Klik hier - Lne.be

In het kader van de subsidiariteit heeft de provincie Oost-Vlaanderen de
selectie van de secundaire wegen aangeduid en neemt zij nu ook het initiatief
tot opmaak van een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan – gekoppeld
aan de uitwerking van een plan-MER – om het precieze tracé van de weg
planologisch vast te leggen.
Het ruimtelijk planningsproces is voorafgaand aan het plan-MER opgestart
(september 2009). Binnen dit proces werd een doelstellingennota uitgewerkt
voor de te ontwerpen weg, gekoppeld aan een analyse van de bestaande
toestand. Deze nota biedt een antwoord op de vraag welke rol de
weg dient te vervullen voor zijn omgeving. Vertrekkend vanuit de rol van
de weg, werden vervolgens een aantal harde randvoorwaarden geformuleerd
en werden tracéalternatieven gegenereerd. Vervolgens werden deze
tracéalternatieven afgetoetst op basis van ‘te vermijden randvoorwaarden’.
Dit resulteert in een beperkt aantal potentiële wegtracés met eventuele
varianten. Voor elk van deze potentiële wegtracés werden reeds een aantal
milderende maatregelen uitgewerkt. Het zijn deze geselecteerde potentiële
wegtracés met eventuele varianten én hun milderende maatregelen
die binnen het plan-MER onderzocht worden op hun milieueffecten.
Binnen het ruimtelijk planningsproces is een duidelijke overlegstructuur
aanwezig, bestaande uit:
• Projectgroep: vormt de motor van het proces, bewaakt en beoordeelt
de voortgang van het proces, keurt de documenten goed die naar de
stuurgroep en klankbordgroep gaan; hierin zetelen vertegenwoordigers
van de drie beleidsniveaus (Vlaams gewest, provincie en gemeente);
• Interne overlegstructuur van de provincie Oost-Vlaanderen;
• Stuurgroep: toetst de studie op het vlak van technische of sectorale
aspecten en komt bijeen na de beëindiging van elke onderzoeksstap;
omvat de projectgroep uitgebreid met vertegenwoordigers van de diverse
direct betrokken instanties;
• Klankbordgroep: toetst de studie in functie van het maatschappelijk
draagvlak en komt bijeen na de beëindiging van elke onderzoeksstap;
Inleiding
omvat de stuurgroep, uitgebreid met onder andere vertegenwoordigers
van de diverse belangenorganisaties.
• Bevolkingsvergaderingen.
De doelstellingennota is verwerkt in een startnota, goedgekeurd door de
stuurgroep en klankbordgroep alsook goedgekeurd door de deputatie op
10 december 2009.
Het provinciaal beleidskader voor windturbines vormt een addendum aan
het provinciaal ruimtelijk structuurplan (PRS) en omvat een ruimtelijk kader
voor de realisatie van windturbines. Hierbij werd een kaart uitgewerkt met
potentiële inplantinglocaties voor windturbines. Het addendum werd op 17
juni 2009 definitief vastgesteld door de Provincieraad en op 25 augustus
2009 goedgekeurd door de bevoegde Minister.
Naast de realisatie van de nieuwe wegverbinding, wordt binnen het plan-
MER ook de mogelijkheid onderzocht om windturbines te plaatsen binnen
de aangeduide zoekzones langsheen het nieuwe wegtracé. Het definiëren
van deze zoekzones is gebaseerd op de potentiële inplantinglocaties, zoals
aangeduid in het addendum aan het provinciaal ruimtelijk structuurplan
(PRS).
2.4 Toetsing aan de plan-m.e.r.-plicht
Door de realisatie van de secundaire wegverbinding tussen Aalst en
Lebbeke (N41) worden ruimtelijke bestemmingen gewijzigd en is bijgevolg
een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) noodzakelijk. Volgens
het gepubliceerde plan-m.e.r.-decreet 3 valt een plan dat wordt opgesteld
om middels een wetgevingsprocedure door de Vlaamse Regering te worden
vastgesteld én dat het kader vormt voor de toekenning van een ver-
3 Decreet houdende wijziging van titel IV van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene
bepalingen inzake milieubeleid en van artikel 36ter van het decreet van 21 oktober 1997
betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (BS. 20 juni 2007).
270027_Nota voor publieke consultatie, Revisie 00
Pagina 17 van 153