05.09.2013 Views

2003-1 - Holland Historisch Tijdschrift

2003-1 - Holland Historisch Tijdschrift

2003-1 - Holland Historisch Tijdschrift

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Het Noordzeekanaal 1863-1883 49<br />

bereikte een moeizaam compromis. Het kanaal werd op 1 november 1876 geopend. Het kanaal<br />

was snel een succes. De overeenkomst tussen de Kanaalmaatschappij en de aannemer<br />

werd op 22 december 1879 beëindigd.<br />

De problemen bij de verdere afbouw gingen de financiële middelen van de Kanaalmaatschappij<br />

te boven. In 1882 werd overeenstemming bereikt over de overdracht van de werken<br />

en rechten en verplichtingen van de Kanaalmaatschappij aan de staat. De concessie loste<br />

hiermee als het ware op. De maatschappij werd geliquideerd. In 1890 kocht Amsterdam de<br />

resterende kanaalrechten af door het Entrepotdok voor 2.5 miljoen gulden van de staat over<br />

te nemen.<br />

De conclusies van de schrijver<br />

Het proefschrift begint niet met een vraagstelling maar met een korte samenvatting. In<br />

hoofdstuk 16 volgt een terugblik waarin impliciet conclusies worden getrokken. Zo is duidelijk<br />

geworden dat Thorbecke de uitvoering bij concessie heeft doorgedrukt. Andere kabinetten<br />

waren voor uitvoering van staatswege. Thorbecke heeft fouten gemaakt bij de vorm<br />

en inhoud van de concessie. De historische dimensie ontbreekt echter bij de beoordeling<br />

van Thorbecke. De Tweede Kamer heeft in het algemeen zijn controlerende taak goed gedaan.<br />

De gemeenteraad van Amsterdam heeft zich erg veeleisend en onrealistisch opgesteld<br />

tegenover de Kanaalmaatschappij. De Amsterdamse Kamer van Koophandel was realistischer<br />

in haar verwachtingen. De Gedeputeerde Staten van Noord <strong>Holland</strong> speelden slechts<br />

een bescheiden rol en de verschillende Noord-<strong>Holland</strong>se gemeenten waren nauwelijks bij<br />

de onderneming betrokken. Van de waterschappen oefende alleen Rijnland invloed uit op<br />

de besluitvorming. De auteur heeft bewondering voor de bestuurders van de AKM die in<br />

moeilijke omstandigheden hun taak vervulden.<br />

Wat de rol van de techniek betreft had de schrijver graag gezien dat veel zaken beter op<br />

voorhand zouden zijn uitgewerkt. De omvang van het project en de toenmalige stand van de<br />

techniek maakten dat echter niet mogelijk. Dat blijkt uit de heftige technische polemieken<br />

die gepaard gingen met de aanleg.<br />

Een duidelijke uitglijder maakt de schrijver op pagina 245 waarin hij schrijft dat de golfbrekerwet<br />

in de bouw van een zeebreker voorzag. Er is nooit een zeebreker gebouwd.<br />

Het borgen van de publieke belangen maakte de concessiehouder een gevangene van de<br />

overheid. De concessionaris bleek niet bij machte de verschillende belangen met elkaar te<br />

verenigen.<br />

De schrijver merkt op dat een behoorlijke financiële planning en de daarbij horende begrotingsdiscipline<br />

ontbraken. Ook was er een groot aantal technische tegenslagen en onvoorziene<br />

problemen. Dus deze constatering over financiële planning dient op zijn minst te<br />

worden genuanceerd. Verder rekent de auteur de sociale problemen bij de kanaalaanleg de<br />

Kanaalmaatschappij niet aan.<br />

‘De schuldvraag’<br />

Het beantwoorden van de schuldvraag is geen taak voor de historicus, maar misschien wel<br />

voor de jurist. Het was een vraag die tijdgenoten zich stelden omdat het kanaal steeds duurder<br />

werd en de oplevering inmiddels op zich liet wachten. De schrijver sluit aan bij de constatering<br />

van Blussé: ‘Men wijte de schuld niet aan eenig individu of corporatie in het by-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!