Collectieve Arbeidsovereenkomst Kinderopvang 2007-2008
Collectieve Arbeidsovereenkomst Kinderopvang 2007-2008
Collectieve Arbeidsovereenkomst Kinderopvang 2007-2008
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
- 74 -<br />
BIJLAGE VIII REGLEMENT PERSONEELSVERTEGENWOORDIGING (PVT)<br />
(ex artikel 9.3. lid 2 CAO)<br />
Samenstelling<br />
Artikel 1<br />
De personeelsvertegenwoordiging (PVT) bestaat uit ten minste drie werknemers die in de onderneming<br />
werkzaam zijn.<br />
Kandidaatstelling, verkiezingen en zittingsduur<br />
Artikel 2<br />
a. Iedere werknemer werkzaam in de onderneming is verkiesbaar voor het lidmaatschap van de PVT<br />
en kan zelf kandidaten voor het lidmaatschap van de PVT stellen.<br />
b. De leden van de PVT worden rechtstreeks gekozen bij geheime schriftelijke stemming door en uit<br />
in de onderneming werkzame werknemers.<br />
c. Bij het ontstaan van een vacature in de PVT wordt de niet-gekozen kandidaat met de meeste<br />
stemmen als gekozen beschouwd.<br />
d. De leden van de PVT treden om de drie jaren af. Zij zijn direct herkiesbaar.<br />
e. De werkgever is verantwoordelijk voor de organisatie van de kandidaatstelling en de verkiezing van<br />
de voor de eerste maal te kiezen PVT. De verantwoordelijkheid voor de organisatie van daarna<br />
volgende kandidaatstellingen en verkiezingen ligt bij de gekozen PVT, die daartoe door de<br />
werkgever in de gelegenheid wordt gesteld.<br />
f. De PVT stelt met inachtneming van het onder a tot en met d bepaalde een reglement vast, waarin<br />
zij de verkiezingsprocedure en haar werkzaamheden regelt.<br />
Overleg, voorzieningen, faciliteiten en rechtsbescherming<br />
Artikel 3<br />
a. Overleg tussen de werkgever en de PVT kan op initiatief van ieder van beiden plaatsvinden.<br />
b. Bij de aanvang van elke zittingsperiode van de PVT worden tussen de werkgever en de PVT, met<br />
inachtneming van het hieromtrent bepaalde in de artikelen 17 en 18, eerste en tweede lid, WOR,<br />
afspraken gemaakt over de voorzieningen, vergaderfaciliteiten en scholingsfaciliteiten waarover de<br />
leden van de PVT jaarlijks kunnen beschikken.<br />
c. De werkgever draagt er zorg voor, met inachtneming van het hieromtrent bepaalde in artikel 21<br />
WOR, dat werknemers in de onderneming die kandidaat voor of lid van de PVT zijn respectievelijk<br />
geweest zijn, niet uit hoofde van hun (gewezen) kandidaatstelling of (gewezen) lidmaatschap<br />
worden benadeeld in hun positie binnen de onderneming.<br />
Bevoegdheden<br />
Artikel 4<br />
1. De PVT wordt, onverlet het bepaalde in artikel 35b, vijfde lid, WOR, door de werkgever in de<br />
gelegenheid gesteld advies uit te brengen over elk door hem voorgenomen besluit over de<br />
onderwerpen genoemd in artikel 25, eerste lid, en artikel 27, eerste lid, WOR.<br />
2. a. De werkgever behoeft de instemming van de PVT voor elk door hem voorgenomen besluit tot<br />
vaststelling, wijziging of intrekking van:<br />
– een werktijdenregeling;<br />
– een regeling op het gebied van de veiligheid, de gezondheid of het welzijn in verband met<br />
de arbeid of het ziekteverzuim;<br />
een en ander voor zover betrekking hebbende op alle of een groep van de in de<br />
onderneming werkzame werknemers.<br />
b. De werkgever legt het te nemen besluit schriftelijk aan de PVT voor. Hij verstrekt daarbij een<br />
overzicht van de beweegredenen voor het besluit, alsmede van de gevolgen die het besluit<br />
naar te verwachten valt voor de in de onderneming werkzame werknemers zal hebben.<br />
De PVT beslist niet dan nadat over de betrokken aangelegenheid ten minste eenmaal met de<br />
werkgever overleg is gepleegd. Na het overleg deelt de PVT zo spoedig mogelijk schriftelijk<br />
en beargumenteerd haar beslissing aan de werkgever mee. Na de beslissing van de PVT<br />
deelt de werkgever zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de PVT mee welk besluit hij heeft<br />
genomen en met ingang van welke datum hij dat besluit zal uitvoeren.