Collectieve Arbeidsovereenkomst Kinderopvang 2007-2008
Collectieve Arbeidsovereenkomst Kinderopvang 2007-2008
Collectieve Arbeidsovereenkomst Kinderopvang 2007-2008
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
- 31 -<br />
HOOFDSTUK 5 VERLOF, ARBEID en ZORG<br />
A. Landelijk niveau<br />
Artikel 5.1. Vakantieverlof<br />
1. Per kalenderjaar verwerft de werknemer met een volledig dienstverband 175 uur<br />
vakantie met behoud van salaris.<br />
2. Het in lid 1 genoemde aantal uren vakantie wordt, afhankelijk van de leeftijd die de<br />
werknemer in het desbetreffende kalenderjaar bereikt, verhoogd conform de<br />
hiernavolgende tabel.<br />
Leeftijd Verhoging<br />
30 t/m 39 jaar 7,2 uur<br />
40 t/m 44 jaar 14,4 uur<br />
45 t/m 49 jaar 21,6 uur<br />
50 t/m 54 jaar 36 uur<br />
De werknemer die 55 jaar wordt heeft in het kalenderjaar waarin hij deze leeftijd<br />
bereikt tot de maand van zijn verjaardag aanspraak op verhoging van zijn vakantie<br />
met 3,6 uur per maand. Nadat hij de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt, geldt voor<br />
hem artikel 4.11. van de CAO.<br />
B. Ondernemingsniveau<br />
Niet van toepassing<br />
C. Werknemersniveau<br />
Artikel 5.2. Vakantieverlof<br />
1. De vakantie moet in de regel in het desbetreffende kalenderjaar worden<br />
opgenomen, tenzij werkgever en werknemer in overleg besluiten daarvan af te<br />
wijken. De tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie moeten door de<br />
werkgever tijdig in overleg met de werknemer worden bepaald, met dien verstande<br />
dat de vakantie ten minste twee aaneengesloten weken bedraagt.<br />
2. In enig jaar niet-genoten vakantieverlof wordt zoveel mogelijk in een volgend<br />
kalenderjaar door de werknemer opgenomen, met dien verstande dat de<br />
werknemer in geen kalenderjaar meer verlof kan opnemen dan anderhalf maal het<br />
hem volgens artikel 5.1. toekomende verlof.<br />
3. Als de werknemer voorafgaand aan dan wel tijdens een vastgestelde vakantie<br />
arbeidsongeschikt wordt, geldt de verleende vakantie niet als vakantie indien de<br />
werknemer deze arbeidsongeschiktheid aan de werkgever voldoende aantoont.<br />
4. De werknemer die een deel van het kalenderjaar in dienst van de werkgever is<br />
(geweest) heeft een evenredige aanspraak op vakantie, waarbij afronding op hele<br />
uren ten gunste van de werknemer plaatsvindt.<br />
Artikel 5.3. Verlof op feestdagen<br />
1. De werknemer heeft recht op verlof met behoud van salaris op de navolgende<br />
dagen, voor zover deze niet op een zaterdag of zondag vallen:<br />
nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Koninginnedag, 5 mei (1x per 5 jaar, te beginnen<br />
in 2010), hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, eerste en tweede kerstdag.