Untitled - Stichting Papua Erfgoed

More documents

Recommendations

Info

Het Sentánimeer. 6l mieren, die in onnoemlljk aantal daar aanwezig waren en zich bijna oogenblikkelijk meester maakten van versch geschoten exemplaren, die hun beurt moesten afwachten om te worden onthuid. Wat al listen hebben wij niet verzonnen om ons te -vrijwaren van deze kwelgeesten, bakjes water, aan touw- Tobádische prauw voor Jogga. tjes opgehangen vogels, alles werd bedacht. Maar altijd waren zij bij onze dierbare buit óf doordat een strootje in het water was gevallen en hun tot brug diende of door een grooten omweg te maken, daalden zij langs de touwtjes naar de vogels af; ook wij zelf hadden veel te lijden van de beten dezer diertjes.
62 Het Sentánimeer. DE BEAUFORT had uit Holland een klein zoölogisch werkje mede genomen '), waarin afbeeldingen van eenige op Nïeuw- Guinea voorkomende zoogdieren stonden. Men had ons echter in Holland gezegd, dat wij hier weinig succes mede zouden hebben, daar de Papoea's geen voldoend voorstellingsvermogen zouden hebben. Hoezeer was het tegendeel waar! Op een middag vertoonde hij de plaatjes aan een groot aantal Sentániërs, die elk nieuw plaatje met groot gejuich begroetten, daarbij luid de inlandsche naam herhalende. Den volgenden dag werd hem door middel van een van onze tolken — WARU van Tobádi en ATJÓA van Ingrås — gevraagd, of hij eens met dat boek in het dorp wilde komen, daar verschillende personen, die niet te Jogga konden komen, ook gaarne de plaatjes eens wilden zien. Door middel van dit boek hebben wij verscheidene mooie exemplaren verkregen. DUMAS had aan Professor eens verteld, dat hij ergens in het binnenland een tridacnaschelp had gezien. Indien deze daar niet door de Papoea's was gebracht, zoude men de veronderstelling kunnen maken, dat daar vroeger zee geweest was. Professor besloot daarom er eens heen te gaan. Op den 5 dcn April togen Professor, MOOLENBURGH, DUMAS en ik op weg om te trachten deze plaats terug te vinden. Allereerst roeiden wij in de vlet naar het zuidelijk gelegen Poe, een zeer vuil dorp, waar wij een gids vandaan zouden krijgen, die ons naar een klein riviertje de Timená moest brengen. Tijdens den roeitocht hadden wij een prachtig uitzicht op ¹) Enumerazione dei Mammiferi raccolte da O. BECCARI, L. M. D'ALBERTlS ed. A. A. BRUYN, nella nuova Guinea propriamente della per W. PETERS en G. DORIA 1881.
Page 3 and 4:
EENIGE MAANDEN ONDER DE PAPOEA'S DO
Page 5 and 6:
OPGEDRAGEN AAN Prof. Dr. C. E. A, W
Page 7 and 8:
VIII INLEIDING. afkomstig van ieman
Page 9 and 10:
2 Metu Débi. logisch en ethnograph
Page 11 and 12:
4 Metu Débi. vereenigden, verder w
Page 13 and 14:
6 Metu Débi. De Papoea gebruikt zi
Page 15 and 16:
Metu Débi. 7 gewenscht. De Papoea'
Page 17 and 18:
Metu Débi. 9 dijsvogeljagers, waar
Page 20 and 21:
Metu Débi. I I Evenwijdig met ons
Page 22 and 23:
Metu Débi. 13 zoude worden in de Z
Page 25 and 26:
Metu Débi. 15 kampongs. Nauw daarm
Page 27 and 28:
Metu Débi. 17 ons bij hen zouden v
Page 30 and 31:
Metu Débi I9 pisangs en suikerriet
Page 32 and 33: Metu Débï 21 naria vulgaris, die
Page 34 and 35: Itjoi van Tobádi.
Page 36 and 37: 24 . Metu Débi. een schaambedekkin
Page 38 and 39: 26 Métu Débi. De mannen dragen oo
Page 40: 28 Metu Débi. Bij feesten worden l
Page 43 and 44: 30 Metu Débi. zijn; deze doen denk
Page 45 and 46: 32 Metu Débi. vrij en onafhankelij
Page 47 and 48: 34 Metu Débi. ze zeer voorzichtig
Page 49 and 50: 36 Metu Débi. westelijk met die aa
Page 51 and 52: Metu Débi. 37 te weten kwamen. Het
Page 53 and 54: Metu Débi. 39 gordijn van afhangen
