2003-1 - Holland Historisch Tijdschrift
2003-1 - Holland Historisch Tijdschrift
2003-1 - Holland Historisch Tijdschrift
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
50 Het Noordzeekanaal 1863-1883<br />
zonder, want er is eene algemene aandrang geweest om het werk aan te vangen met de<br />
middelen die men had en men heeft vertrouwd dat men het werk, eenmaal ondernomen,<br />
niet zou laten varen. Had men het werk niet aangevangen voor dat het kapitaal er was, er zou<br />
zeker niets van gekomen zijn; eene wet om dat werk van staatswege te ondernemen, ware<br />
zeker verworpen.’<br />
In tegenstelling tot de auteur meen ik dat de concessie geen geschikt instrument was om<br />
dergelijke grootschalige infrastructurele werken uit te voeren. Reeds halverwege zijn proefschrift<br />
heeft hij immers de conclusie getrokken dat een concessie goede resultaten zou kunnen<br />
opleveren indien duidelijke concessievoorwaarden werden opgelegd, korte trajecten<br />
werden gebouwd en de technische risico’s overzienbaar waren. Bij de aanleg van het Noordzeekanaal<br />
en de bijkomende werken was aan geen van deze voorwaarden voldaan. De concessie<br />
lijkt een politiek en ideologisch stokpaardje van Thorbecke te zijn geweest, dat hier<br />
goede diensten bewees om de patstelling tussen Amsterdam en de staat over de aanleg van<br />
het kanaal te doorbreken. De invloed van de staat op de concessiehouder werd echter zo<br />
groot dat het werk uiteindelijk praktisch van staatswege is uitgevoerd. De concessie heeft<br />
verhinderd dat het tot een goede afweging van belangen kwam. Mogelijk was dit de geheime<br />
agenda van de toenmalige politici.<br />
W.A. Sinninghe Damsté, Het Noordzeekanaal 1863-1883 (Nijmegen: Ars Aequi Libri, 2001, 263<br />
blz., ISBN 90-6916-415-9, €26,–)