05.09.2013 Views

2003-1 - Holland Historisch Tijdschrift

2003-1 - Holland Historisch Tijdschrift

2003-1 - Holland Historisch Tijdschrift

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

In dienst van Den Haag 21<br />

parochie ’s-Heeraartsberg overdeed aan Jacob. 66 Een indirecte maar sterkere aanwijzing voor<br />

een band tussen de twee mannen is dat Thomas een vertrouwensrelatie ontwikkelde met Jan<br />

de Heuyter, een schoonzoon van Jacob. Jan de Heuyter was net als Jacob Pijnsen afkomstig<br />

uit Delft en bekleedde daar geruime tijd het ambt van schout. Na Thomas’ dood bezat hij een<br />

koffer met zijn waardepapieren. Toen Jan van Oudheusden, een schoonzoon van Thomas, beweerde<br />

dat Jan de Heuyter een aantal van die waardepapieren ontvreemd had, klaagde deze<br />

hem aan voor belediging, smaad en de aantasting van zijn goede naam. 67 Verdere goede banden<br />

met Delft blijken uit een huwelijk tussen de tweede dochter uit Thomas’ eerste huwelijk<br />

en Dirk Sonck Jansz., die in 1482 en 1486 schepen en in 1487 schout van Delft was. 68<br />

Thomas kan zich er op beroemen in een bron van het doorgaans zeer formele Hof van<br />

<strong>Holland</strong> nadrukkelijk als vriend genoemd te worden. In een vonnisboek waarin de sententies<br />

van de jaren 1504 en 1505 zijn opgetekend door de griffier Cornelis Boullin worden in<br />

de inleiding alle raadsheren genoemd. Daarnaast staat er in een andere hand (en dus van<br />

Cornelis zelf en niet van een klerk?) bijgeschreven: ‘Thomas Beukelere mijn bisondere goede<br />

vrient.’ 69 Hoewel het niet te bewijzen valt dat Cornelis ook degene is die deze zin heeft<br />

neergeschreven, is het opvallend dat hij op 20 augustus 1505 een van de drie rekenmeesters<br />

in de Rekenkamer van <strong>Holland</strong> werd, kort nadat Thomas dit ambt had bekleed. 70<br />

Thomas heeft zich in ieder geval twee keer door een familielid laten opvolgen. In 1499<br />

deed Thomas afstand van het ambt van rentmeester-generaal en werd hij opgevolgd door<br />

zijn schoonzoon Jan van Oudheusden. Reeds in 1485 was ene Arend Beukelaar hem als rentmeester<br />

van Zuidholland opgevolgd. 71 Dat Thomas een sterke positie had verkregen in <strong>Holland</strong><br />

wordt nog eens bevestigd door zijn huwelijk na 1498 met Margaretha Oem van Wijngaarden,<br />

een dochter van Floris Oem van Wijngaarden Florisz. 72 Zowel Thomas als de Oem<br />

van Wijngaardens hadden aan het eind van de 15de eeuw een sterke positie verworven, wat<br />

nog eens onderstreept wordt door deze verbintenis. Floris heeft in latere jaren zijn invloed<br />

mogelijk ook aangewend om een cliënt aan een baan te helpen. Ene Jasper de Beauvoir oefende<br />

vanaf 1496 onder Floris het rentmeesterschap van het Haagse bos uit. Jasper werd vervolgens<br />

in 1509 tijdelijk griffier en in 1510 secretaris bij het Hof van <strong>Holland</strong>. Floris had deze<br />

twee functies in het verleden ook uitgeoefend. 73<br />

Thomas’ familierelaties waren niet altijd een versterking van zijn netwerk. Hij was in een<br />

aantal rechtszaken met zijn schoonzoon en schoonvader verwikkeld, die voornamelijk gingen<br />

om de verkoop van enkele landgoederen. Thomas procedeerde tegen schoonzoon Jan<br />

van Oudheusden en werd tegelijkertijd aangeklaagd door zijn schoonvader Floris Oem van<br />

66 J.C. Kort, ‘Repertorium op de grafelijke lenen in de Krimpenerwaard, 1220-1650’, Ons Voorgeslacht 42 (1987) 324-346, aldaar<br />

330-331.<br />

67 J. Th. de Smidt e.a., Chronologische lijsten van de geëxtendeerde sententiën en procesbundels (dossiers) berustende in het archief van de<br />

Grote Raad van Mechelen I- II (Amsterdam 1966, 1971) II, 194-195.<br />

68 J. C. Andries e.a., Inventaris en beschrijving van de processtukken (dossiers) behorende tot de Beroepen uit <strong>Holland</strong> berustende in het archief<br />

van de Grote Raad van Mechelen I-VI (Amsterdam 1964-1969) IV, dossier 334; R. Boitet, Beschryving der stadt Delft (Delft 1729) 115.<br />

69 HvH, inv. nr. 484, inleiding.<br />

70 RekRek, inv. nr. 340, f. 192v.<br />

71 RekRek, inv. nr. 582-584. Hoe Thomas en Arend verwant waren is mij niet bekend. Het ligt het meest voor de hand dat<br />

Arend een broer of neef van Thomas was.<br />

72 HvH, inv. nr. 492, sen. 156; inv. nr. 493, sen. 342 (vermeld als 242); inv. nr. 1035, sen. 376; J. C. Kort, ‘Repertorium op<br />

de lenen van de hofstede Arkel en Haastrecht, gelegen benoorden de Lek, 1253-1649’, Ons Voorgeslacht 38 (1983) 161-192,<br />

219- 222, aldaar 162-163; Andries e.a., Beroepen IV, dossier 334.<br />

73 RekRek, inv. nr.1985, f. 1r; A.S. De Blécourt, E.M. Meijers ed., Memorialen van het hof (den Raad) van <strong>Holland</strong>, Zeeland en West-<br />

Friesland, van den secretaris Jan Rosa I (Haarlem/Leiden 1929) lvix, lxiii.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!