Klik hier - Lne.be

De impact op het verkeer tijdens de aanlegfase (effect van de aan- en afvoer
van materialen, tijdelijke verkeershinder ten gevolge van omleidingen,
…) betreft tijdelijke effecten en wordt daarom niet meegenomen op planniveau
(zie ook hoofdstuk 9).
Tijdens de exploitatiefase worden de effecten beschreven als gevolg van
de aanleg van de N41 op het vlak van verkeersafwikkeling, verkeersveiligheid,
bereikbaarheid en verkeersleefbaarheid. Opnieuw gaat de aandacht
naar de diverse vervoersmodi (auto’s en vrachtwagens, openbaar vervoer
en langzaam verkeer) en dit voor de verschillende verkeersrelaties (regionaal
of doorgaand verkeer, stedelijk en lokaal verkeer). De wijzigingen in
verkeersintensiteit op lokaal niveau, maar ook ruimer – op bovenlokaal
niveau – worden geëvalueerd.
In afwachting van een doorrekening van het plan met het provinciaal verkeersmodel
zijn in Bijlage 3 in tabelvorm de mogelijke effecten als werkhypothese
aangegeven als gevolg van de verschuiving in het verplaatsingspatroon
door aanleg van een secundaire weg. Deze tabel geeft een beeld
per relevant wegsegment en per type van verplaatsing. Het onderzoeksgebied
reikt tot de knooppunten N41-N17 in Dendermonde en N41-R41 in
Aalst.
Na doorrekening van het plan in het kader van de plan-MER kunnen de
effecten in beeld worden gebracht voor de in de tabel aangegeven wegsegmenten,
zowel op kwantitatief (verschil in verkeersintensiteit in absolute
waarden) als kwalitatief vlak (verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheidsaspecten,
vergelijking tussen de rol van de weg en het gebruik, …)
Deze gegevens zullen ook gebruikt worden om de toekomstige verkeerssituatie
in te schatten.
Met betrekking tot het langzaam verkeer wordt de impact op fietsers nader
onderzocht. Hierbij wordt geanalyseerd welke fietsrelaties worden verstoord
en wordt geëvalueerd in hoeverre milderende maatregelen een optimalisatie
van de fietsstructuur inhouden. De omrijfactor vormt een be-
Methodologie per discipline
langrijk criterium. Daarnaast wordt onderzocht of een combinatie van fiets-
en landbouwwegen wenselijk is.
Aandachtpunten op het vlak van verkeer zijn:
• Impact op de verkeersleefbaarheid en verkeersveiligheid van het onderliggend
wegennet;
• Wijzigingen op het vlak van de bereikbaarheid van functies op bovenlokaal
niveau (hoofddorpen en woonkernen, economische functies)
• Wijzigingen op het vlak van de bereikbaarheid op lokaal niveau (lokale
bediening, fietsverkeer, landbouwverkeer)
• Impact op de verkeersveiligheid als gevolg van bijkomende conflictpunten
als gevolg van de realisatie van het plan
• Impact op het functioneren van de bestaande N41 (in Dendermonde en
Aalst)
De meest cruciale effectgroepen binnen de discipline mobiliteit zijn voor
dit plan:
• wijzigingen in doorstroming/verkeersbelasting
• wijzigingen in verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid
• wijzigingen op het vlak van de bereikbaarheid van functies
Voor deze effectgroepen wordt een voorstel van significantiekader gegeven.
Dit kan nog worden geoptimaliseerd bij de opmaak van het MER.
• Verkeersdoorstroming
Bij de beoordeling van de doorstroming wordt rekening gehouden met de
capaciteit van de weg. Door de realisatie van het plan en de daarmee gepaard
gaande verschuivingen van verkeersstromen, zal het bestaande
gedeelte van de N41, zowel in Aalst (Hofstade) als Lebbeke-
Dendermonde, een groter gebruik kennen (invulling van de rol als secundaire
of primaire weg) wat een impact kan hebben op de doorstroming.
270027_Nota voor publieke consultatie, Revisie 00
Pagina 114 van 153