05.09.2013 Views

2003-1 - Holland Historisch Tijdschrift

2003-1 - Holland Historisch Tijdschrift

2003-1 - Holland Historisch Tijdschrift

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Maarten van Bourgondiën<br />

Medemblik voor het Hof van <strong>Holland</strong><br />

De financiële problemen van een <strong>Holland</strong>se stad gedurende<br />

het laatste kwart van de 15de eeuw<br />

Veel steden in het graafschap <strong>Holland</strong> raakten aan het eind van de 15de eeuw in grote financiële moeilijkheden.<br />

Sommige steden besloten zelfs surséance van betaling aan te vragen. In de literatuur heeft<br />

men tot nu toe vooral aandacht geschonken aan de zogenoemde hoofdsteden van het graafschap <strong>Holland</strong><br />

(Dordrecht, Haarlem, Delft, Leiden, Gouda en Amsterdam). De kleine steden zijn er vooralsnog bekaaid<br />

vanaf gekomen. Dit artikel is een eerste aanzet tot het vergroten van de kennis over de financiële<br />

problemen van de kleine <strong>Holland</strong>se steden gedurende het laatste kwart van de 15de eeuw.<br />

Inleiding<br />

Het graafschap <strong>Holland</strong> werd tijdens het laatste kwart van de 15de eeuw getroffen door een<br />

algehele economische malaise. 1 Het vele krijgsgeweld dat ondermeer de handel belemmerde,<br />

de hoge belastingdruk (met name vanaf het bewind van Karel de Stoute), de exploitatie<br />

van de munt (vooral door Maximiliaan van Oostenrijk), en de voortdurend herhaalde renteverkopen<br />

door zowel steden als dorpen ter financiering van de belastingen speelden hierbij<br />

een belangrijke rol. Om de ergste financiële nood te lenigen probeerden diverse steden tijdens<br />

het laatste kwart van de 15de eeuw surséance van betaling te krijgen. Daarvoor was<br />

landsheerlijke toestemming nodig. Een stad kreeg over het algemeen pas surséance van betaling<br />

nadat landsheerlijke commissarissen door middel van een onderzoek ter plaatse hadden<br />

vastgesteld dat dit de enige manier was om de financiële problemen van de betreffende<br />

stad het hoofd te bieden. In veel gevallen speelden politieke motieven een rol bij de beslissing<br />

om surséance van betaling te verlenen. 2 Indien noodzakelijk konden surséances na afloop<br />

van de vastgestelde termijn met landsheerlijke toestemming diverse malen worden verlengd.<br />

Wanneer steden vervolgens door schuldeisers voor het gerecht werden gedaagd, verwezen<br />

zij in de meeste gevallen naar de surséance van betaling om duidelijk te maken dat zij<br />

hun schulden niet hoefden te voldoen. Hieraan kleefde wel een belangrijk nadeel. Als gevolg<br />

van de surséances van betaling werd de invloed van de steden op het eigen financiële beleid<br />

steeds geringer, en dit tastte de politieke macht van de steden aan. 3 Na het verkrijgen van<br />

surséance van betaling kwamen de stadsfinanciën namelijk onder toezicht te staan van<br />

landsheerlijke commissarissen. In een tijd waarin politiek en financiën zeer nauw met elkaar<br />

verbonden waren, leidde een dergelijke beperking van de financiële zelfstandigheid<br />

vrijwel automatisch tot een vermindering van de politieke invloed ten opzichte van het<br />

1 A.M. van der Woude, Het Noorderkwartier. Een regionaal historisch onderzoek in de demografische en economische geschiedenis van<br />

westelijk Nederland van de late middeleeuwen tot het begin van de negentiende eeuw dl. I-III (Wageningen 1972) dl. II, 357; L. Noordegraaf,<br />

<strong>Holland</strong>s welvaren? Levensstandaard in <strong>Holland</strong> 1450-1650 (Bergen 1985) 123.<br />

2 M. Boone, ‘“Plus dueil que joie”. Renteverkopen door de stad Gent in de Bourgondische periode: tussen private belangen<br />

en publieke financiën’, in: Driemaandelijks tijdschrift van het Gemeentekrediet van België 176 (1991) 3-26, aldaar 12.<br />

3 Ibidem, 12-13; J. W. Marsilje, ‘Les modes d’imposition en <strong>Holland</strong>e, 1477-1515’ in: Publications du Centre Européen d’Etudes<br />

Bourguignonnes (XIVe-XVIe s.) 28 (1988) 159-171, aldaar 170; H. Kokken, Steden en Staten. Dagvaarten van steden en Staten van <strong>Holland</strong><br />

onder Maria van Bourgondië en het eerste regentschap van Maximiliaan van Oostenrijk (1477-1494) (Den Haag 1991) 232. Er is<br />

echter nog altijd een uitgebreid onderzoek nodig naar de exacte gevolgen van de surséances van betaling.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!