik werd uiteindelijk veroordeeld tot het betalen van<br />

de in totaal 40 Rijnse guldens aan achterstallige rentetermijnen. De rentetermijnen die tijdens<br />

dit proces waren verschenen moesten eveneens worden uitgekeerd. Daarnaast veroor-<br />

86 Floris Janszn. beschikte daarnaast in ieder geval ook nog over een erfrente van achttien Rijnse guldens (van 40 gr.) per<br />

jaar op Opmeer (‘vercoft int oorloge van Joncker Frans’), zie: Fruin, Informacie, 116.<br />

87 HvH, Dingtalen, inv. nr. 01792 begin.<br />

88 ‘...dat hangende desen processe een overeencomst gemaict is...metten voirs. Floris, datmen hem betalen soude up sekeren<br />

termijn, dair inne den selven Floris geconsenteert heeft...’: HvH, Dingtalen, inv. nr. 01795 (ongefolieerd).<br />

89 Meester Jan van Haarlem was in 1514 schout van Mijns Heerenlant; een dochter van Jan van Haarlem bezat in 1514 een erfrente<br />

van acht Rijnse guldens (van 40 gr.) per jaar op Opmeer, zie: Fruin, Informacie, 116, 582.<br />

90 Zie het artikel van Serge ter Braake elders in dit tijdschrift.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!