VVP 4-19
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
LEREN VAN KiFiD-UITSPRAKEN<br />
Opmerkelijk<br />
HYPOTHEKEN – In januari 2017 neemt de financieel adviseur de portefeuille<br />
over van een collega. In 2002 heeft deze collega de consument geadviseerd<br />
over en bemiddeld bij een hypothecair krediet. De consument meent in 2002<br />
van de adviseur een onjuist advies te hebben ontvangen en stelt hiervoor de<br />
adviseur, die nadien de portefeuille heeft overgenomen, aansprakelijk.<br />
De Geschillencommissie komt hierop tot de volgende opmerkelijke uitspraak:<br />
“Vaststaat dat de Adviseur de portefeuille van A heeft overgenomen,<br />
de verantwoordelijkheid draagt en aansprakelijk is voor eventuele fouten die<br />
A in het verleden bij het advies verstrekt aan Consument heeft gemaakt.”<br />
Dit standpunt staat haaks op de algemene jurisprudentie waar het uitgangspunt<br />
is dat de oude eigenaar van een portefeuille aansprakelijk is voor<br />
door hem gemaakte fouten en de nieuwe eigenaar alleen aansprakelijk<br />
wordt indien hij niet, binnen een redelijke termijn na verwerving van de portefeuille,<br />
de door zijn voorganger gemaakte fout ontdekt.<br />
Bijzonder is ook dat de Geschillencommissie een maand voor deze uitspraak<br />
een andere uitspraak heeft gedaan waarin precies het tegenovergestelde<br />
wordt gesteld. In deze uitspraak 20<strong>19</strong>- 295 staat: “De Commissie stelt vast dat<br />
de aansprakelijkheid voor eventuele fouten van Intermediair niet op Tussenpersoon<br />
is overgegaan. Dit blijkt uit de koopovereenkomst waarin is vermeld<br />
dat door de verkoop enkel de rechten die uit de assurantieportefeuille voortvloeien<br />
op Tussenpersoon overgaan. In de koopovereenkomst wordt niet gesproken<br />
over verplichtingen van Intermediair die door de verkoop op Tussenpersoon<br />
zijn overgegaan. Van een overname van de gehele rechtsverhouding<br />
is daarom geen sprake. Het verweer van Tussenpersoon gaat op.” – Uitspraak<br />
20<strong>19</strong>-257<br />
Leren van KiFiD-uitspraken Hypotheken<br />
De uitspraken van de Geschillencommissie Kifid bevatten regelmatig belangrijke<br />
leermomenten voor financieel advieskantoren. In elk nummer<br />
vat <strong>VVP</strong> enkele recente uitspraken op het gebied van hypotheken samen.<br />
Deze samenvatting wordt u aangeboden door de<br />
Levenpolis niet<br />
voor achterstallige<br />
betalingen<br />
HYPOTHEKEN – De consument heeft een hypothecaire<br />
geldlening. Daarnaast heeft de consument<br />
een levensverzekering. De verzekering wordt verpand<br />
aan de geldverstrekker. Op enig moment<br />
heeft de consument een betalingsachterstand op<br />
de hypotheek van ruim 20.000 euro. De geldverstrekker<br />
gaat hierop over tot executoriale verkoop<br />
van de woning en afkoop van de levensverzekering.<br />
De afkoopwaarde van de levensverzekering<br />
bedraagt 57.623,68 euro. De consument stelt dat,<br />
de voor hem zeer nadelige, executoriale verkoop<br />
van de woning voorkomen had kunnen worden indien<br />
de geldverstrekker de levensverzekering had<br />
afgekocht en met dit geld de achterstallige betaling<br />
van de hypotheekschuld had voldaan.<br />
De Geschillencommissie is het met deze visie<br />
van de consument niet eens: “De Commissie overweegt<br />
verder dat het niet ongebruikelijk is dat een<br />
geldverstrekker een levensverzekering als voorwaarde<br />
voor een hypothecaire geldlening stelt.<br />
Een levensverzekering biedt een geldverstrekker<br />
zekerheid voor gehele dan wel gedeeltelijke terugbetaling<br />
van de hypothecaire geldlening. Daarbij<br />
blijft Consument gehouden aan de (betaal)afspraken<br />
die hij met de Bank gemaakt heeft. De levensverzekering<br />
is niet bedoeld om betaalachterstanden<br />
in te lopen.”<br />
De Commissie acht het daarom niet onredelijk<br />
dat de Bank heeft geweigerd om de levensverzekering<br />
te gebruiken om betaalachterstanden in<br />
te lopen tijdens de looptijd van de hypothecaire<br />
geldlening. – Uitspraak 20<strong>19</strong>-344<br />
36 | <strong>VVP</strong> NR 4 JULI 20<strong>19</strong>