Page 57 and 58: Metu Débi. 41 varkensvleesch. De b
Page 59 and 60: Het inwendige van de Karriwarri te
Page 61 and 62: 44 Metu Débi. 6. Chries (chriesate
Page 63: 46 Metu Débi. den grond lieten val
Page 66 and 67: 48 Metu Débi. Dank zij het onderri
Page 68 and 69: 50 Metu Débi, dagen Voor en de con
Page 70: 52 Het Sentánimeer, alangvelden; s
Page 73: 54 Het Sentánimeer. den is, plat o
Page 76: 56 Het Sentánimeer. booten naar de
Page 79 and 80: $3 Het Sentánimeer. een duidelijk
Page 81: 6o Het Sentánimeer. moeilijkheid m
Page 85 and 86: 64 Het Sentánimeer. De Tïmená ha
Page 87 and 88: 66 Het Sentanimeer. Op dien dag neb
Page 89 and 90: 68 Het Sentánimeer. maar hier ging
Page 91: 70 Het Sentánimeer. na zoo'n gezon
Page 94 and 95: 72 Het Sentánimeer. op rijen en de
Page 96 and 97: 74 Het Sentánimeer. groot veld blo
Page 98: 76 Het Sentánimeer. Paradiseidae.
Page 101 and 102: 78 Het Sentánimeer. Levende exempl
Page 103 and 104: 80 Het Sentánimeer. behoort tot he
Page 105 and 106: 82 Het Sentánimeer. Laten wij na d
Page 107: 84 Het Sentánimeer. Seisårå was
Page 110 and 111: 86 Het Sentánimeer. Tobádiërs en
Page 112 and 113: 88 Het Sentánimeer. prauwtjes verl
Page 114 and 115: go Het Sentánimeer. Wel hebben wij
Page 116 and 117: 92 Het Sentánimeer. terug te zien
Page 118 and 119: 94 Het Sentánimeer. Het is zeer ja
Page 120 and 121: 96 De Tamirivier. moesten wij dus d
Page 122 and 123: 98 De Tamirivier. het schot verdwee
Page 124 and 125: 100 De Tamirivier. van schildpadden
Page 126 and 127: 102 De Tamirivier. dan te voren, ma
Page 128 and 129: 104 De Tamirivier. tegen elf uur he
Page 130 and 131: 106 De Tamirivier. geloof ik, reeds
Page 132 and 133:
108 De Tamirivier, inspanning met b
Page 134 and 135:
110 De Tamirivier. uit steil in zee
Page 136 and 137:
112 De Tamirivier. een hoogen dunk
Page 138 and 139:
114 De Tamirivier. Na dezen emotiev
Page 140 and 141:
116 De Tamirivier. De Sekántorivie
Page 142 and 143:
118 De Tamirivier, dat zij hadden v
Page 144 and 145:
HOOFDSTUK IV. De tocht naar de Chlo
Page 146 and 147:
122 Orúm. In de prauwen trachtte i
Page 148 and 149:
Orúm. gezichten aan over de onder
Page 150 and 151:
126 Orúm. gesteld zijn. Ik zeg vri
Page 152 and 153:
128 Orúm. de vindplaats van bet ch
Page 154 and 155:
130 Orúm. terend gekleurde Ornitho
Page 156 and 157:
132 Orúm. ma's. Na een paar uur lo
Page 158 and 159:
134 Orúm. der Papoea's geschiedde
Page 160 and 161:
136 Orúm. visch door het water kra
Page 162:
HOOFDSTUK V. De tocht naar de steen
Page 165:
140 De Tawárin en de Moaif. landsc
Page 168 and 169:
De Tawárin en de Moaif. 141 de lé
Page 170 and 171:
De Tawárin en de Moaif. 143 ment v
Page 172:
Groep Sáweh's.
Page 175:
146 De Tawárin en de Moaif. terugk
Page 179 and 180:
148 Dé Tawárin en de Moaif. Papoe
Page 181:
150 De Tawárin en de Moaif. vriend
Page 184 and 185:
152 De Tawárin en de Moaif. tropis
Page 186 and 187:
154 De Tawárin en de Moaif. baai g
Page 188:
I56 De Tawárin en de Moaif, morgen
Page 191:
158 . De Tawárin en de Moaif. herv
Page 194 and 195:
160 De Tawárin en de Moaif. contro
Page 196 and 197:
De Tawárin en de Moaif. 161 gaan.
Page 199 and 200:
De Tawárin en de Moaif. 163 trotsc
Page 201 and 202:
De Tawárin en de Moaif. 165 rans t
Page 204 and 205:
De Tawárin en de Moaif. 167 bemerk
Page 206 and 207:
De Tawárin en de Moaif. 169 positi
Page 209 and 210:
De Tawárin en de Moaif. 171 nend e
Page 211 and 212:
De Tawárin en de Moaif. 173 markt
Page 213 and 214:
De Tawárin en de Moaif. 175 VAN NO
Page 215 and 216:
De Tawárin en de Moaif. 177 buiten
Page 217 and 218:
De Tawárin en de Moaif, 179 tocht
