Klik hier - Lne.be

8 Informatie uit bestaande
onderzoeken
8.1 Startnota PRUP ‘Secundaire wegverbinding tussen Aalst
en Lebbeke (N41)’
PRUP ‘Secundaire wegverbinding tussen Aalst en Lebbeke (N41)’ - Startnota;
Grontmij, eindrapport november 2009 (iov Provincie Oost-
Vlaanderen)
Deze studie levert een duidelijke situering van het voorliggend plan en
geeft een uitgebreid overzicht van de planningscontext voor het gebied
(Ruimtelijke Structuurplannen, Mobiliteitsplannen, …). Vanuit de bestaande
ruimtelijke structuur worden een aantal harde randvoorwaarden opgelegd,
op basis van welke verschillende tracéalternatieven, eventueel met
varianten, worden geformuleerd. Na aftoetsing van deze tracéalternatieven
op basis van ‘te vermijden randvoorwaarden’, resulteert dit in een beperkt
aantal potentiële wegtracés met eventuele varianten. Voor elk van deze
tracés levert de studie een aantal milderende maatregelen, om zo een voldoende
maatschappelijk draagvlak bij de betrokken actoren te creëren.
Deze verschillende tracés vormen het onderwerp in het plan-MER.
8.2 Mobiliteitsplannen
Informatie uit bestaande
onderzoeken
Mobiliteitsplan Stad Aalst; Groep Planning, maart 2004 (iov Stad Aalst)
Mobiliteitsplan Stad Dendermonde; Tritel, juli 2003 (iov Stad Dendermonde)
Mobiliteitsplan Gemeente Lebbeke; De Geyter & Partners n.v., augustus
2004 (iov Gemeente Lebbeke)
In het kader van het milieuconvenant dienen de gemeenten een mobiliteitsplan
op te maken. In de oriëntatienota (eerste fase) van een mobiliteitsplan
wordt een overzicht gegeven van de bestaande ruimtelijke en
verkeerskundige studies en de visies van de verschillende actoren, zodat
de verschilpunten en de overeenkomsten in visie gekend zijn, en een eerste
inventarisatie van knelpunten opgemaakt kon worden. In de synthesenota
(tweede fase) van het mobiliteitsplan worden de leemten in de kennis
ingevuld, zodat de voornaamste conclusies en knelpunten met betrekking
tot mobiliteit in de diverse gemeenten gekend zijn. In een laatste fase
wordt een beleidsplan opgesteld.
De mobiliteitsplannen zijn opgebouwd rond verschillende werkdomeinen.
Deze verschillen per gemeente, doch kan volgende opdeling onderscheiden
worden:
• ruimtelijke opties/elementen/ontwikkelingen,
• de gewenste verkeersstructuur/wegstructuur/verkeers- en vervoersnetwerken
opgedeeld per vervoerswijze,
• ondersteunende en flankerende maatregelen.
In eerste instantie wordt, per werkdomein, de gewenste ontwikkelingen
beschreven. Vervolgens wordt een actieprogramma met prioriteitenbepaling
en financiële raming voorgesteld. Deze acties werden reeds aangehaald
in hoofdstuk 7 ‘Geplande ontwikkelingen’.
De mobiliteitsplannen geven naast heel wat basiskengetallen (parkeerplaatsen,
knelpunten, verkeersintensiteiten, …) met betrekking tot het verkeer
en vervoer eveneens een overzicht van de mobiliteitsproblematiek.
270027_Nota voor publieke consultatie, Revisie 00
Pagina 101 van 153