05.09.2013 Views

2003-1 - Holland Historisch Tijdschrift

2003-1 - Holland Historisch Tijdschrift

2003-1 - Holland Historisch Tijdschrift

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

32 Medemblik voor het Hof van <strong>Holland</strong><br />

was een vermogensbelasting waarbij rekening werd gehouden met de persoonlijke rijkdom<br />

van de belastingbetalers. 28 Op die manier werd de belastingdruk evenwichtig over de gemeenschap<br />

verdeeld: hoe rijker men was, hoe meer belasting men betaalde. Het schot werd<br />

niet alleen gebruikt om alledaagse uitgaven te bekostigen, maar ook om het geld bijeen te<br />

brengen dat nodig was om beden of andere landsheerlijke belastingen te betalen.<br />

De afgevaardigden uit Medemblik verklaarden dat het aantal schotponden sinds het overlijden<br />

van Karel de Stoute sterk was verminderd. 29 Dat duidt op een afname van de rijkdom.<br />

Omstreeks 1477 had Medemblik samen met de dorpen Oostwoud, Wervershoof en Opperdoes<br />

ongeveer 1200 schotponden, die allemaal solvent waren (dat wil zeggen dat iedereen<br />

in staat was om belasting te betalen). In 1494 waren er slechts 295 solvente schotponden, en<br />

75 schotponden waarvan de betreffende personen zo arm geworden waren dat ze van aalmoezen<br />

moesten leven en zodoende niet aan hun betalingsverplichtingen konden voldoen.<br />

Het aantal mensen dat in staat was om de belastinggelden op te brengen nam tijdens het<br />

laatste kwart van de 15de eeuw sterk af, waardoor de financiële druk toenam.<br />

Medemblik hield geen gelijke tred met andere <strong>Holland</strong>se steden, waar het schot als inkomstenbron<br />

in de loop van de 15de eeuw werd vervangen door accijnzen. 30 In zijn studie<br />

naar het financiële beleid van Leiden in de 15de eeuw benadrukt J.W. Marsilje dat de overgang<br />

van het schot naar accijnzen in belangrijke mate werd bewerkstelligd door de stedelijke<br />

elite. 31 Dat is niet zo vreemd, aangezien een verbruiksbelasting – zoals accijnzen – voor<br />

deze groep gunstiger was dan een vermogensbelasting. 32 Een vermogensbelasting was direct<br />

voelbaar in de beurs. Accijnzen waren daarentegen indirecte belastingen waarbij zowel<br />

arme als rijke burgers voor een bepaalde hoeveelheid met accijns belaste goederen evenveel<br />

geld betaalden. 33 Dat het in Medemblik niet nodig was om het accent te verleggen op een andere<br />

inkomstenbron dan het schot, wijst erop dat de gezaghebbende burgerij van Medemblik<br />

gedurende de 15de en het begin van de 16de eeuw welwillender stond tegenover het heffen<br />

van deze vermogensbelasting dan de stedelijke elite van Leiden. Daarnaast was de financiële<br />

draagkracht van de inwoners van Medemblik ondanks de economische malaise<br />

niet zodanig verzwakt dat het schot door een andere belasting moest worden vervangen. 34 In<br />

Medemblik behoorde de vermogensbelasting aan het eind van de 15de eeuw dan ook tot de<br />

gewone stedelijke inkomsten.<br />

Of er in Medemblik aan het eind van de 15de eeuw helemaal geen accijnzen werden geheven,<br />

is wegens het ontbreken van stadsrekeningen uit deze periode moeilijk te achterhalen.<br />

Toch lijkt de ‘Informacie’ uit 1514 te bevestigen dat er in Medemblik omstreeks 1500 inderdaad<br />

geen gebruik werd gemaakt van accijnzen om de stadskas te spekken. Er werd toen<br />

Beierse en Bourgondische periode, ±1390-1477 (Hilversum 1985) 280 en R. van Uytven, Stadsfinanciën en stadsekonomie te Leuven<br />

van de XIIe tot het einde der XVIe eeuw (Brussel 1961) 105.<br />

28 Zowel in 1477 als in 1494 werd in Medemblik en de omliggende dorpen één schotpond gelijkgesteld aan 100 Rijnse guldens<br />

(van 40 gr.). Dat betekent dat iemand die in geld of goederen 100 Rijnse guldens bezat op één schotpond werd geraamd<br />

en op basis daarvan een bepaalde som geld moest betalen.<br />

29 Fruin, Enqueste, 27.<br />

30 Van Uytven, ‘Stadsgeschiedenis’, 242; Marsilje, Het financiële beleid, 266. Er waren nog meer steden die tijdens de ‘Enqueste’<br />

en ‘Informacie’ het schot als belangrijkste inkomstenbron opgaven en geen melding maakten van de heffing van<br />

accijnzen. Over het algemeen ging het daarbij om de kleine steden uit het graafschap <strong>Holland</strong>.<br />

31 Marsilje, Het financiële beleid, 281.<br />

32 Van Uytven, ‘Stadsgeschiedenis’, 242.<br />

33 Jappe Alberts, Middeleeuwse stad, 33. Wie veel bier of wijn dronk betaalde veel belasting.<br />

34 In Leuven raakte de aldaar geheven vermogensbelasting in de loop van de 16de eeuw namelijk in onbruik omdat de fi-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!