Page 219 and 220:
De Tawárin en de Moaif. . 181 zij
Page 221:
De Tawárin en de Moaif. '83 die bi
Page 224 and 225:
186 De Zeemeeuw. middelen, verder a
Page 226 and 227:
[88 Be Zeemeeuw. bestaat om de expe
Page 228 and 229:
190 De Zeemeeuw. Na het vertrek van
Page 230 and 231:
192 De Zeemeeuw. kinderen en speeld
Page 232 and 233:
194 De Zeemeeuw, bestaande eiland w
Page 234:
196 De Zeemeeuw, zoeken. De huizen
Page 237 and 238:
198 De Zeemeeuw. door een kleine st
Page 239:
200 De Zeemeeuw. uur roeien landden
Page 242:
202 De Zeemeeuw. en hoe spoedig de
Page 245 and 246:
204 De Zeemeeuw. waarschijnlijker,
Page 247:
206 De Zeemeeuw. Uit de wandversier
Page 250 and 251:
HOOFDSTUK VIL De Geelvinkbaai. Is o
Page 252 and 253:
210 De Geelvinkbaai. die wel eens w
Page 254 and 255:
De Geelvinkbaai. 211 onder luid ges
Page 256 and 257:
De Geelvinkbaai. 213 peanen bezocht
Page 259 and 260:
De Geelvinkbaai. 215 vertrekken, te
Page 261 and 262:
De Geelvinkbaai. 217 door UMaR, kwa
Page 263 and 264:
De Geelvinkbaai. 219 plantentuin, e
Page 265 and 266:
De Geelvinkbaai. 221 rivier, die ui
Page 267 and 268:
De Geelvinkbaai. 223 reikten wij de
Page 269 and 270:
De Geelvinkbaai. . 225 van deze sap
Page 271 and 272:
De Geelvinkbaai. 227 delingen zou m
Page 273 and 274:
De Geelvinkbaai. 229 Nadat met veel
Page 275 and 276:
De Geelvinkbaai. 231 zijden vastgeh
Page 277 and 278:
De Geelvinkbaai. 233 taal leerden.
Page 279 and 280:
De Geelvinkbaai 235 hun dagelijks r
Page 281 and 282:
De Geelvinkbaai. 237 echter spoedig
Page 283 and 284:
De Geélvinkbaai. 239 Hoewel wij ge
Page 285 and 286:
De Geelvinkbaai. 241 zeer goed twee
Page 287 and 288:
De Geelvinkbaai. 243 Tot zijne huis
Page 289 and 290:
De Geelvinkbaai. 245 van de zoogena
Page 291 and 292:
De Geelvinkbaai. 247 ringen. Deze r
Page 293 and 294:
De Gëelvinkbaai. 249 verder een ma
Page 296 and 297:
Meisje in rouwgewaad te Wendèsi.
Page 298 and 299:
252 De Geelvinkbaai. naar boord ged
Page 300 and 301:
254 De Geelvinkbaai. zoodat een lan
Page 302 and 303:
256 De Geelvinkbaai. Bij een klein
Page 304 and 305:
258 De Geelvinkbaai. geborgen onder
Page 306 and 307:
260 De Geelvinkbaai. Wij bleven tev
Page 308:
262 De Geelvinkbaai. onder en slaap
Page 311:
264 De Geelvinkbaai. ongunstig voor
Page 314 and 315:
266 De Geelvinkbaai. • De dag wer
Page 316 and 317:
268 De Geelvinkbaai. Toen de scheme
Page 318 and 319:
270 De Geelvinkbaai. Tobádiërs vo
Page 320 and 321:
272 De Geelvinkbaai. maar deze ware
Page 322 and 323:
274 De Geelvinkbaai. kleine eilandj
Page 324 and 325:
276 De Geelvinkbaai. stond de booms
Page 326 and 327:
278 De Geelvinkbaai. was zoo vriend
Page 328 and 329:
280 . De Geelvinkbaai. Met een enke
Page 330 and 331:
282 Ternate. Wij gaven hun niet vee
Page 332 and 333:
284 Ternate. rijk te zijn. Hun groo
Page 334 and 335:
286 Ternate. een zeer oude, schrale
Page 336 and 337:
288 Ternate. overgestelden stellen
Page 338 and 339:
290 Ternate. De kloof, die wij wede
Page 340 and 341:
292 Ternate. aan een stok gebonden
Page 342 and 343:
294 Ternate. baar, dat alles in ord
Page 344 and 345:
296 Ternate. Ternate woont, was zoo
Page 346 and 347:
298 Ternate. Onder een brandende zo
Page 348 and 349:
300 Ternate. Des avonds vertrok de
Page 350 and 351:
302 Ternate. hadden mede te maken,
Page 352 and 353:
304 Ternate. feestcommissie in gekl
Page 354 and 355:
306 . Ternate. Na afloop van het di
Page 356 and 357:
308 Ternate. dat hij boven zijn hoo
Page 358 and 359:
310 Ternate. Ik eindig mijn verhaal
show all

Untitled - Stichting Papua Erfgoed

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?